Reportage

Duivenmelkers in Brussel: uitkijken naar Barcelona

Jean-Marie Binst
© BRUZZ
29/06/2018

| Met mannen als Denis Popovici is het ledenaantal van Lokaal Cureghem Centre in korte tijd aangevet.

De wind staat goed voor de duivenmelkers. Het aantal leden groeit bij Lokaal Cureghem Centre, de laatste duivensportclub in Brussel die inkorft op zeven internationale wedstrijden. Nu Barcelona eraan komt, dé koningin der klassiekers, missen ze hun inzet niet: alles voor de liefhebberij. Kom-kom-kom.

Neerpede, zaal De Warande. Zondag 1 juli is het zover. Dan komen de duivenmelkers hun sterkste vliegers registreren, laten ringen, inkorven en in de vrachtwagen zetten voor Barcelona. De langste uithoudingskoers van het jaar, en een zware ‘Fond’ - zo heten de langste wedstrijden - van 1.062 kilometer in rechte lijn.

‘Mooi weer. Hoge bewolking. Zeer goed zicht. Aanwakkerende zuidoostenwind.’ “Dat zou ideaal zijn,” begint Marieke Van der Voorde (85). Voor het inkorven leent ze haar retrozaal De Warande uit, een erfenis van café De Volle Pint (1950-1986). Omdat Barcelona de hoogmis van het vliegseizoen is, krijgen de leden gratis kramiek met ballekes van hun club Lokaal Cureghem Centre-­22408.

Die dag is als de koninginnenrit in de Ronde van Frankrijk en weten de organisatoren wat te doen. Mariekes dochter Maddy controleert alles als voorzitter. Haar kleinzoon Cedric volgt de inschrijvingen mee op, en een vierde generatie aan achterkleindochters rent zich rot. Ja, in de Neerpedestraat 866 is en wordt duivensportgeschiedenis geschreven. Zelfs al heeft de mutualiteit sinds kort de gedeeltelijke terugbetaling van het sportclublidgeld afgeschaft.

"Er zouden minder burn-outs zijn mocht er meer met duiven worden gespeeld"

Philemon Desmet, duivenmelker Lokaal Cureghem Centre

Philemon Desmet, duivenmelker Lokaal Cureghem Centre

Geen handvol jaren terug waren duivenmelkers in Brussel de laatste der Mohikanen. Maar het tij is gekeerd. “Van een twaalftal leden in 2006 zijn we met een nieuw bestuur, twee jaar terug, plots sterk gegroeid,” begint Philemon Desmet, 73 en schatbewaarder van de club.

Al sinds zijn zevende speelt hij met duiven. “Ons succes danken we aan het nieuwe bestuur dat de echte liefhebbers aantrekt. We tellen al 75 leden met een oplijst (identiteitskaarten van duiven, red.). Zonder alle duivensjappers te tellen die alleen inschrijven voor kampioenschappen. Het plaatst ons bij de drie sterkste lokalen van de regio Brabant (Vlaams-Brabant en Brussel, red.). We korven tot zeshonderd duiven in voor sommige wedstrijden.”

duiven 4 BRUZZ ACTUA 1622

| Cedric Depeet (de kleinzoon van 'Marieke' die De Warande bereddert) en Philemon Desmet (rechts) lijsten de inzet aan duiven op.

Rudi Joossens van de Koninklijke Belgische Duivenliefhebbersbond, ook secretaris van Lokaal Cureghem Centre, houdt het allemaal secuur bij. “In 2016 hebben we 3.683 duiven ingekorfd en 6.238 in 2017. Dit jaar zitten we (tot en met Pau op 18 juni, red.) al aan 3.095 inkorvingen. Dat belooft nog beter.” Het zware wedstrijdseizoen loopt van half juni tot begin augustus, met de Grote Fond van Narbonne en Agen, voor oude en jonge duiven, en Pau, Marseille, Perpignan, Saint-Vincent en de verste vlucht, Barcelona, alleen voor duiven ouder dan twee jaar.

Neerpede heeft het recht om voor al die ‘Fonds’ in te korven. Philemon speelt al 43 jaar op Barcelona en won regionaal al zes keer de klassieker. Van de nestor leren we bij. “Bij duivenwedstrijden moet je ‘op snelheid’ beginnen, dat is tot 160 kilometer, zoals Quiévrain.

Een duif is een kuddedier, als je ze niet alleen opleert, blijft ze hangen. Voor langere wedstrijden, en zeker de hele lange, zoals Barcelona, moet je de resultaten leren lezen. Wie vijftig en meer duiven inzet en een prijs wint, is geen betere duivenmelker dan wie met een paar duiven al een goeie tijd haalt. De eerste maakt gewoon meer kans.”

duiven 5 BRUZZ ACTUA 1622

| Duivenmelker Denis Popovici van Lokaal Cureghem Centre.

“Op Bourges, begin juni, had iemand 123 jaarlingen (jonge duiven, red.) mee. Dan is het niet moeilijk, tegenover wie een klein kot heeft en met een paar duiven speelt. Wij zijn voor de liefhebberij. Ik heb niets tegen de commerciële hokken, maar ze maken de amateursport kapot.”

In de jaren 1990 was Philemon een van de eerste die zijn stamduiven in Nederland ging kopen. Nochtans staat België erom bekend om goede wedstrijdduiven te hebben, en sinds zeker tweehonderd jaar om zijn sterke postduiven. “Goede ‘lijnen’ hadden de gebroeders Catrysse en Oscar de Vriendt uit Moere of André Vanbruwaene uit Lauwe, daar ging ik destijds langs,” blikt Philemon terug. “Ik haalde eens 23 prijzen op Barcelona met 31 duiven.”

De Chinezen

“Maar de handel draait ook rond miskopen,” zegt Philemon. “Wie gaat er trouwens al zijn prijsbeesten verkopen? Je zal maar eens een andere duif meekrijgen dan het beestje dat net een goeie vlucht in de vleugels had. En een duivin die zes keer moet jongen, is rap versleten.

Neen, je moet elkaar als liefhebber vertrouwen en kennen om malkander goede duiven te gunnen. Die vrienden bouw je in een goede club op. Toen Anderlecht slabakte, heb ik deze club er met een aantal vrienden weer bovenop getrokken. Vroeger lachten Gooik en Beersel met ons. Vandaag staan we een dikke lengte voor op die clubs.”

duiven 1 BRUZZ ACTUA 1622

| Van de korf gaat het naar het vrachtwagentransport, waarna keuring, bijkomende chip-plaatsing en vervoer naar Barcelona volgen.

Dat er ook vanuit het buitenland gelonkt wordt naar de vliegende atleten, werkt de handel in de hand. “Chinezen leggen samen om hier duiven te kopen,” zegt Philemon. “Als het Barcelona is, zitten ze in hun Brussels hotel te wachten, en zodra het eerste duifje valt, - ze volgen de tijdscores op internet - schieten ze naar de eigenaar.

De 50.000 euro of meer ligt dan zo zonder factuur op tafel. Waarvoor die duif dient? Soms tot sier in een volière in huis, zoals een schilderij om naar te kijken. In 2017 heeft Willy Daniëls uit Kessel zijn duivin Nadine voor 400.000 euro verkocht aan een Chinese verzamelaar.”

Rudi Joossens trekt liever de kar van de liefhebberij. “We zijn niet tegen de handel in duiven, maar die moet gescheiden blijven van de liefhebberssport. Anders krijg je voetbaltoestanden, alleen voor het geld. De duivensport evolueert naar een beroepssport. Daar zijn wij radicaal tegen.

Liefhebberij gaat om vrijetijdsbesteding, amusement en clubvrienden. Als je het geldgewin van de commercie laat begaan, kopen nieuwe duivenmelkers alleen nog duiven met stambomen, zoals die in fabrieken worden aangeboden. Met het oog om twee jaar later aan de kweek geld te verdienen.

Dat is fout. De sportieve inzet moet de spirit blijven. En we zien dat dat aanspreekt. Onze vele nieuwe leden getuigen daarvan. De club groeit met Polen en Roemenen, die er hun hobby van maken.” “Je zou eens moeten meemaken hoe die Polen, Roemenen en andere nieuwe leden hier vriendschappelijk aan tafel zitten, bij het inkorven: te mooi om te zien,” glundert melker Philemon.

Polen telt 70.000 liefhebbers, en aannemer Sylvater Zielinski uit Perk heeft zich twee jaar terug bij de Anderlechtse club aangesloten. “Vroeger speelde ik in Woluwe, maar de sfeer zinde me niet. Vorig jaar had ik een duif op Barcelona die 23ste vloog. Ik koop mijn duiven in Polen of bij een kleine, lokale amateur die ik vertrouw, en die niet wil verkopen aan grote kwekers. Dat scheelt hem een pak geld.”

Zijn bijna witte duif wordt geringd, genummerd en in de plastic vervoerskorf gezet. Rieten korven mogen niet meer, om hygiënische redenen. “Nochtans was dat beter, en minder warm dan het plastic en het aluminium die nu gebruikt worden,” wimpelt Philemon het moderne transport af.

"Duivensport is voor liefhebbers en moet naast de commercie staan"

Rudi Joossens, secretaris Lokaal Cureghem Centre

Rudi Joossens, secretaris Lokaal Cureghem Centre

Geen tijd om te dubben

Ook als het oudste lid binnenkomt, 83 jaar, schieten de jongeren te hulp om de korven te dragen. “Dat ze eens duivenhokken zetten in een psychiatrische instelling, er zouden wat minder burn-outs zijn,” poneert Philemon. “Elke home zou een duiventil moeten hebben. Het geeft mensen een doel. Ze moeten voor de verzorging van de duiven uit hun bed. Geen tijd om te dubben. Daar ben ik rotsvast van overtuigd.”

Inmiddels is de regelgeving er niet op vergemakkelijkt voor de liefhebber. In het Brussels Gewest mag je maar dertig duiven op hok houden. Er mogen maar 22 of 25 duiven in een mand. Voor het Barcelona-transport zelfs 18 of minder, afhankelijk van het weer. En je moet een attest hebben van inenting tegen het paramyxovirus.

“Vooral voor wilde duiven ben ik bang,” geeft Joossens nog mee. “Als zij naar binnen komen en aan de drinkfontein zitten, zit je met trichomonas (een infectieziekte, red.) via het water. Het probleem is dat veeartsen het spel gaan bepalen, met hun medicijnen. Als een duif op korf getransporteerd wordt, kan ze met van alles thuiskomen: wormen, parasitaire infecties, tricho (aan de navel) of coccidiose (aan het maagdarmkanaal).”

“Wie iedere week naar de veearts gaat, speelt kort op de bal. Maar een liefhebber merkt niet meteen dat de duif iets heeft. Zoals een mens met een verkoudheid, is een duif met wat tricho iets minder in vorm, maar dat beetje maakt wel een groot verschil op vluchten.

duiven 7 BRUZZ ACTUA 1622

| Clubbestuurders Philemon Desmet en Rudi Joossens (rechts) bij hun inkorvingslokaal in Neerpede.

Dan kan ze niet met de kopmannen mee. Schaf maar alle medicatie af, dan doet de natuur de selectie. Veel van onze clubliefhebbers spelen alleen nog met jaarlingen. Daar kan minder mee gefoefeld worden dan met oude duiven.”

Elke grote inkorvingsdag verloopt hetzelfde. Eerst registreren, en een grondige inspectie van de duif, dan het ringetje eraan via een toestel. Meer dan een ‘Piep’ laat de duif niet horen. En dan in de grote plastic korf tot de vrachtwagen eraan komt.

We zijn erbij op de ‘Valence-inkorving’, als altijd is Lomme van transporteur Lathouwers uit Wolvertem chauffeur en inlader. Het is halftien ‘s avonds. “Hierna moet ik nog naar Beersel, dan naar Zinnik en Ecaussinnes,” zucht Lomme, die we helpen met laden. Wat een gewicht, die korven. De volgende dag worden de duiven op gezondheid gekeurd, en van een stempel in de vleugel voorzien. Met een extra chip zijn ze klaar voor het grote transport. Voor Barcelona is dat meerdere dagen, want de vrachtwagen moet om de vier uur stoppen. De duiven krijgen water en maïs.

“Een duif verliezen tijdens de wedstrijdvlucht kan verschillende oorzaken hebben,” vertelt Joossens. “Als ze dorst hebben geleden, kan je zien dat ze water gezocht hebben: ze hebben modder of zelfs mazout aan de poten. Soms zijn ze gekwetst door prikkeldraad. Er komt al eens eentje thuis zonder chip, die kan je dan niet afkloppen op tijd.”

duiven 3 BRUZZ ACTUA 1622

| Nog een gummiringetje, met geboortejaar en registratienummer, en de duif is klaar voor de inkorving.

Te veel roofvogels

Over de laatste ‘hindernis’ op de grote wedstrijdvluchten is iedereen het eens: er zijn te veel roofvogels. De sportduiven zijn er het slachtoffer van. “Houtduiven smaken bitter naar de eikels en kastanjes die ze eten, daar doen de roofvogels zich niet tegoed aan. De gezonde en gespierde duif, die halen ze wél uit de lucht,” zegt Joossens.

“Destijds werden er in Barcelona eerst ‘slachtduiven’ de lucht ingestuurd, om de roofvogels te verzadigen voor de wedstrijdduiven vertrokken,” vertelt Joossens. “Er worden te veel roofvogels ‘gekweekt’. De slechtvalken in de kerktorens zijn hét gevaar voor onze duiven.

Er wordt een onnatuurlijk evenwicht gecreëerd door die roofvogel-euforie. Mijn vier beste duiven zijn daardoor weg. Onder meer een die drie keer Barcelona in de vleugels had. Ik sta achter de bescherming van de slechtvalken, maar dan moet vogelbescherming voor iedereen op dezelfde manier. Ze mogen een paar keer per jaar de nesten leegmaken en de duivenringen tellen, inventariseren en de waarde opschrijven om een schadevergoeding te betalen. Duizenden duivenringen liggen in die nesten, voor miljoenen euro’s, om van het leed thuis te zwijgen.”

In Barcelona is het volgende week zover. “Het wordt afwachten, wat de weergoden brengen,” stelt Philemon, want vorig jaar was het een moeilijke editie door een onverwachte noordenwind.

Er vlogen ruim 17.000 duiven uit zes landen. Vierduizend Belgische dieren waren na een week nog niet thuis. In 2015 korfde de club 155 duiven in van 38 liefhebbers, vorig jaar 157 van 35 deelnemers. De duiven worden vrijdagmorgen 6 juli rond halftien gelost. De snelste beestjes staan die nacht of de volgende morgen al thuis, na veertien uur vliegen. Via pipa.be is de wedstrijd te volgen. Een voorsmaakje op Youtube van duiven die gelost worden op het Barcelonese strand is indrukwekkend.

“Als de duif uit Barcelona valt, kun je je ogen niet geloven, dan zindert alles.” Joossens wordt er licht sentimenteel van. “Als ze niet vlot in haar nest gaat, heeft ze zich overdaan. Dan mag je ze niet meer meegeven het volgende jaar. Ook aan de slappe drek zie je of ze boven haar krachten is gegaan. De volgende dag moet de stoelgang weer normaal zijn, als korreltjes.

Duiven vertellen je alles, als er iets fout zit, heb je niet goed gekeken. Het is niet omdat je een duivenkot hebt, dat je een duivensjapper bent. En of ze nu snel is of door tegenwind wat langer onderweg, als je duifje thuiskomt, doe je je hoed af. Niks dan respect voor dat diertje dat alles uit zijn kas heeft gevlogen om op je kot te zijn.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Anderlecht, Sport, Samenleving, duivenmelkers, Lokaal Cureghem Centre, Barcelona

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni