'In Turijn is de naam Brussel nog altijd taboe'

Vorige donderdag werd het Heizeldrama herdacht. Op 29 mei 1985 kwamen 39 mensen om, nog voor de aftrap van de Europacup-finale Liverpool-Juven­tus. De meeste slachtoffers waren Italiaanse voetbalfans, naast een handvol Belgen.

Nog altijd worden de doden trouw herdacht: donderdag kwamen aan het Koning Boudewijnstadion zo'n vijftig mensen samen. Heel wat Italiaan­se Belgen uit Brussel, Bergen en Charleroi, maar ook uit Turijn, Pisa en zelfs Athene. Een Juve-fan uit Genève getuigt: "Ik ben Italiaan, maar ik woon in Zwitserland. Een heel jaar lang gaan we voetbal kijken en maken we veel plezier. Maar dan hoort dit er ook bij. Een keer per jaar een reis van Genève naar Brussel voor deze herdenking heb ik er graag voor over."

Ook in Anderlecht is er een Juventus-supportersclub. Het lokaal van Bruxelles Bianconera ligt "ergens in Kuregem", maar veel specifieker mogen we het niet omschrijven. "We zijn Ultra's, hé," legt Lupo, die de hele herdenking coördineert, uit. Zware mannen dus, de harde kern.
"Onze vereniging bestaat officieel vijf jaar, officieus al heel wat langer. Maar we mogen pas sinds 2003 de naam Bruxelles Bianconera dragen. In Turijn horen ze de naam Brussel het liefst zo weinig mogelijk. Dat is nog altijd een beetje taboe. Terwijl wij vinden dat je ook zo'n drama moet blijven herdenken."

Doodgezwegen
Aan het monument ter ere van de slachtoffers aan het Koning Boudewijnstadion werden bloemen en kransen neergelegd. Bestaat er iets vergelijkbaars in het Juve-stadion in Turijn om de Italiaanse doden te herdenken? "Niet echt," zegt Lupo. "Juventus is een grote club, en grote clubs of Uefa, dat is vooral big business. Daar schieten ze alleen in actie als het om veel geld draait."

"Maar," pikt Fabrizio Basano in, "op de website van Juventus stond op 29 mei toch een herinneringswoordje. Dat doet me toch iets."

Basano is een Brusselaar en een fervent Union-supporter. Maar hij is ook Italiaan en, meer nog: hij was erbij in het Heizelstadion op 29 mei 1985 - gelukkig voor hem in een andere tribune dan waar het drama plaatsvond. "Nooit vergeet ik die dag. Die blijft voor de rest van mijn leven in mijn geheugen en ziel gegrift."

"Weet je wat mij op dit moment echt zorgen baart?" zegt hij. "Er zijn plannen van de Stad Brussel om op de Heizelvlakte een nieuw voetbalstadion, maar ook een groot winkelcentrum te bouwen. Je zult zien: als die plannen erdoor komen, dan zullen ze proberen het herdenkingsmonument en de inmemoriamplaat ergens in een donkere hoek weg te moffelen. De naam Heizel hebben ze na het drama weggegomd en vervangen door Koning Boudewijnsta­dion. Al wat tastbaar verwijst naar de Heizel-tragedie, wil men weg. Maar nadat wij jaren hebben geijverd om dit monument op te richten op de plaats van het drama, zullen we niet aanvaarden dat het vernietigd of verplaatst wordt."