Nieuwe regels om te bouwen in de stad: 'Nadruk ligt nu op leefbaarheid en kwaliteit'

Steven Van Garsse
08/07/2022
Updated: 29/07/2022 10.28u

Minister-president Rudi Vervoort (PS) en staatssecretaris voor Stedenbouw Pascal Smet (One.Brussels-Vooruit) hebben Good Living voorgesteld, dat in de toekomst mee het uitzicht van de stad moet bepalen. De regeltjesdrift verdwijnt, in plaats daarvan komen grotere principes en precieze doelstellingen. “Kwalitatieve stedenbouw staat voorop,” zegt Pascal Smet.

De vorige Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening, voortaan Good Living, dateert al van 2007. Het is een kataloog met erg gedetailleerde regels over straten en pleinen, daken en gevels, maar ook hoe diep je in de tuin kan bouwen. Smet gooit die oude verordening helemaal om. “Er zijn gedetailleerde regels, maar er worden tegelijk ook massaal veel afwijkingen toegekend. Als jurist denk je dan: dit moet anders."

Good Living vertrekt vanuit de openbare ruimte, pas daarna gaat het over de bebouwde ruimte. Dat is geen toeval. Het is hier dat de grootste veranderingen worden aangekondigd.

Zo zal in de toekomst, bij aanleg van nieuwe wegen, nog maximaal vijftig procent van de straten voorbehouden mogen blijven voor gemotoriseerd verkeer (geparkeerde en rijdende auto’s). De rest moet naar fietspaden en voetpaden gaan, of groene ruimte. Bomen of struikjes in de straten worden overal verplicht.

Afgescheiden fietspaden worden verplicht op assen met doorgaand autoverkeer, schuin- of dwarsparkeren wordt verboden, net zoals het parkeren voor de toegang van monumenten, scholen, culturele instellingen en plaatsen van erediensten. Enkel parallel parkeren op de rijweg zal nog worden toegelaten, maar dat betekent niet dat andere parkeerplaatsen meteen geschrapt zullen worden. De nieuwe regels zullen enkel van toepassing zijn op heraanleggingen en andere ingrepen waar een vergunning voor nodig is.

Ook de reclame in de openbare ruimte wordt gereguleerd. Reclameborden op privéterrein worden verboden. Lichtreclame moet ’s nachts worden gedoofd.

Verder moet kwalitatieve architectuur voorop staan, met in Good Living veel aandacht voor duurzaamheid: regenwateropvang, groendaken, ontharden, aandacht voor biodiversiteit, ... Ook opmerkelijk: een kantoorgebouw neerzetten zonder dat het in de toekomst makkelijk getransformeerd kan worden tot een gebouw met woningen (bijvoorbeeld omdat het te diep gebouwd is), zal niet meer kunnen.

Voor het Brussels erfgoed is de regel: respect voor het verleden, maar tegelijk bouwen aan de toekomst. Dat wil zeggen dat beschermde gebouwen, voor Smet, wel degelijk aangepast kunnen worden aan de stedelijke ontwikkeling. Tegelijk mogen gebouwen alleen afgebroken worden als er geen andere optie is. Renovatie moet de regel worden, zegt Smet.

Regels voor coliving

In een laatste hoofdstuk gaat het over de bewoonbaarheid. Hier staat leefbaarheid voorop. Terrassen of balkons worden bij nieuwbouw of zware renovatie verplicht, er zijn ook minimumnormen voor woningen en een heel nieuwe set regels voor collectieve woningen, de zogenaamde colivings die tegenwoordig erg populair zijn. Zo worden badkamer en toilet verplicht per drie kamers, en mag een coliving niet meer dan vijftien kamers hebbben.

Tot slot verdwijnt ook de verplichting dat voor elk gebouwd appartement één autoparkeerplaats moeten worden voorzien. In de plaats komen meer flexibele regels, in functie van het type bewoner, de nabijheid van openbaar vervoer of de toekomstige discussie over het verminderen van parkeerplaatsen in de openbare ruimte. Fietsparkings worden dan weer wel verplicht.

Deregulering

Het lijken heel wat regels, maar toch is er, zeker voor het stedenbouwkundig deel hier in grote mate sprake van deregulering. Hoe hoog of diep er gebouwd mag worden ligt bijvoorbeeld niet precies vast, maar zal telkens in functie van de wijk bediscussieerd worden. Ook over materialen wordt meer vrijheid gelaten. “We willen de architecturale creativiteit stimuleren,” zegt Smet.

Pascal Smet en Rudi Vervoort bij de voorstelling van Good Living

| Minister-president Rudi Vervoort (PS) en Pascal Smet (One.Brussels-Vooruit): Good Living moet de promotoren voorspelbaarheid garanderen bij de tot standkoming van de bouwvergunningen, maar ook objectiviteit en flexibiliteit.

Staatssecretaris Smet geeft toe dat dit tot meer discussies kan leiden met de dienst Stedenbouw, “maar het zullen geen steriele discussies meer zijn zoals nu, maar kwalitatieve.” Hij wijst ook naar de Bouwmeester die waakt over de kwaliteit en naar het Brussels Wetboek voor Ruimtelijke Ordening dat hervormd zal worden.

“Veel van de regels de wie hier nu aankondigen worden trouwens al met succes toegepast,” zegt Smet.

Minister-president Rudi Vervoort (PS) verwijst ook naar het investeringsklimaat. “Voorspelbaarheid is belangrijk voor promotoren. Met deze nieuwe Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening combineren we objectiviteit met flexibiliteit.”

Good Living is gisteren, donderdag, aan de regering voorgesteld. Smet maakt zich sterk dat het in september in eerste lezing kan worden goedgekeurd. Daarna komt er een openbaar onderzoek. Smet en Vervoort verwachten dat het vanaf begin 2024 of half 2024 echt in voege kan gaan.

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni