Menu

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni
Interactief

Kansarmoede in onderwijs stijgt: hoe is de situatie in jouw school?

Eleanor Denneman
© BRUZZ
01/09/2025

| Zomerschool.

Op 1 september gaan zo'n 53.000 leerlingen van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel terug naar school. Terwijl steeds meer anderstaligen hun weg naar het Nederlandstalig onderwijs vinden, groeit ook het risico op onderwijskansarmoede. Er zijn niet alleen grote verschillen tussen de Brusselse gemeenten, maar ook tussen scholen in dezelfde wijk. BRUZZ dook in de data van de Vlaamse Overheid.

Gebruik de pijltjes onder de infografiek om door de 16 slides te navigeren:

Eleanor Denneman

Alle leerlingen passen in het Koning Boudewijnstadion

Brussel telt ongeveer 53.000 leerlingen in het Nederlandstalig leerplichtonderwijs: zo'n 14.000 in het kleuteronderwijs, 21.000 in het lager onderwijs en 17.000 in het secundair onderwijs. Zo'n 2,5 procent van de leerlingen volgt het buitengewoon onderwijs. Met 53.000 leerlingen vul je gemakkelijk het Koning Boudewijnstadion op.

Twintig procent van de leerlingen die schoolgaan in Brussel, zit op een Nederlandstalige school. Het Nederlandstalig onderwijs wordt steeds populairder (+13 procent) terwijl het Franstalig onderwijs krimpt (-2 procent).

De leerlingen in Franstalige scholen gingen al een week eerder terug naar school. In 2022 werd de Franstalige schoolplanning hervormd om het zogenoemde "zomerverlies" te verkleinen: hoe langer de zomervakantie, hoe meer leerstof er verloren gaat. Daardoor lopen de schoolvakanties niet meer gelijk. Aangezien er 3.000 gezinnen zijn met kinderen in beide onderwijssystemen, start het schooljaar voor hen twee keer.

83 procent komt uit Brussel

Acht op de tien leerlingen in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel woont zelf in de hoofdstad; de anderen komen voornamelijk uit de Vlaamse Rand.

Op de kaart (slide 4) kun je zien hoeveel leerlingen uit elke gemeente er ingeschreven staan in het Nederlandstalige onderwijs in Brussel. Opvallend: 35 leerlingen wonen officieel in West-Vlaanderen en er komen zelfs drie leerlingen uit de provincie Luxemburg.

Zoals eerder vermeld, gaat een op de vijf leerlingen in Brussel naar het Nederlandstalig onderwijs. In Molenbeek ligt het aandeel nog hoger: hier gaat het om een op de drie leerlingen. In Ukkel volgt slechts een op de tien leerlingen het Nederlandstalig onderwijs. De kaart hieronder toont dat het Nederlandstalig onderwijs vooral populair is in het Westen van Brussel.

In totaal zijn er in Brussel 151 basisscholen en 60 secundaire scholen (inclusief buitengewoon onderwijs). In 2015-2016 waren dat nog 142 basisscholen en 40 secundaire scholen.

De meeste van die scholen bevinden zich ook in het Westen. In vijf gemeenten zijn er geen Nederlandstalige secundaire scholen.

60 procent spreekt thuis geen Nederlands

Het aantal leerlingen dat thuis uitsluitend Nederlands spreekt, is 32 procent gedaald. In 2014-2015 sprak bijna 8 procent van de leerlingen thuis alleen Nederlands. Nu is dat 5 procent.

60 procent van de leerlingen in het Nederlandstalig onderwijs spreekt thuis helemaal geen Nederlands. De overige 35 procent combineert het Nederlands thuis met een of meerdere talen.

Hoe wordt de thuistaal bepaald?

In het Vlaams onderwijs is de taal die een leerling in het gezin spreekt niet-Nederlands als de leerling in het gezin met niemand of in een gezin met drie gezinsleden (de leerling niet meegerekend) met maximum één gezinslid Nederlands spreekt. Broers en zussen worden daarbij als één gezinslid beschouwd. Bron: Statistiek Vlaanderen.

Het Nederlandstalig onderwijs wordt steeds populairder bij leerlingen waar thuis geen Nederlands wordt gesproken. In 2014-2015 sprak 54 procent van de leerlingen thuis geen Nederlands, tegenover 61 procent in 2023-2024.

In bijna alle gemeenten steeg het aandeel anderstaligen op de basisscholen: de grootste stijgingen (34 procent) vonden plaats in Elsene en Sint-Pieters-Woluwe. De enige gemeenten waar het aandeel anderstaligen daalde waren Koekelberg en Sint-Joost-ten-Node.

Koekelberg is overigens de enige gemeente van Brussel waar meer dan de helft van de leerlingen die er schoolgaan thuis (deels) Nederlands spreekt.

3x meer risico op onderwijskansarmoede in Molenbeek

Onderwijskansarmoede wordt bepaald op basis van vier kenmerken die de ontwikkelingskansen van een kind negatief kunnen beïnvloeden. Die kenmerken zijn: een niet-Nederlandse thuistaal, een laag opleidingsniveau van de moeder, wonen in een buurt met veel schoolse vertraging en/of het ontvangen van een schooltoeslag. De Vlaamse overheid houdt die indicatoren bij om scholen gepaste omkadering en werkingsmiddelen te kunnen bieden.

In Molenbeek vertonen leerlingen de meeste kenmerken van risico op onderwijskansarmoede. Sterker nog: alle leerlingen hebben minstens een van de vier kenmerken. Leerlingen in Sint-Pieters-Woluwe hebben de minste kenmerken, alhoewel het risico alsnog hoger ligt dan in Vlaanderen. Dat komt doordat Nederlands vaak niet de thuistaal is.

Als je het aantal kenmerken waar de leerling aan voldoet bij elkaar optelt, krijg je de Onderwijskansarmoede-Indicator (de OKI-score). Deze score ligt dus altijd tussen de nul en de vier. In 2014-2015 tikten de Brusselse leerlingen gemiddeld 2,34 van de kenmerken aan. Momenteel is dat 2,53. Het risico op onderwijskansarmoede is dus met 8 procent gestegen.

Grote verschillen tussen scholen

Het profiel van de leerlingen (en dus de OKI-score) verschilt meer tussen de scholen dan tussen de gemeenten.

De onderlinge verschillen tussen de scholen zijn groter bij het secundair onderwijs dan bij het basisonderwijs. De spreiding (het verschil tussen de hoogste en de laagste score) is de afgelopen tien jaar wel gedaald. Bij het basisonderwijs is het verschil tussen de hoogste en de laagste score juist toegenomen.

Basis

De leerlingen op de Mariaschool in Schaarbeek hebben drie keer zoveel kenmerken van onderwijskansarmoede als de leerlingen op Mater Dei in Sint-Pieters-Woluwe.

Secundair

Bij secundaire scholen is het risico het grootst bij leerlingen op GO!4cITy (nu GO! Atheneum Caroline Pauwels) en het laagst bij leerlingen van het GO! Kunsthumaniora Brussel. De scholen liggen op twee kilometer afstand van elkaar.

Terug naar school

Op 1 september gaat een nieuw schooljaar van start. Hoe staat het ervoor met het onderwijs in Brussel? Je leest het bij BRUZZ.