Menu

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni
BRZ 20250924 1949 BOTANISCH BRUSSEL Boshyacinth

Shutterstock

| Boshyacinth

Botanisch Brussel

Archeologische sporen: hoe mens en dier samenleefden in het Zoniënwoud

Andy Furniere
© BRUZZ
26/09/2025

Het Zoniënwoud is een levend archief van eeuwenoude interacties tussen mens en natuur. Tijdens de Dag van het Zoniënwoud ontdek je hoe middeleeuwse overblijfselen vandaag nog hun sporen nalaten.

'Pootafdrukken uit het verleden in het Zoniënwoud,' zo heet de begeleide wandeling die zaterdag plaatsvindt tijdens de Dag van het Zoniënwoud aan het Rood Klooster. De titel kan wat misleidend klinken, geeft ook onderzoeker Pieter Rodts toe. “We gaan niet op zoek naar archeologische sporen van dieren, wel naar materiële overblijfselen vanaf de middeleeuwen die het samenleven van dier en mens in het bos illustreren.” Rodts, die aan een doctoraat over dit onderwerp werkt aan de VUB, leidt zelf de wandeling.

Deelnemers zullen onder meer restanten van oude wallen en grachten kunnen spotten. Die dienden eeuwen geleden om het wild – zoals everzwijnen en wolven – binnen het bos te houden, weg van de gronden van omwonenden. “Al werden er ook gelijkaardige structuren aangelegd om koeien, schapen en geiten uit het woud te houden,” legt Rodts uit.

Tijdens de wandeling zal ook te zien zijn hoe relicten uit het verleden verwilderd raken en zo verrassende transformaties ondergaan. Een mooi voorbeeld is een veld aan de priorij van het Rood Klooster, waar monniken in de zestiende en zeventiende eeuw minstens honderd jaar lang hun vee lieten grazen. “De bemesting van de dieren maakte de grond vruchtbaarder, een ideale voedingsbodem voor boshyacinten en -anemonen later – daardoor kleurt het er nu paars in het voorjaar. Dat is althans de hypothese.”

Die hypothese willen wetenschappers volgend voorjaar toetsen aan de hand van een burgerwetenschapsproject. Bezoekers aan het Zoniënwoud kunnen foto's van bloeiende boshyacinten en -anemonen in het bos registreren op een platform. De locatiegegevens zullen vergeleken worden met oude kaarten, om de mogelijke link tussen de planten en voormalige graaszones te controleren. “Bosvegetatie kan zo gebruikt worden als archeologische bron.”

Het onderzoek maakt deel uit van het bredere doctoraatsproject Beastly Traces and Shared Spaces, dat loopt tot 2028 en gesubsidieerd wordt door het Gewest en Innoviris. Het project onderzoekt niet alleen historische sporen, maar wil ook adviezen ontwikkelen voor beter bosbeheer.

Dat is geen overbodige luxe, want het bos staat onder druk. “De dreven en paden die we vandaag gebruiken, zijn eigenlijk 18e-eeuwse jachtwegen,” zegt Rodts. “Ze dienden om jagers toegang te geven tot elke uithoek van het bos.” Die jacht vond op regelmatige tijdstippen plaats, daarna werd het bos weer grotendeels afgesloten. Nu het bos permanent toegankelijk is, zijn er nog maar weinig plekken waar dieren zich echt ongestoord kunnen terugtrekken. “Dat kan bijvoorbeeld de gezondheid van reeën aantasten.”

Een betere bewustmaking kan helpen om de druk op het bos te verlichten, zegt Rodts. “Door de archeologische sporen aan de toegangspoorten van het bos te gebruiken als plekken om het verhaal van het woud te vertellen. Het hart van het bos kunnen we beschermen door de recreatiedruk meer te concentreren aan die toegangspoorten.”

Vandaag vinden al acties plaats om de natuur te helpen. “Zo zijn onlangs paden afgesloten die mountainbikers zelf hadden aangelegd om door te steken. Dat was niet alleen slecht voor de natuur, ook voor archeologen, want zo vernietigen die sporters ook de oude sporen.”

Botanisch Brussel