Menu

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni

Shutterstock

Beestig Brussel

Vliegend hert: Indrukwekkende kevers roeren zich in Watermaal-Bosvoorde

Andy Furniere
© BRUZZ
13/06/2025

De ideale periode om vliegende herten te spotten, die grote kevers met kaken die op een gewei lijken, is aangebroken. Hun Brusselse hotspot sinds jaar en dag is Watermaal-Bosvoorde, maar onlangs doken ze op aan station Boondaal.

Het vliegend hert is de kolos onder de kevers. De mannetjes kunnen meer dan 9 cm lang worden en hebben impressionante kaken waarmee ze tijdens de voortplantingsperiode rivalen imponeren en bekampen. Die paartijd is nu aangebroken en duurt maar enkele weken, tot begin juli. Wie de opmerkelijke insecten in actie wil zien, gaat best nu op zoek, idealiter tijdens de schemering op warme avonden.

Een voordeel voor liefhebbers is dat de beestjes stuntelige vliegers zijn en niet ver of hoog raken. Wie weet waar te kijken, kan ze behoorlijk eenvoudig opmerken: in Brussel in Watermaal-Bosvoorde, of in lanen met oude en afgestorven Japanse kerselaars in de Drie Lindenwijk, zoals de Georges Benoidtlaan. In die wijk zitten duizenden exemplaren.

“Vliegende herten spenderen het grootste deel van hun leven als larve ondergronds, waar ze zich voeden met dood hout zoals dat van die kerselaars,” zegt expert Arno Thomaes van het Vlaamse Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO), die voor Brussel samenwerkt met Leefmilieu Brussel en de VUB. “Ze hebben daar wel warmte van de zon nodig en houden daarom niet van dichte bossen, eerder van woonwijken en parken.”

In het verleden vlogen de kevers zeker ook rond in Ukkel. In ieder geval tot 1960, zo tonen historische verslagen. “Er zijn nog altijd waarnemingen daar, maar er is geen sluitend bewijs dat ze er nu voorkomen,” zegt Thomaes. “Veel mensen verwarren ze met andere soorten zoals het klein vliegend hert en de neushoornkever.”

“Wat goed is voor vliegende herten, helpt ook veel andere soorten.”

Arno Thomaes

Expert van het Vlaamse Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO)

De onderzoeker vermoedt wel dat ze zich verspreiden in Watermaal-Bosvoorde. “We zien de laatste jaren meer waarnemingen. Mogelijk is er een groei die gelinkt is aan het toenemend aantal kerselaars die sterven in de Drie Lindenwijk. Ook hier is de een zijn dood de ander zijn brood.”

Ook buiten dat gebied komen ze echter voor, zo bleek onlangs uit een verrassende ontdekking. “Aan station Boondaal in Elsene ontdekten we onlangs een geïsoleerde populatie.”

Als de Brusselse beestjes aan het uitzwermen zijn, is dat uitstekend nieuws. De dieren hebben het immers moeilijk in heel Europa en hebben de status van zeldzame en bedreigde soort. Om ze een handje te helpen, werd er jaren geleden een plan ‘Vliegend Hert’ opgesteld, om bestaande stukken groen rond het Zoniënwoud met elkaar te verbinden. Dat plan moet de verspreiding van de insecten bevorderen, die zich ook in het nabije Overijse, Sint-Genesius-Rode en Beersel ophouden. Het moet ook de algemene biodiversiteit meer kansen bieden.

“Wat goed is voor vliegende herten, helpt ook veel andere soorten,” zegt Thomaes. Denk maar aan schimmels, ongewervelde dieren en hun roofdieren bijvoorbeeld. Het zijn nuttige opruimers, die voedingsstoffen uit vermolmd hout halen en zo de bodem verrijken, tot vreugde van planten. “Bovendien maken hun grote larven gangen in het hout waardoor kleinere soorten kunnen volgen. Ze functioneren als weg­bereiders.”

Thomaes juicht toe dat er in Watermaal-­Bosvoorde zieke en dode bomen in het straatbeeld worden behouden en hoopt dat dat tot voorbeeld strekt. “Ook als burger kan je je steentje bijdragen door dood hout in je tuin te laten liggen en bij het afzagen van bomen het ondergrondse deel te behouden, zeker op plekken waar de zon aan kan.”

Beestig Brussel

Elke week schrijft BRUZZ over een dier in de stad. Wat typeert het en waarom laat het nu van zich horen.