Molenbeek grijpt net naast de kans om zichzelf Culturele Hoofdstad van Europa te noemen in 2030, maar kreeg lof voor de culturele en sociale dynamiek. Waarom gaat de titel naar Leuven en waarin schoot de Brusselse kandidatuur tekort? BRUZZ sprak met jurylid Annick Schramme, hoogleraar in Antwerpen.
©
UAntwerpen
| Annick Schramme is jurylid voor de Culturele Hoofdstad 2030.
Jurylid over keuze: 'Bij Leuven voel je een veel sterker vertrouwen van de burgemeester'
Annick Schramme
- Hoogleraar Cultuurmanagement aan de Universiteit Antwerpen
- Afgevaardigde van de Vlaamse overheid in de jury voor de Culturele Hoofdstad 2030
Na de laatste presentaties en juryverdedigingen lag het lot van de drie kandidaat-hoofdsteden in handen van een twaalfkoppige jury. De internationale verzameling van cultuurprofessionals en -experten klopten woensdag af op Leuven als titelhouder, maar benadrukt de hoge professionaliteit van de drie dossiers.
“Deze kandidaturen hebben de lat zeer hoog gelegd voor de toekomstige Culturele Hoofdstad-wedstrijden,” klinkt het. Het gedetailleerd rapport met jury-motivatie voor de keuze volgt in oktober.
Molenbeek had ook sterke papieren met een motto dat goed binnen de Europese dimensie past.
Annick Schramme: Dat klopt en we voelden ook dat de Molenbeekse kandidatuur al veel in gang heeft gezet in de gemeente. Ze hebben ook de feedback van de vorige ronde goed toegepast. Molenbeek scoorde bijvoorbeeld erg goed op outreach (samenwerking met inwoners, partners, vrijwilligers, nvdr) en ook de artistieke programmatie was overtuigend. Groot of klein, vanuit de sector was er veel engagement.
Ik ben tijdens het jurybezoek op de locaties in Molenbeek geweest en heb de bom aan energie en motivatie gevoeld. Maar de context van waaruit de kandidaturen vertrekken valt niet te vergelijken.
Speelt de politieke context van Molenbeek en het Brussels Gewest een rol in de beoordeling?
Schramme: De situatie in Brussel is complex, zowel op de bestuursniveaus als gemeentelijke grenzen. De ploeg van Molenbeek 2030 heeft nochtans veel gedaan om de politiek achter zich te scharen en zijn daar ook in geslaagd. Zowel de (waarnemend, nvdr) burgemeester als de minister-president (in lopende zaken, nvdr) waren op de afspraak.
Maar in Leuven voel je een veel sterker vertrouwen van de burgemeester en een heel brede steun vanuit de sector.
Waarom trok Leuven aan het langste eind?
Schramme: We moeten alle kandidaturen aftoetsen aan zes strak afgelijnde criteria. Molenbeek maakte een zeer goed beurt, maar moest concurreren met Leuven dat een modelapplicatie indiende. In de Leuvense kandidatuur paste alles zo goed in elkaar, alles klopte. Het was een ijzersterke concurrent om het tegen op te nemen.
De keuze voor Leuven past in die zin in lijn met de eerdere Culturele Hoofdsteden?
Schramme: Ik zou niet zeggen dat Leuven een klassieke keuze is. In de beginjaren van de wedstrijd draaide het vooral om culturele infrastructuur, vandaag is het veel meer dan dat: het gaat om de mensen, het proces én het programma.
Leuven mag de titel dragen omdat het niet enkel een sterke voorbereiding heeft naar 2030 toe, ook het programma voor 2030 is verfrissend. Het zet ook heel erg in op samenwerkingen, regionaal (het werkt samen met 31 gemeentes in Oost-Brabant, nvdr) maar zelfs op het stafniveau in de stad, bijvoorbeeld met de groendienst.
Wat brengt de toekomst voor Molenbeek?
Schramme: Ik hoop dat de energie die we in Molenbeek gezien hebben niet verloren gaat. Er zijn heel mooie dingen gerealiseerd, zoals Molenfest. De gemeente verdient het om die weg verder te zetten.
Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek , Cultuurnieuws , Molenbeek 2030 , Molenbeek for Brussels 2030 , Culturele Hoofdstad van Europa