Op 1 juli wordt Peter de Caluwe als intendant van De Munt opgevolgd door de Duitse Christina Scheppelmann. Na achttien jaar aan het roer laat hij het Brusselse operahuis in blakende gezondheid achter, ondanks budgetreducties, toenemend rendementsdenken en een groeiende overheidscontrole. “Politieke benoemingen leiden tot compromissen, omdat iedereen bediend moet worden.”
Na achttien jaar aan het roer verlaat Peter De Caluwe het Brusselse operahuis.
Peter De Caluwe zwaait af bij De Munt: 'Politieke benoemingen leiden tot compromissen'
Het doet hem wel wat, dat afscheid, is Peter de Caluwe eerlijk, zeker nu hij zijn bureau op de vijfde verdieping van De Munt aan het opruimen is. “Maar verandering is goed voor iedereen, ook voor dit huis. Ik ben een van de laatste Mohikanen, op enkele techniekers na ben ik de enige overblijver van de Mortier-school.” Echt voorbereid op een vaarwel aan wat jarenlang je tweede thuis was, ben je natuurlijk nooit, vertelt hij, “maar je zal mij hier begin juli niet zien rondhangen. Dat zou ik niet kunnen.” Na zijn laatste werkdag gaat het naar de Bourgogne met vrienden, en daarna – een jaarlijkse gewoonte – naar Aix en Avignon.
Nog twee weken bezet De Caluwe zijn kantoor. Nieuwe mensen betekenen nieuwe gewoontes waaraan het ook in huis wennen is. Opvolgster Christina Scheppelmann is bankier van opleiding en hanteert na passages bij de opera’s van Washington DC en Seattle een wat Amerikaansere stijl én een digitale agenda, zoals dat in het bedrijfsleven standaard is. “Ik noteerde al mijn afspraken nog handmatig,” zegt De Caluwe droog. “Ik heb nooit van mijn secretariaat verwacht dat ze me belden om te zeggen wanneer ik waar moest zijn. Dat zal nu misschien veranderen. Ik hoop één ding. De Munt is altijd een Europees project geweest, en dat moeten we zo proberen te houden. Invloeden zijn natuurlijk welkom, maar we mogen ons kritisch opstellen tegenover wat er uit Amerika komt aanwaaien.”
Na achttien jaar bent u de langst zittende naoorlogse intendant van De Munt. Hoe hebt u het zo lang kunnen volhouden?
Peter de Caluwe: Ik ben benoemd op 5 juni 2005 en ben meteen beginnen te werken, maak er dus maar twintig jaar van. Maar de tijd is voorbijgevlogen, terwijl er toch enorm veel gebeurd is. Je kan mij, De Munt, het Brussel en de wereld van toen niet vergelijken met wie of wat we vandaag zijn. Tijdens het opruimen stootte ik op een van mijn eerste dossiers: de institutionele discussie of we wel federaal moesten blijven of naar de gemeenschappen zouden gaan. Daarna volgden de financiële crisis, de verbouwingswerken, de coronacrisis … Maar ondanks budgetreducties laat ik het huis zowel artistiek als financieel in blakende gezondheid achter. Daar ben ik trots op, net als op het feit dat we van een verticale structuur met duidelijke hiërarchie zijn geëvolueerd naar een horizontale met veel ruimte voor overleg. Misschien hielp het dat ik iemand ben die nooit in problemen denkt, maar in oplossingen, en dus weinig muren ziet. Op mijn 42e was ik klaar voor de uitdaging. Ik kende het huis, het publiek, het land en de stad, al blijft Brussel moeilijk te grijpen. Ik ben hier niet geboren, maar heb hier mijn vrienden en mijn actieve leven. Toch heb ik De Munt niet willen zien als de opera van Brussel, maar als de opera van de Europese hoofdstad. Dat verandert het perspectief. Met die Europese kunstvorm wilde ik iets vertellen over de wereld van vandaag.
'Om de zes maanden moet De Munt bergbeklimmers inhuren om te beletten dat loszittende stenen op de hoofden van voorbijgangers vallen'
Intendant De Munt
U was kandidaat voor een vierde mandaat, maar hebt het niet gehaald. Dat uw opvolgster tot uw generatie behoort, stelde u teleur. Wat wenst u haar toe?
De Caluwe: Ik was ontgoocheld, omdat er zo een generatiekloof ontstaat. Was er echt niemand van 50? We gaan onze intendanten toch niet almaar ouder laten worden, zoals Amerikaanse presidenten? Ik had graag iemand willen opleiden die voortbouwt op het werk van mijn voorgangers Maurice Béjart, Maurice Huisman, Gerard Mortier en Bernard Foccroulle. Anderzijds ben ik zelf op zoek naar een job en hoop ik dat mijn generatie niet afgeschreven is. Ik wens Christina toe dat ze investeert in het DNA van het huis. Je moet De Munt in haar jus laten. Je moet begrijpen wat er soms fout loopt en wat hier inherent is en je dus niet moet proberen te veranderen, omdat het mooi is, of iets Brussels of rebels heeft. Die kantjes mag je er niet afvijlen, want dan worden we zoals alle anderen. Respecteer je de aard van het beestje, dan zal je er meer liefde van terugkrijgen.
Nieuwe generaties stellen andere eisen. Abigail Abraham, die meezong in The time of our singing van Kris Defoort, zei over blinde vlekken: tof dat er nu ook zwarte mensen op het podium staan, maar die diversiteit zet zich niet overal in huis door.
De Caluwe: Ik vind het fantastisch dat de jonge generatie zegt wat we niet goed doen. Er werken hier 38 nationaliteiten, maar qua kleur zijn we inderdaad nog te Europees. Toch zie ik een evolutie. Ik voer dezelfde discussie met gekleurde vrienden die zich niet voldoende gerepresenteerd voelen. Ik vraag hen dan om hun vrienden mee te brengen, want onze deur staat open. In Europa lopen we achter inzake intimacy coordination en DEI (Diversity, Equity, and Inclusion, red.). Al proberen ook wij nu bij elke productie vooraf in te schatten wat de struikelblokken van het libretto kunnen zijn. Ziet een jonge generatie misschien problemen die de oudere niet opmerkt? Zo hopen we een nog opener huis te worden. We zouden tegen al die community’s kunnen zeggen: het ligt niet aan ons, maar aan jullie. Maar zo raken we er niet. Door stijlen en disciplines te mixen, klassiekers uit hun kostuumverhaal te trekken en eigentijdse thema’s aan te snijden, waren we er al in geslaagd ons publiek te verjongen, weg van de bourgeois die kickt op traditie. De laatste jaren van mijn mandaat heb ik meer ingezet op thema’s die andere community’s aanbelangen. Al had ik alles graag nog wat meer naar beneden opengegooid.
Waarom noemt u zichzelf een van de laatste Mohikanen?
De Caluwe: Het intendantschap dat ik altijd verdedigd heb, dat van de leidinggevende impresario die met de beschikbare middelen de juiste artiesten bij elkaar brengt, loopt op zijn laatste benen. Door de vele subsidiekortingen zie je overal managers opduiken die moeten managen wat er overblijft, maar het grotere plaatje missen.
Recent onderzoek, dat dertig Europese opera- en theaterintendanten bevroeg, bevestigt de budgettaire en maatschappelijke verschuivingen. Ze gaan ten koste van artistieke creativiteit en een meer holistische, offensieve beweging, waarbij je mensen probeert te empoweren door educatie, cultuur en welzijn. Mijn vrees is dat er niet alleen meer middelen naar defensie zullen gaan, maar ook naar defensief denken. Het besef dat we beter investeren in diplomatie, geschiedenis-
lessen en wederzijds begrip kalft zienderogen af.
Uw voorganger Bernard Foccroulle waarschuwde al voor de druk van de commercie. Zelf ziet u de politisering met lede ogen aan. Druppelt het rendementsdenken ook hier binnen via de raad van bestuur?
De Caluwe: Subjectief zeg ik meteen ‘ja’, objectief niet. Men probeert niets op te dringen. N-VA zit niet aan boord om de federale structuur weg te halen. Er is respect voor de kwaliteit die we brengen, maar ik ben er wel van overtuigd dat de politiek veel meer controle wil, en dat is niet gezond. Het is aan het shiften, maar gelukkig nog niet zoals in Amerika, waar donoren artistieke inspraak krijgen. Dat Trump het Kennedy Center in Washington DC overneemt, gaat om macht en controle. Ik wil geen namen noemen van collega-instellingen, maar met de vervanging van een aantal bestuurders is de macht van dat bestuur ook in België toegenomen. Politieke benoemingen leiden sowieso tot compromissen, omdat iedereen bediend moet worden. Een vernieuwer als Mortier zou nu niet meer benoemd raken, omdat hij veel te radicaal was.

©
Emiel Viellefont
| Peter De Caluwe (De Munt): 'Er is respect voor de kwaliteit die we brengen, maar ik ben er wel van overtuigd dat de politiek veel meer controle wil, en dat is niet gezond'
Was De Caluwe een compromisfiguur?
De Caluwe: Misschien, maar dan in de zin van onze Belgische compromiscultuur die steeds oplossingen vindt. Buitenlandse ambassadeurs vragen je altijd eerst hoe we dat hier klaarspelen met die twee gemeenschappen zonder op de vuist te gaan. Vervolgens zijn ze benieuwd of er een Belgische cultuur bestaat. Maar die herkennen zij vaak sneller dan wij, want wij denken vanuit onze gemeenschap. De Vlaamse kijk op Brussel is niet fraai. Dat is ook geografisch bepaald. Als ik vanuit Vlaanderen naar Brussel kwam, dan moest ik via het viaduct van Vilvoorde door al die lelijke industrie. Vanuit Wallonië rijd je de stad in via het Zoniënwoud. Vlaamse pendelaars nemen die blik mee naar huis. Daar komen nog de slechte organisatie en de huidige politieke impasse bij, terwijl de stad sowieso vol uitdagingen zit.
Heeft de Brusselse impasse een nefaste invloed op het operahuis?
De Caluwe: Niet echt: De Munt is een federale instelling. Qua toegankelijkheid, bereikbaarheid en aantrekkelijkheid zijn er wel problemen. Na covid is het voor veel horeca niet goed gekomen, een drama waarover in Brussel amper wordt nagedacht. Het gevolg is dat we onze bezoekers niet feestelijk genoeg meer kunnen ontvangen, ook door parkeer- en vervoersstress. Soms komen ze hier aan als opgefokte renpaarden. Niet leuk, maar Brussel doet er niets aan. Waar blijven de beloofde laatavondtreinen? In mijn nieuwe project, dat amateurkunsten en community’s aan de artistieke elite wil koppelen, speelt de trein een belangrijke rol. Mensen moeten opnieuw even ontspannen voor ze de opera binnenstappen. Waarom zou dat niet kunnen bij aankomst in het station, met een glas gesponsord door een lokale bierleverancier?
Het sleept ook allemaal zo lang aan. Een van de eerste vergaderingen na mijn benoeming ging over de renovatie van de façades. De werken zijn intussen verschoven naar 2028 – 23 jaar na die vergadering! Kijk. (Haalt nog een dossier uit het archief) Het was de bedoeling om dit masterplan in 2011 te realiseren. Er was geld van de Europese investeringsbank, maar de regering viel en we hebben moeten saucissoneren op zijn Brussels. Eerst een beetje dit, dan een beetje dat, en nu moeten we om de zes maanden bergbeklimmers inhuren om ervoor te zorgen dat de loszittende stenen niet op de hoofden van voorbijgangers vallen. Eigenlijk zou er een perimeter moeten komen.
Minister van Cultuur, zou dat iets voor u zijn?
De Caluwe: In België is er geen minister van Cultuur, en in Vlaanderen zou ik het niet willen zijn. Doe dan maar het Europese niveau. Of wacht, was de Eurocommissaris voor Cultuur en Onderwijs geen Hongaar die geschiedenisboeken herschreef? Ik herinner me hoe men, ook in de Belgische pers, neerkeek op die post toen Didier Reynders in de running was, terwijl cultuur het cement is dat Europa bindt. Het punt is natuurlijk dat er niet zoveel geld te verdelen valt. Cultuursubsidies zijn peanuts in vergelijking met de rest, terwijl de sector een bewezen multipliereffect heeft. Alleen gaat de return niet naar een bedrijf of persoon, maar naar de maatschappij. Maar mag je vandaag de term ‘solidariteit’ nog uitspreken, of mogen we alleen solidair zijn met investeringen in defensie?
Hoe hebben uw jaren bij De Munt u ten slotte persoonlijk gevormd?
De Caluwe: Door het verantwoordelijkheidsgevoel ben ik een betere mens geworden. Twintig jaar geleden had ik niet eens een definitie van ‘empathie’ kunnen geven. Nu besef ik dat leiderschap erom draait. Soms vond men mij zelfs te empathisch, want ik moest ook pijnlijke beslissingen nemen. Bij het opruimen vond ik teksten waarin ik werknemers uitleg waarom ik hen moest laten gaan in tijden van subsidiekortingen. Ik deed dat altijd in hun woorden. Op beleidsniveau moet ik vaak spreken als een politicus. Hier zou men zich dan afvragen: ‘Is dat onze baas?’ Bij De Munt leerde ik echt connecteren. Je ziet: ik ben een softie. Men wees me er soms op dat ik veel macht heb. Maar ik denk niet dat ik ze ooit misbruikt heb. Ik ben er nooit opgewonden van geraakt en heb altijd proberen te handelen for the good of most people.
Lees meer over: Muziek , Cultuurnieuws , Opera De Munt , Peter De Caluwe
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.