In heel Brussel staat een dertigtal vacatures open bij notariaten. Jonge notarissen botsen op drievoudige wetgeving, meertaligheid en lastig woon-werkverkeer, klinkt het bij de notarisfederatie. “Wie kan kiezen om niet elke dag stil te staan in de Brusselse tunnels, zoekt het vaak dichter bij huis.”
©
Shutterstock
Een expat die een woning wil kopen in Brussel, daarvoor vastgoed in Wallonië of Vlaanderen van de hand wil doen en ook nog eens een buitenlands huwelijkscontract heeft: het zou een dossier kunnen zijn op het bord van een doorsneenotaris in de hoofdstad. In Brussel zit je dan ook niet met één wetgevend systeem rond vastgoed of successierechten, maar zeker drie: de Vlaamse en de Waalse regelgeving tellen voor dossiers over de gewestgrenzen ook mee. “En die moet elke notaris dus even goed kennen”, zegt CEO Jan Sap van de Federatie van het Notariaat (Fednot).
Dat is in de Vlaamse Rand, de kustgemeenten en veel Belgische centrumsteden niet anders, benadrukt Sap. Wel begint het personeelstekort in Brussel stilaan op het bekende patroon van leerkrachten of zorgkundigen te lijken: wanneer de werknemers grote keuzevrijheid hebben op de markt, hebben hun werkgevers dat des te minder.
“De twee laatste medewerkers die bij mij vertrokken zijn, hebben dat gedaan om dichter bij huis te werken”, zegt notaris Magali Grietens uit Jette. Een Nederlandstalige juriste trok na acht jaar in Brussel opnieuw naar Limburg. Een andere medewerker verruilde het kantoor in Jette voor een grotere speler in het stadscentrum, makkelijker bereikbaar met het openbaar vervoer. Grietens zoekt nu al sinds februari naar een nieuw, specifiek Nederlandstalig profiel, voorlopig zonder succes.
“Ik heb die vacature zoals gewoonlijk via de Federatie van het Notariaat verspreid en via LinkedIn, maar had pas de voorbije weken enkele veelbelovende gesprekken”, zegt ze. De beroepsdeontologie laat een notaris niet toe om te zichtbare reclame te maken via andere sociale media, bijvoorbeeld. “Ik denk dat bijna elk kantoor wel iemand zoekt. Niet alleen omdat ons werk complexer is geworden, wel omdat het sneller moet gaan”, zegt Grietens. “Wie wacht nu nog drie dagen op een brief? We leven in een WhatsApp-maatschappij. Cliënten verwachten sneller dan vroeger antwoorden.”
Grotere kantoren
De groei van notariskantoren lijkt die trend te bevestigen. Brussel telt vandaag 99 notariaten, een klein tiende van het aanbod in ons land. Het gaat dan om klassieke kantoren met één notaris aan het hoofd, zoals dat van Grietens, maar steeds vaker om grote kantoren van geassocieerden.
Dat is vijfentwintig jaar geleden mogelijk gemaakt door de wetgeving: waar in 2001 elk notariaat in ons land maar één notaris telde, zijn dat er nu al gemiddeld 1,64. “Zulke kantoren van geassocieerde notarissen kunnen samen meer medewerkers aanwerven”, zegt Jan Sap. Er is ruimte voor specialisaties, zoals successieplanning of vennootschappen, en tegelijk meer omkadering. Van het dertigtal openstaande vacatures in Brussel is nu al een vijfde gericht op administratie, van onthaal tot boekhouding. De overige jobs zijn bedoeld voor juristen, maar gaan van dossierbeheer tot experten.
“Wij investeren in digitalisering, maar dat lukt niet voor alle taken”, zo verklaart Sap de groeiende randprofielen. “Een notaris ontvangt cliënten op sleutelmomenten in hun leven. Dat gebeurt in tegenstelling tot andere sectoren, zoals banken, nog vaak persoonlijk.”
“In onze WhatsApp-maatschappij verwachten cliënten sneller dan vroeger antwoorden”
Notaris in Jette
“Er is werk genoeg in het notariaat, en ook interesse in de opleiding. Wij ontvangen elk jaar meer en meer studenten in onze master”, zegt opleidingshoofd en professor Elisabeth Alofs van de master-na-master in het notariaat aan de VUB. Momenteel zitten daar ongeveer 150 studenten. In 2010 waren dat er nog maar dertig. Gelijktijdig groeide trouwens het aantal vrouwen in de sector fors, weet Fednot, en kwamen er in absolute cijfers dus méér notarissen bij. “Wij doceren als Brusselse universiteit de drie gewestelijke wetgevingen. Dat trekt studenten uit heel Vlaanderen aan”, zegt Alofs over haar VUB-master. “Alleen is een minderheid van hen echt Brussel-based. En je moet een kat een kat noemen: wie niet afkomstig is uit Brussel en daar niet per se moet zijn, gaat vaak liever dichter bij huis werken.”
Momenteel is van het 330-tal vacatures bij de Fednot ongeveer tien procent in Brussel te vinden. Driekwart van de vacatures komt daarentegen uit Vlaanderen. Dat leidt tot concurrentie, maar die vind je volgens notaris Magali Grietens ook aan Franstalige kant. “Wie kan kiezen om geen drie kwartier in de Brusselse tunnels te staan, zoekt het vaak dichter bij huis”, zegt zij.
©
Shutterstock
In Brussel is er met grote consultancy- of advocatenkantoren en zelfs banken bovendien extra concurrentie. “Tijdens jobdagen en beurzen zien wij nu al dat veel meer bedrijven met studenten in contact willen treden. Dat verhoogt hun verwachtingen: zij kiezen zelf waar ze willen werken”, zegt Jan Sap van Fednot.
“Studenten met een master in het notariaat kunnen vaak voor een hoger loon of meer extralegale voordelen aan de slag als vermogensplanner of advocaat, zeker als we kijken naar de grote Brusselse kantoren”, weet Elisabeth Alofs van de VUB. “In notariskantoren heb je daarentegen een redelijk vlakke loopbaan, zeker als je zelf geen notaris wil worden. Ik ben het er absoluut niet mee eens, maar het imago is soms wat ouderwets. Ik heb wel de indruk dat de work-lifebalance voor notariële medewerkers beter zit”, voegt ze eraan toe. “In een notariaat kan je als medewerker nog nine-to-five werken.”
Telewerk
Veel hangt dus af van de organisatie van zo'n kantoor. “Sta je open voor telewerk of niet, of hoe verzorg je de werksfeer? Daar kijken jonge mensen zeker naar tijdens een gesprek”, merkt Magali Grietens. “Wij richten de laatste jaren meer gespecialiseerde functies in, zodat ook gewone juristen langer aan boord kunnen blijven”, zegt notaris Stijn Joye dan weer. Dat geeft meteen meer doorgroeikansen aan wie niet slaagt voor het vergelijkend examen tot notaris. Dat examen kan iemand pas afleggen na drie jaar stage in een notariaat. Dat wil zeggen: negen jaar na zijn eerste stap aan de rechtenuniversiteit. “En je moet niet alleen slagen, maar ook tot de beste kandidaten behoren van dat jaar”, zegt Elisabeth Alofs. “Ik ken goede oud-studenten die er na meerdere keren nog niet door waren.” Na een tijd kiest zo'n profiel dan weleens voor iets anders, bij gebrek aan doorgroeikansen.
Volgens Alofs speelt ten slotte de hervorming van notariële erelonen mee, die in 2023 zijn gewijzigd. “In de sector vragen startende juristen zich nu vaker af of de overheid hun beroep in de toekomst wel met rust zal laten. Wie slaagt voor het examen na al die jaren studie en investeert in een eigen of gedeeld notariaat, wil die investering er wel uithalen”, zegt zij.
“Natuurlijk vraagt onze job veel inzet en moet je stressbestendig zijn, maar dat is volgens mij in veel andere jobs ook zo”, besluit Magali Grietens uit Jette, die nog maar vier jaar geleden zo'n eigen kantoor overkocht. “Ik zie nog altijd dat veel starters zelf niet willen specialiseren omdat ze voor hun examen alsnog alle rechtstakken zullen moeten kennen”, merkt zij. “Het personeelstekort fluctueert al tien jaar. Nu duurt het weer wat langer, maar Brussel blijft een bruisende stad voor jonge werknemers. Ik heb er goede hoop op dat ik de komende weken iemand zal vinden.”
Lees meer over: Brussel , Economie , Federatie van het Notariaat , notarissen , Magali Grietens , Elisabeth Alofs
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.