In Nederlandstalige scholen in Brussel zijn veel meer leraren aan de slag zonder het vereiste diploma dan in de rest van Vlaanderen. Dat blijkt uit cijfers van het departement Onderwijs. Hun grote aanwezigheid is een gevolg van maatregelen tegen het prangende lerarentekort, maar kan op termijn de onderwijskwaliteit schaden, zo waarschuwt een directeur van een Brusselse scholengroep.
© Saskia Vanderstichele
In Brussel staat vaker een leraar zonder onderwijsdiploma voor de klas dan in Vlaanderen
Het lerarentekort binnen het Nederlandstalige onderwijs is het nijpendst in Brussel. Dat is al langer bekend, en bleek maandag nog maar eens uit cijfers die Vlaams minister van Onderwijs Zuhal Demir (N-VA) bekendmaakte. Die gegevens dateren van het begin van de zomervakantie. Behalve data over het aantal openstaande vacatures, bevatten die cijfers ook het bewijs dat in Brussel veel meer leerkrachten zonder pedagogisch diploma voor de klas staan dan gemiddeld.
Zo hebben in Brussel slechts twee op de drie vastbenoemde leerkrachten in het gewoon secundair onderwijs het vereiste diploma voor hun vak, in Vlaanderen is dat gemiddeld drie op de vier. In het basisonderwijs ligt dat cijfer een pak hoger, op 87 procent, maar ook daar zit Brussel een stuk onder het Vlaamse gemiddelde van 95 procent.
Vervangers
Zeker bij de niet-benoemde leerkrachten in het gewoon basisonderwijs valt het op dat in Brussel 2,5 keer vaker onderwijzers zonder het juiste diploma voor de klas staan dan in Vlaanderen. Voor leerkrachten die lesgeven als vervanger van een zieke of zwangere collega, is dat in Brussel zelfs 2,8 keer vaker iemand zonder pedagogisch certificaat. Bijna de helft van alle leraren in die situatie in het basisonderwijs is aan de slag zonder onderwijsdiploma.
Het gaat in die laatste twee gevallen om leraren met een ‘ander bekwaamheidsbewijs’. Dat zijn mensen met een diploma, maar zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid. Scholen mogen hen dan enkel aannemen als tijdelijke uitzonderingsmaatregel, al blijkt dat 'tijdelijke' vrij relatief te zijn in Brussel.
Volgens de regels mag je zonder onderwijsdiploma maar twee jaar lesgeven. "Het blijft de bedoeling dat alle leerkrachten op termijn een pedagogisch diploma behalen", zegt Bruno De Lille Battaille, directeur van de scholengroep Sint-Goedele. "Maar ik merk bij ongeveer de helft van de zij-instromers in mijn scholengroep dat ze daar nu niet mee bezig zijn. Het is ook heel pittig om tegelijk les te geven en te studeren. Bovendien gaan we met de huidige situatie (het lerarentekort, red.) niemand onnodig wegsturen."
Zijn collega Kris Bauwens van de scholengoep Sint-Gorik merkt op dat het in het geval van zij-instromers vaak gaat om mensen met een gezin. "Bovendien haken velen snel af, al merk ik dat de zij-instromers zonder diploma die wel blijven, op termijn, soms na enige tijd, wel een onderwijsdiploma halen."
Zij-instromers vormen een belangrijke groep binnen de leraren die aan de slag zijn zonder het juiste diploma. Dat zijn mensen die vanuit een ander beroep de overstap maken naar het onderwijsveld. Eind mei verzamelde de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) cijfers over het aantal zij-instromers in de Brusselse klassen. Daaruit blijkt dat het aantal zij-instromers in de periode tussen 2019 en 2024 met meer dan vijftig procent is toegenomen in Brussel, van 268 naar 419 leerkrachten.
"Ik ben nu erg blij dat er meer zij-instromers zijn. Zonder hen hadden we scholen moeten sluiten. Maar tien jaar geleden hadden we hen nooit zomaar voor de klas gezet"
Directeur scholengroep Sint-Goedele
Succesverhaal
Voor het schooljaar 2023 en 2024 stelde dat rapport dat zo’n 4,4 procent van alle leerlingen in het Vlaamse onderwijs in Brussel naar school gaan, maar dat Brusselse scholen wel 9,7 procent van alle zij-instromers inzetten. Er geven naar verhouding dus veel meer zij-instromers les in Brusselse scholen. Al moet daarbij worden gezegd dat het aantal zij-instromers voor alle Vlaamse scholen samen in die periode nog sterker is toegenomen, met wel 76 procent.
Zij-instromers aantrekken wordt dan ook aangemoedigd als oplossing voor het urgente lerarentekort. Zowel de Vlaamse overheid als de VGC nam daarvoor verschillende maatregelen.
Zo kunnen zij-instromers beperkt anciënniteit uit hun vorige job meenemen, het aantal jaar werd begin dit jaar nog opgetrokken van 10 naar 15 jaar. De vorige minister van Onderwijs, Ben Weyts (N-VA), zette Brusselse zij-instromers letterlijk in de bloemetjes en legde meerdere maatregelen voor om het beroep voor hen aantrekkelijker te maken.
Ook de VGC geeft subsidies aan opleidingstrajecten en infobeurzen voor zij-instromers. Wie tegelijk studeert en aan de slag is als leerkracht krijgt het studiegeld terugbetaald en kan extra opleidingstijd aanvragen. Al die maatregelen hebben de voorbije jaren hun vruchten afgeworpen, want het aantal zij-instromers is zowel in Brussel als in de rest van Vlaanderen sterk gestegen.
Druk op kwaliteit
Maar De Lille Battaille waarschuwt dat de groep van zij-instromers het probleem van het lerarentekort kleiner doet lijken dan het is. "De vacatures die worden ingevuld door de zij-instromers zitten niet in de officiële cijfers over het lerarentekort. Zij vormen voor even een oplossing, maar les krijgen van iemand zonder pedagogisch diploma is verre van ideaal. Dat gaat op termijn druk zetten op je onderwijskwaliteit. We moeten dus blijven zoeken naar oplossingen.”
"Bovendien krijgt iemand die wel over het vereiste diploma beschikt altijd voorrang. Ik ben nu erg blij dat er meer zij-instromers zijn. Zonder hen hadden we scholen moeten sluiten. Maar tien jaar geleden hadden we hen nooit zomaar voor de klas gezet."
Bauwens reageert dan weer dat hij niet verbaasd is over de hoge cijfers in Brussel. "Daarom zetten we hier in op nieuwe initiatieven, zoals het traject dat we samen met de Hogeschool Odisee op poten hebben gezet om hen te begeleiden en zo goed mogelijk voor te bereiden op de job."
Lees meer over: Brussel , Onderwijs , Terug naar school , lerarentekort , Bruno De Lille Battaille , Zuhal Demir , VGC , zij-instromers