Brussels basisonderwijs pleit voor bijkomende maatregelen om lerarentekort weg te werken

Ouders van jonge kinderen kregen donderdag te horen of hun kind volgend schooljaar terechtkan in een Nederlandstalige basisschool van hun voorkeur. Voor 3.119 kinderen was het nieuws positief, maar voor 2.437 anderen viel het antwoord tegen: zij krijgen voorlopig geen plaats toegewezen in één van de scholen die hun ouders hadden opgegeven als voorkeur. Ondertussen pleit het Brussels basisonderwijs voor structurele maatregelen - op korte en middellange termijn - om lerarentekort weg te werken.

In totaal kwamen er voor komend schooljaar 7.774 aanmeldingen binnen, waarvan 5.556 via de gewone aanmeldingsprocedure. De overige 2.218 dossiers werden ingediend voor de voorrangsregel voor broers en zussen.

Het Lokaal Overlegplatform (LOP) Brussel Basisonderwijs is enorm bezorgd over het nijpende lerarentekort. "Meer dan ooit zijn er voldoende en goed opgeleide leerkrachten voor het Nederlandstalig basisonderwijs in Brussel nodig."

Toch is het aantal weigeringen dit jaar lager dan anders. De capaciteitsverhogingen van de afgelopen jaren, in combinatie met een lagere vraag, zorgen ervoor dat het verschil tussen vraag en aanbod kleiner is geworden.

Volgens het LOP is er nog hoop voor ouders die nu geen plaats kregen. Ongeveer 40 procent van de aanmeldingen betreft leerlingen die al in een school zitten maar willen veranderen. "Als die overstappen naar een nieuwe school, komt hun oude plek vrij voor andere kinderen. In de komende maanden kan het aantal leerlingen zonder plaats dus nog dalen", klinkt het.

Knipperlichten blijven

Toch blijven er structurele zorgen. Ondanks het dalend aantal geweigerde leerlingen, ziet het LOP nog verschillende knipperlichten wat betreft de beschikbare capaciteit van plaatsen. Vooral voor de onthaalklas, bedoeld voor instappende kleuters, is er plaatstekort.

Daar krijgt twaalf procent van de kinderen geen plaats in de school van voorkeur. In sommige Brusselse gemeenten ligt dat cijfer nog hoger. Bovendien kunnen 352 kinderen (nog) niet terecht in dezelfde school als hun broer of zus, wat voor heel wat gezinnen extra druk en praktische problemen met zich meebrengt.

Lerarentekort

“Er zijn niet alleen te weinig kandidaten, maar vooral te weinig goed opgeleide kandidaten", klinkt het bij het LOP. “In het kleuteronderwijs beschikt één op de vijf personeelsleden niet over een bekwaamheidsbewijs. In het lager onderwijs gaat het zelfs om twee op de vijf.”

Het LOP benadrukt dat infrastructuur weinig zin heeft als er niemand meer voor de klas kan staan. Zo moeten in basisschool Balder in Sint-Gillis twee klassen van het derde leerjaar vanaf 5 mei de deuren sluiten door een gebrek aan leraren. Daar moeten verschillende ouders nu op zoek naar een nieuwe school voor de resterende twee maanden.

Er zijn al maatregelen genomen tegen het algemene lerarentekort, zoals de lerarenbonus en ondersteuning vanuit de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Toch roept het LOP op tot meer. Zo pleiten ze voor structurele en bijkomende maatregelen op korte en middellange termijn, specifiek afgestemd op de "metropolitaanse Brusselse realiteit".

Denkpistes zijn onder andere studentenjobs in de voor- en naschoolse opvang gekoppeld aan een vrijstelling van inschrijvingsgeld, of een financiële bonus om in een rijke en tegelijk uitdagende context les te geven.