Smartphoneverbod en lerarentekort kleuren start schooljaar Franstalig onderwijs

Zo'n 900.000 Franstalige leerlingen in het lager en secundair onderwijs starten maandag aan hun eerste schooldag. In Vlaanderen staan met de ingang van de nieuwe minimumdoelen ingrijpende veranderingen op de agenda. Het Franstalig onderwijs legt, ondanks dramatische onderwijsresultaten, andere accenten.

Voor het vierde jaar op rij begint het Franstalig onderwijs een week vroeger dan het Nederlandstalig onderwijs. Enkele jaren geleden werd beslist de zomervakantie in te korten en de herfst- en krokusvakantie met een week te verlengen, in de hoop de kwaliteit van het onderwijs op te krikken.

Smartphoneverbod

Een stokpaardje uit het regeerakkoord van MR en Les Engagés in de Waalse en Franse gemeenschapsregering is het smartphoneverbod in het lager en secundair onderwijs. Dat beleid gaat maandag in. Later kopieerde ook Vlaams minister van Onderwijs Zuhal Demir (N-VA) die maatregel. In Vlaanderen geldt het verbod vanaf 1 september.

Terwijl het in Vlaanderen begin december nog groot nieuws was dat de onderwijskwaliteit een dieptepunt had bereikt, kreeg de nog dramatischere toestand in Wallonië nauwelijks aandacht in Franstalige media.

Uit de internationale TIMSS-studie bleek dat Vlaamse tienjarigen voor wiskunde zijn gezakt naar de 24e plaats en voor wetenschappen bleven steken op plek 35. Wallonië eindigde op de 40e plaats voor wiskunde en op de 37e voor wetenschappen, en werd zo de slechtst scorende regio van de Europese Unie voor het laatste domein.

Lerarentekort

Een even grote bezorgdheid in Wallonië als in Vlaanderen is het lerarentekort. Bij het begin van de legislatuur werd het probleem nog uitgeroepen tot topprioriteit. In januari werden vier werkgroepen opgericht, maar het overleg tussen regering, vakbonden en onderwijskoepels lijkt vastgelopen.

Ook in het Franstalig onderwijs werd vorig schooljaar fors gestaakt tegen de toenemende werkdruk en de federale pensioenhervorming. Voor dit schooljaar plannen de Waalse onderwijsbonden al minstens twee actiedagen, op 24 september en 11 oktober.

Nog een twistpunt in het Franstalig onderwijs is de verplichte invoering van het Nederlands. Momenteel kunnen leerlingen kiezen tussen Engels en Nederlands. In het schooljaar 2019-2020 koos amper 34 procent van de Waalse leerlingen in het eerste middelbaar voor Nederlands, het laagste cijfer ooit.

De vorige Franse gemeenschapsregering, met een PS-minister, schrapte het plan om Nederlands tegen 2027 opnieuw verplicht te maken, wegens het tekort aan leerkrachten. Ook de huidige MR-minister heeft bedenkingen bij dat plan. Toch werd Valérie Glatigny eind december door MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez teruggefloten, nadat haar kabinet het voorstel opnieuw in de koelkast wilde steken.