Een jaar na de verkiezingen is zelfs nog geen begin van een Brusselse regering in zicht. Waar ligt de kern van het probleem en wat betekent de huidige impasse voor de toekomst? “De hoofdrolspelers gooien de Brusselse autonomie te grabbel.”

©
Kim
Brusselse formatie: een jaar lang eigen gelijk eerst
365 dagen na de gewestverkiezingen is de politieke situatie in Brussel om te huilen. Het Gewest heeft niet enkel geen volwaardige regering en de twee grootste partijen MR en PS proberen elk in hun eigen hoek medestanders te ronselen. Ondertussen kraakt het sociale weefsel in zijn voegen en groeit de stille tijdbom die het Brusselse begrotingstekort is.
De impasse is ongezien in de 36-jarige geschiedenis van het Gewest. Maar wat leert de stilstand ons over de toekomst? Om die vraag te kunnen beantwoorden moeten we eerst de vinger leggen op de knopen van vandaag. Welke zijn dat? Verschillende waarnemers wijzen erop dat het Brusselse politieke systeem met zijn twee taalgroepen altijd al kwetsbaarder is geweest voor blokkeringen dan dat van andere gewesten of zelfs het federale niveau. In Brussel moet er immers eens meerderheid zijn in de twee taalgroepen, iets dat federaal niet hoeft.
"Zowel de versnippering als de polarisatie zijn toegenomen, wellicht voor lange tijd. In die zin zijn we wel degelijk in een nieuwe realiteit beland"
politicologe ULB

De voorbije verkiezingen kwamen daar echter nog factoren bij. “Zowel de versnippering als de polarisatie zijn toegenomen”, ziet onder meer Emilie van Haute (ULB). “Het succes van Team Fouad Ahidar en de PTB tonen dat. Maar ook het discours van MR is bijvoorbeeld radicaler geworden, wat op zijn beurt tot een reactie van het linkse blok leidt tegen de Franstalige liberalen.” Het zijn factoren die Van Haute bij de volgende verkiezingen niet meteen ziet verdwijnen. “In die zin zijn we wellicht in een nieuwe realiteit beland.”
Ook de houding van Ahmed Laaouej kan in het licht van die polarisering en fragmentatie worden gelezen. Voor politicoloog Bart Maddens is zijn veto tegen de N-VA het enige echte probleem bij deze formatie, een ‘onredelijk cordon sanitaire’. Het is een njet waar PS-kenner Pascal Delwit (ULB) nochtans wel de logica van inziet. “Enerzijds wil Laaouej het Arizonabeleid natuurlijk buiten Brussel houden. Maar de PS strijdt in het noorden en westen van Brussel ook op twee fronten voor een kiezerspubliek dat de N-VA met xenofobie associeert: tegen de PTB én tegen Team Fouad Ahidar. Het gaat om de machtsbasis van de Brusselse PS.”
De factor Bouchez
Tegenover Laaouej staat een MR die waarnemers blijft verbazen. “De Brusselse onderhandelaars brengen normaal zo snel mogelijk een regering op de been en vermijden zo federale inmenging”, stipt Delwit aan. “Deze keer heeft MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez het net omgekeerd gedaan en geprobeerd om de coalities van de andere gezagsniveaus zo veel mogelijk naar Brussel te kopiëren. Bouchez is voortdurend bezig met profilering en wil in heel Franstalig België scoren. Mocht Brusselaar David Leisterh de dans leiden, hadden we wellicht al een regering.”
De verantwoordelijkheid van de MR in de impasse intrigeert wel meer waarnemers. "Ook na de verkiezingen bleef de partij inhakken op Good Move en Elke Van den Brandt (Groen)," zag Jean Faniel, directeur van onderzoekscentrum Crisp. "Ik dacht toen echt ‘Hé jongens, hebben jullie al eens naar de verkiezingsresultaten gekeken? Groen is incontournable. Jullie zullen moeten samenwerken!’”
"Ik kan me moeilijk voorstellen dat Charles Picqué (PS) of Guy Vanhengel (Open VLD) zich zo zouden vastrijden"
politicoloog en directeur onderzoekscentrum Crisp

Het stugge vasthouden aan het eigen gelijk, terwijl de kiezer de kaarten nochtans aartsmoeilijk heeft geschud, het bleek een constante bij verschillende hoofdrolspelers van de formatie. Ahmed Laaouej die met zijn N-VA-veto voor het eerst in de geschiedenis van het Gewest de Nederlandstalige meerderheid afschiet. Frédéric De Gucht die enkel mét de N-VA wil regeren. Het liberale veto tegen Team Fouad Ahidar. Ecolo dat zich in de rol van mokkende verliezer opsloot. CD&V dat enkel genoegen nam met een regeringspost: voorbeelden zat.
“Of het ook een generatiekwestie is? Wellicht wel,” bedenkt Jean Faniel, directeur van onderzoekscentrum CRISP. Ik kan me moeilijk voorstellen dat Charles Picqué (PS) of Guy Vanhengel (Open VLD) zich zo zouden vastrijden.” Diezelfde Picqué treedt hem elders in dit magazine bij. “In mijn tijd wilden we Brussel laten lukken”, zegt hij in een interview. “Het was een generatie van politici die wist dat er gevochten was voor het oprichten van een Brussels Gewest.”

©
Kim
| De Brusselse formatie door de ogen van Kim
Tegenover het hardnekkige kamperen op de eigen standpunten staat een bescheiden motivatie om vooruit te raken. “Eerlijk, ik ben er vandaag niet meer van overtuigd dat de hoofdrolspelers wel een akkoord willen bereiken,” zegt Pascal Delwit. Ook Faniel wordt er moedeloos van. “Wellicht kunnen enkel factoren van buitenaf hier nog beweging in brengen.”
Reddende ratingverlaging
Hoe moet het nu verder? Op korte termijn zit er alvast één externe drukfactor aan te komen. Op 13 juni krijgt het Gewest te horen of de huidige kredietrating verlaagd wordt. Als dat zo is, wordt geld bijlenen nog duurder dan het vandaag al is en gaan de financiële problemen van het Gewest crescendo. Mogelijk maakt zo’n verlaging voor een aantal partijen makkelijker om van standpunt te wijzigen, onder het motto ‘We hebben echt geen andere keuze.’
Als de nieuwe rating niet voor beweging zorgt bij de onderhandelingen, kruipt een ander scenario dichter bij: dat Brussel in betalingsnood komt en bij de federale regering moet aankloppen voor hulp. In dat geval kan die federale regering eisen stellen tegenover het Gewest. Premier Bart De Wever (N-VA) liet al weten dat hij zich in desgevallend als het IMF (Internationaal Monetair Fonds) zal opstellen en zware saneringsvoorstellen opleggen. Het IMF financiert noodlijdende landen tegen strikte voorwaarden, zoals bijvoorbeeld besparingen in de overheidssector.
De stok van het substitutierecht
Wat Bart Maddens betreft moet De Wever niet eens wachten tot het Gewest komt aankloppen met een lege portemonnee. “De Brusselwet bevat ook een substitutierecht van de federale overheid. Als Brussel zijn internationale rol of functie als hoofdstad niet correct uitvoert, kan de federale staat een aantal bevoegdheden overnemen. We begeven ons dan wel op onbekend terrein, want zover kwam het nog nooit.”
De wet in kwestie bepaalt inderdaad dat verschillende bevoegdheden inzake stedenbouw en mobiliteit door de federale overheid kunnen worden uitgeoefend, zij het na een hele procedure. “Als ik Bart De Wever was, zou ik die mogelijkheid nu al als stok achter de deur gebruiken. Hij zou alvast een federale werkgroep Brussel kunnen oprichten en daarmee de druk op de PS opvoeren.”
Er is nog een derde externe factor denkbaar. Nogal wat waarnemers zien in de stugge houding van Frédéric De Gucht ook een manier om zich te profileren als kandidaat-voorzitter van zijn partij. Als hij de de volgende weken of maanden de fakkel zou overnemen van de wankelende Eva De Bleeker, geeft dat De Gucht mogelijk de marge om zich soepeler op te stellen.
"Als de federale overheid straks ingrijpt, zal niemand dat nog scandaleux kunnen noemen. Ze zorgen zelf voor de stok om ze mee te slaan"
politicoloog en directeur onderzoekscentrum Crisp

Een ding staat vast. Hoe langer de formatie duurt, hoe meer de geloofwaardigheid van Brusselse politici krimpt. “Het lijkt soms echt alsof ze niet beseffen wat de mogelijke gevolgen zijn”, vindt Jean Faniel. “Eigenlijk gooien de hoofdrolspelers de Brusselse autonomie vandaag te grabbel. Als de federale overheid straks ingrijpt, zal niemand dat nog scandaleux kunnen noemen. Ze zorgen zelf voor de stok om ze mee te slaan.”
Op langere termijn rijst nog een andere vraag: is het huidige politieke systeem in Brussel niet gewoon stuk en aan vervanging toe? En hoe moet een nieuwe architectuur er dan uitzien?
“Ons kiessysteem met twee taalgroepen is alvast niet meer aangepast aan het veranderende Brussel waarin steeds minder mensen automatisch in zo’n vakje passen”, vindt Dave Sinardet (VUB). “Het succes van Fouad Ahidar kan je ook zo bekijken.”
“Ons kiessysteem met twee taalgroepen is niet meer aangepast aan het veranderende Brussel, waarin steeds minder mensen automatisch in zo’n vakje passen”
politicoloog (VUB)

Verschillende politicologen hebben alvast vragen bij het huidige systeem van een legislatuurparlement, waarbij geen nieuwe verkiezingen kunnen worden uitgeschreven. Als de gekozen politici er niet uit raken, moet de kiezer misschien de kans krijgen om de kaarten opnieuw te schudden?
“Vervroegde verkiezingen lijken misschien logisch, maar dit is toch een bijzondere situatie,” denkt Jean Faniel. “Bij nieuwe verkiezingen kan de kiezer zich normaal over het gevoerde beleid uitspreken, maar in dit geval over onderhandelingen waarvan ze niet weten wat er gezegd is.” Zijn collega Nicolas Bouteca (UGent) wijst op een ander mogelijk neveneffect. “Bij lange formaties daalt het kiezersvertrouwen doorgaans, dat speelt in de kaart van extreme partijen. Er is geen enkele garantie dat de kaarten nadien makkelijker liggen.”
Los van die bedenkingen ligt de procedurelat voor zo’n – federale - aanpassing erg hoog. “Dan ben je de facto met een staatshervorming bezig en heb je een bijzondere meerderheid nodig", legt Bouteca uit.
"Het is niet omdat de PS nu dwarsligt, dat je instellingen die 36 jaar goed functioneerden moet hervormen. We moeten ook blijven beseffen dat die Brusselse regels niet op zich staan"
politicoloog (KULeuven)

Een tweede piste: schaf het systeem met de dubbele meerderheid af. Waarom zou de regering zowel in de Nederlandse al in Franse taalgroep een meerderheid moeten hebben als dat federaal niet hoeft? Het is een scenario dat alvast Bart Maddens koude rillingen bezorgt. “Het is niet omdat de PS nu dwarsligt, dat je instellingen die 36 jaar goed functioneerden moet hervormen. We moeten ook blijven beseffen dat die Brusselse regels niet op zich staan. De relatief grote macht van de Vlamingen is het spiegelbeeld van de oververtegenwoordiging van Franstaligen op federaal niveau.”
Pascal Delwit voelt dan weer wél iets voor zo’n hervorming. “Je zou verschillende dingen tegelijk kunnen aanpakken: Enerzijds kan je de dubbele meerderheid op gewestniveau afschaffen en taalgemengde lijsten toelaten, met behoud van een gegarandeerde vertegenwoordiging van Nederlandstaligen. Tegelijk kan je de verhouding tussen het Gewest en de gemeenten herbekijken. Voor het eerste is de Vlaamse weerstand groot, voor het laatste de Franstalige, omdat er anders veel macht naar het Gewest gaat waar het Nederlandstalige politieke gewicht groter is. Door de twee te combineren kan het misschien wel."
Het voordeel van een jaar stilstand
Ook hier geldt dat zo’n aanpassingen niet zomaar binnen Brussel kunnen, maar de facto een staatshervorming vragen. De kans dat bovenstaande scenario’s werkelijkheid worden is dan ook erg klein, beseft Delwit. “Kijk naar het federale niveau. Sinds 2007 hebben we een kwart van de tijd in lopende zaken doorgebracht, maar aan het systeem is niets veranderd.”
Taalgemengde lijsten, een afschaffing van de dubbele meerderheid met behoud van de gegarandeerde vertegenwoordiging, het is een piste die ook Dave Sinardet verdedigt. “De hele formatiecrisis heeft één voordeel: de voorbije maanden merkte ik dat steeds meer mensen beseffen dat we het systeem echt wel moeten herdenken.”
Lees meer over: Brussel , Politiek , Brussel zonder regering , Brusselse formatie , Emilie Van Haute , bart maddens , jean faniel , Pascal Delwit , Nicolas Bouteca , Dave Sinardet
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.