Elke Van den Brandt over uitblijven Brusselse regering: 'We moeten blijven proberen'

Brussel stevent deze week af op een triest record: 541 dagen zonder regering sinds de verkiezingen van 2024. Alleen Noord-Ierland doet het slechter wereldwijd. Uittredend minister van Mobiliteit Elke Van den Brandt (Groen) klinkt tegelijk strijdvaardig en vermoeid: “Na 540 dagen besef je dat partijbelangen moeten wijken voor het Brusselse belang.”

De politieke impasse sleept al maanden aan, met veto's, botsende karakters en een complexe coalitiepuzzel. “Het Brusselse parlement is heel divers. Als partijen beginnen met ‘met die wil ik niet’ of ‘met die alleen’, dan wordt het onmogelijk.”

Na de mislukte poging van MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez nam Van den Brandt vrijdag opnieuw het initiatief voor gesprekken met de Nederlandstalige partijen. “Die lopen goed. We moeten blijven proberen. Brussel wordt vandaag rechtgehouden door mensen op het terrein. Wij zijn het aan hen verplicht om een oplossing te vinden.”

Déjà-vu en frustratie

De gesprekken lijken sterk op die van juni vorig jaar, erkent de minister. Toch hoopt ze dat de lange crisis partijen tot toegevingen dwingt: “Na 540 dagen besef je dat partijbelangen moeten wijken voor het Brusselse belang.”

Op straat groeit ondertussen de gelatenheid. Om 12 uur wordt opnieuw geprotesteerd tegen het uitblijven van een regering, maar de massale verontwaardiging blijft uit. Van den Brandt begrijpt de teleurstelling. “Dat doet pijn aan het hart. Brussel heeft veel crisissen doorstaan: de aanslagen, COVID… Telkens stond de stad recht. Maar om vooruit te geraken, heb je een regering met een project nodig.”

Toch ziet ze in het protest iets positiefs. “Achter die kwaadheid zit liefde voor de stad. Mensen willen beter voor Brussel.”

Kans op een kerstregering?

Of Brussel nog voor het einde van het jaar een regering krijgt, durft ze niet te voorspellen. “Het hangt niet alleen van mij af. Maar de ambitie moet blijven. Brussel verdient hoop.”

Dat het record binnenkort officieel wordt, lijkt onvermijdelijk. “Laat ons hopen dat niemand de deurwaarder belt om het vast te leggen", grapt Van den Brandt. “Dit is niet het soort record dat Brussel wil breken.”