Terwijl Brussel zich opmaakt voor de jaarlijkse Pride, groeit met de dag de ongerustheid binnen de lgbtqia+-gemeenschap. Waar ooit vooruitgang vanzelfsprekend leek, groeit wereldwijd een tegenbeweging, en die golf treft ook België. “Haters willen ons weer in de onzichtbaarheid duwen.”
©
Saskia Vanderstichele
| Dyke Marche-organisator Laura Smolders: “Er is opnieuw een normalisering van haat die zo populair is geworden dat er zelfs verkiezingen worden gewonnen door antiqueer te zijn.”
In steeds meer landen worden wetten ingevoerd die het leven van queer personen beperken. In de Verenigde Staten regent het anti-lgbtqia+-maatregelen, met trans personen als voornaamste doelwit. Sommige Europese landen vertonen een soortgelijke tendens: het Britse Hooggerechtshof bepaalde recent nog dat de term ‘vrouw’ juridisch enkel van toepassing is op biologische vrouwen en niet op trans vrouwen.
Landen als Hongarije verbieden dan weer Pride-evenementen, in Bulgarije is het op scholen verboden om over ‘niet-traditionele’ seksuele oriëntaties te praten, en in Italië worden niet-biologische lesbische moeders uit de geboorte-akten van hun kinderen geschrapt.
Hoewel België hoog staat aangeschreven als een van de veiligste havens voor lgbtqia+-personen, ontsnapt ook ons land niet aan verontrustende signalen. “Op een feestje stak ooit iemand zijn hand onder mijn rok om te checken wat ik tussen mijn benen had,” vertelt Bree Ann Mugande, een jonge trans vrouw met Rwandese roots die al jaren in Brussel woont. “En onlangs stelde een man me de simpele vraag wat mijn naam was. Toen ik ‘Bree Ann’ antwoordde, bleef hij aandringen. Hij pakte zelfs mijn hand vast, keek ernaar en vroeg nogmaals of ik wel zeker was.”
Topje van de ijsberg
Het zijn slechts twee van de tientallen incidenten die Mugande opnoemt. En het geweld gebeurt lang niet enkel ’s avonds of ’s nachts. “Vorige week zat ik om 9 uur ’s ochtends in de metro, toen ik achter me een man hoorde bellen. Plots zei hij luid: ‘Ze moeten die transseksuelen echt vermoorden.’ Ik verstijfde volledig. Zulke momenten maken dat ik voortdurend op mijn hoede ben en altijd bang ben dat er iets ergs kan gebeuren.”

©
Saskia Vanderstichele
| Bree Ann Mugande, een jonge trans vrouw met Rwandese roots die al jaren in Brussel woont: “Op een feestje stak ooit iemand zijn hand onder mijn rok om te checken wat ik tussen mijn benen had"
In 2023 werden in Brussel 64 klachten van lgbtqia+-discriminatie geregistreerd, maar in werkelijkheid ligt het aantal voorvallen veel hoger. Slechts 14 procent van de slachtoffers doet effectief aangifte, blijkt uit Europees onderzoek. Ook Mugande stapte niet naar de politie. “Het haalt meestal weinig uit. Je moet het verhaal opnieuw en opnieuw vertellen in de hoop dat ze je zullen geloven. Ik weet dat het belangrijk is, maar het is emotioneel zwaar.”
Organisaties zoals Le Refuge, een centrum voor tijdelijke noodopvang van gevluchte lgbtqia+-jongeren in Brussel, ondersteunen slachtoffers bij het zetten van die stap. “Ik denk dat 90 procent van de jongeren nooit uit zichzelf naar de politie gaat,” zegt sociaal werker Gregory Van Bockstaele. “Schaamte speelt vaak een rol, zeker bij jonge mensen die hun identiteit nog niet publiek delen. Uitleggen waarom het belangrijk is om toch naar de politie te stappen, vergt tijd en vertrouwen.”
Naast verbaal geweld worden de jongeren ook steeds vaker geconfronteerd met fysiek geweld. “Wat vroeger als onaanvaardbaar werd beschouwd, wordt nu vaker geuit,” vult collega Marc Van den Bossche aan. “Sommige jongeren worden bedreigd op school en worden soms zelfs niet eens gesteund door hun leerkrachten.”
Cancelcultuur
Uit onderzoeken blijkt dat vooral trans personen te maken krijgen met intimidatie en geweld. “In de VS wordt die groep zelfs volledig uitgewist. Het is cancelcultuur in haar ergste vorm,” zegt Van den Bossche, die verwijst naar de recente beslissing om 1.000 transgender militairen uit het Amerikaanse leger te zetten.
Die haat vloeit volgens Van den Bossche voor een groot deel voort uit desinformatie. Daarom pleit hij voor meer factchecking. “Dat zal duidelijk maken dat trans personen gewone mensen zijn. Het is niet aan de samenleving om voortdurend te bevragen wie ze zijn of wat ze doen.”
Ook Mugande maakt zich zorgen over de groeiende intolerantie of zelfs haat tegenover trans personen. “Ik moet voortdurend uitleggen dat ik ook gewoon een mens ben, met evenveel recht op veiligheid als ieder ander. En ik heb dan nog het geluk dat ik er altijd al heel vrouwelijk uitzag, ook voor mijn transitie. Als je zichtbaar queer bent, loop je meer risico op discriminatie. Zelf merk ik dat het een verschil maakt of ik in de winter al dan niet een jas draag – dan valt het minder op dat ik trans ben en word ik minder lastiggevallen. Maar zodra het warmer wordt en mensen het kunnen zien, krijg ik vaker opmerkingen of blikken.”
“Mensen denken te vaak dat rechten verworven zijn, maar dat is niet zo. Velen zijn wakker geschud door Trump”
RainbowHouse
Volgens professor Recht en Diversiteit aan de UGent Pieter Cannoot heeft de intolerantie tegenover transgenders deels te maken met het recente karakter van hun strijd. “Het traditionele holebiactivisme bestaat al sinds de jaren 1960 en heeft geleid tot meer maatschappelijke aanvaarding. Trans personen daarentegen zijn pas de laatste vijftien jaar echt zichtbaar geworden.”
Morele paniek
Maar er is meer aan de hand. “Trans personen, maar ook andere minderheidsgroepen, worden geïnstrumentaliseerd in campagnes van extreemrechtse politici en partijen, zoals Trump, Meloni en het Vlaams Belang,” aldus Cannoot. “Zo zei Tom Van Grieken in de campagne van de laatste federale verkiezingen dat Petra De Sutter biologisch een man blijft. Ze creëren morele paniek en hopen zo dat mensen teruggrijpen naar autoritaire leiders en traditionele waarden. Dit is geen natuurlijke tegen-
reactie, maar een doelbewuste strategie.”
Dat die strategieën aanslaan, blijkt uit recent onderzoek van het Jeugdonderzoeksplatform (JOP): in 2023 vond bijna twee op de tien van de Brusselse en Vlaamse jongeren geweld tegen homo’s aanvaardbaar, meer dan een verdubbeling ten opzichte van 2018.
“Het is een misvatting dat jongere generaties automatisch toleranter zijn dan oudere,” zegt Cannoot. “Vooral jongens hebben vaker trans- en homofobe opvattingen. Dat komt deels door blootstelling aan sociale media, de manosphere (de subcultuur van macho en vaak vrouwvijandige mannen op internet, red.) en figuren als Andrew Tate.”
De algoritmes van sociale media sturen gebruikers in de richting van content die aansluit bij hun bestaande overtuigingen. Jongeren die al vatbaar zijn voor traditionele of stereotiepe denkbeelden krijgen via hun tijdlijn steeds meer extreme berichten te zien. Zo ontstaan er zogenaamde echokamers: online omgevingen waarin gebruikers alleen nog bevestiging krijgen van hun eigen ideeën, zonder ruimte voor nuance of tegenspraak.
Ook Unia, het onafhankelijke interfederale centrum voor gelijke kansen, ziet een stijging in de gevallen van haatspraak. “En die toename leidt ook tot meer haatmisdrijven,” weet directeur Els Keytsman. “We zien vaker aanvallen op symbolen, zoals de regenboogvlag die in brand wordt gestoken. In dat opzicht is de zichtbaarheid van de queer gemeenschap in Brussel een tweesnijdend zwaard. Het zorgt ervoor dat meer mensen zich in de hoofdstad thuis voelen, maar het leidt ook tot meer haatmisdrijven.”
Een schrikwekkend fenomeen onder de haatmisdrijven zijn de zogenaamde ‘pedojagers’, die homomannen aanvallen. En ook apps als Grindr worden vaker ingezet om slachtoffers in de val te lokken. “Bij zulke dossiers is het belangrijk dat de rechtbank het haatmotief erkent. Zo’n aanval is immers niet alleen gericht tegen het slachtoffer, maar ook tegen de maatschappij: het is een afwijzing van iemands identiteit.”
Trumps wake-upcall
Met de toenemende dreiging en het groeiende onveiligheidsgevoel is de Pride meer dan ooit nodig, zegt Frank Schellings van RainbowHouse, de organisatie achter de parade. “Eigenlijk zou het elke dag Pride moeten zijn. Wat in andere landen gebeurt, sijpelt ook in België door. Mensen denken te vaak dat rechten verworven zijn, maar dat is niet zo. Velen zijn wakker geschud door Trump.”

©
Saskia Vanderstichele
| Ellie Kehl en Laura Smolders (links), organisatoren van de eerste Brusselse Dyke March, wilden iets doen aan de ondervertegenwoordiging van de dyke community in de hoofdstad: “Zichtbaarheid is geen symboliek, het is een noodzaak.”
Naast de Pride vindt er dit jaar voor het eerst ook een Dyke March plaats in Brussel, een protestmars voor queer vrouwen, trans personen, non-binaire en gender-diverse mensen die zich als dyke identificeren. “Dyke is historisch gezien een scheldwoord voor lesbische vrouwen, dat door de gemeenschap opnieuw is geclaimd,” legt initiatiefnemer Ellie Kehl uit. Kehl kwam op het idee omdat ze iets wilde doen aan de ondervertegenwoordiging van de dyke community in de hoofdstad. “Er is een duidelijke behoefte aan meer plekken waar we elkaar kunnen ontmoeten, zichtbaar zijn en onze eigen rechten kunnen opeisen.”
“De Brussels Pride voelt voor veel queer vrouwen niet als een plek waar hun rechten centraal staan,” zegt ook mede-organisator Laura Smolders. “Ze krijgen vaak te maken met specifieke vormen van misogynie en discriminatie in de brede samenleving, maar ook binnen lgbtqia+-gemeenschappen.”
Het doel is dan ook om elk jaar een mars te organiseren. Dat is meer dan ooit nodig, zegt Kehl. “Er is opnieuw een normalisering van haat die zo populair is geworden dat er zelfs verkiezingen worden gewonnen door antiqueer te zijn. En dat uit zich ook in meer geweld op straat. Daarom is zichtbaarheid in een mars geen symboliek, het is een noodzaak.”
Het mag niet alleen bij jaarlijkse evenementen blijven, benadrukt Kehl. Structurele financiële ondersteuning van organisaties is minstens zo belangrijk. “Vooral voor grassrootsorganisaties: ze staan het dichtst bij hun gemeenschappen en bereiken mensen die anders niet bereikt worden. De Dyke March kon rekenen op een subsidie, waardoor we het initiatief groter hebben kunnen uitwerken.”
Kleine en grote daden
Ook op juridisch en wetgevend vlak moet er vooruitgang worden geboekt. Hoewel België verder staat dan veel andere landen, is er nog werk aan de winkel, zegt professor Pieter Cannoot. “Zo blijven bepaalde dossiers, zoals de implementatie van non-binaire gendererkenning, liggen.”
Een ander belangrijk knelpunt blijft de vervolging van online haatspraak. In België wordt homo- en transfobe haatspraak via sociale media vaak geklasseerd als drukpersmisdrijf. “Dat betekent dat zulke uitlatingen enkel voor het hof van assisen kunnen worden gebracht – een zware en zelden toegepaste procedure. In de praktijk blijven deze misdrijven dus meestal onbestraft.”
Voor racistische haatspraak werd in 1999 al een uitzondering ingevoerd, waardoor de gewone rechtbank die kan behandelen. Die uitzondering geldt echter nog steeds niet voor haat op basis van seksuele oriëntatie of genderidentiteit. “Het is hoog tijd om die wetgeving te actualiseren,“ zegt Cannoot. Maar er zijn ook positieve evoluties. Zo wil de federale minister van Gelijke Kansen Rob Beenders (Vooruit) het homohuwelijk in de grondwet verankeren. “Dat is belangrijk, want het zou naïef zijn om te denken dat de rechten in België verworven zijn.”
Stereotiepe beelden
Hoewel juridische bescherming en financiële middelen onmisbaar zijn, ontstaat echte maatschappelijke aanvaarding pas via bewustmaking, zeggen experts. Onderwijs speelt daarin een cruciale rol, benadrukt Cannoot. “Maar het is geen evidentie. De invloed van een leerkracht is beperkt als jongeren het grootste deel van hun tijd online doorbrengen.” Daarom pleit hij voor strengere regulering van sociale media, of zelfs een leeftijdsgrens van 16 jaar.
“Ik ben als trans vrouw voortdurend op mijn hoede, altijd bang dat er iets ergs kan gebeuren”
Ook populaire media kunnen een belangrijke rol spelen. “Televisieseries als Thuis of Familie bereiken een breed publiek, inclusief mensen die weinig in contact komen met lgbtqia+-personen. Als die programma’s queer personages op een genuanceerde en positieve manier tonen, helpt dat om stereotiepe beelden te doorbreken,” vertelt Cannoot.
Ook Bree Ann Mugande voelt de dreiging hangen. “Mensen denken vaak dat het in België wel meevalt. Maar dat is echt niet zo. De haat neemt toe. Ik heb vrienden gehad die intussen compleet red-pilled zijn. Ze zijn meegesleurd in complottheorieën en doen nu openlijk transfobe uitspraken. Het voelt alsof je voortdurend moet vechten om te behouden wat je al hebt, in plaats van vooruit te kunnen kijken.”
“Ze willen ons weer in de onzichtbaarheid duwen,“ vervolgt ze. “Het is alsof onze rechten afhangen van de grillen van een politieke meerderheid. We hebben politici nodig die durven opkomen voor minderheden, ook als dat niet populair is.”
Maar de verantwoordelijkheid ligt niet alleen bij beleidsmakers, benadrukt Mugande. “Iedereen moet zijn verantwoordelijkheid nemen. Spreek je uit als je getuige bent van haat of intimidatie. Gebruik je stem, je netwerk, en steun organisaties die zich inzetten voor onze rechten. Zelfs kleine daden kunnen een grote impact hebben.”
Lees meer over: Brussel , Samenleving , Brussels Pride 2025
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.