Interview

Dani Klein: ‘Ik ben het meest trots op mijn onafhankelijkheid’

Tom Peeters
© BRUZZ
25/01/2023

| Straks zingt de levende Belpoplegende Dani Klein op de MIA’s nog eens ‘Just a friend of mine’, het liedje waar het op haar 34ste mee begon.

Straks zingt de levende Belpoplegende Dani Klein op de MIA’s nog eens ‘Just a friend of mine’, het liedje waar het op haar 34ste mee begon. En binnenkort is ze opnieuw fulltime Brusselaar, want ze wil haar huis in Andalusië, waar ze deeltijds woont, verkopen. “Als ik mag kiezen tussen Brussel vroeger en nu, kies ik voor vroeger. Toen was het veel relaxter.”

Wie is Dani Klein?

  • Geboren op 1 januari 1953 in Schaarbeek
  • Groeide op in Evere
  • Voor ze doorbrak als zangeres deed ze verschillende jobs en zong ze in achtergrondkoortjes
  • In 1986 vervoegde ze gitarist Willy Willy en bassist Dirk Schoufs bij Vaya Con Dios
  • Hun eerste single ‘Just a friend of mine’ betekende in 1987 de start van een lange carrière die ook na het verlies van de originele muzikanten bleef doorlopen
  • Op 25 oktober 2014 was er het laatste optreden in Vorst Nationaal
  • Tijdens de lockdown pikte Klein de draad weer op: oud materiaal werd sober vertolkt op What’s a woman?, nieuw op een nog te verschijnen album

Mijn vader Charles, die op de luchthaven werkte, had veel bewondering voor zijn baas. Maar na zijn pensionering heeft hij nooit nog iets van hem gehoord. Hij vond het spijtig dat ze geen contact hadden gehouden. Op zijn begrafenis stond die baas er plots. Tja … We moeten het doen terwijl we er nog zijn. Daarna is het te laat.”

Het is slechts een van de sprekende anekdotes en levenswijsheden die een openhartige Dani Klein (70) opdiept in de gebouwen van haar platenfirma in hartje Brussel. Meer nog dan over hoe internationale hits als ‘Puerto Rico’, ‘What’s a woman’ of ‘Nah neh nah’ precies vorm kregen of over de succesvolle tournees die haar naar alle uithoeken van de wereld brachten, gaan ze over de dingen die ze leerde toen ze nog gewoon Danielle Schoovaerts heette. Over hoe ze met vallen en opstaan in die eerste helft van haar leven het fundament legde voor de tweede helft, waar ze nu voor bekroond wordt met een Lifetime Achievement Award.

1829 Puerto Rico Dani Klein

| Dani Klein ten tijde van Vaya Con Dios met bassist Dirk Schoufs.

En toch is haar verhaal nog niet af. Na de opnames van het covidalbum, waarop haar hits sober en jazzy ingekleurd werden door de piano van William Lecomte, bleef ze gewoon verder werken in haar bubbel met gitarist Thierry Plas en bassist François Garny. “We waren alle drie vrijgezel en mochten dus elk nog twee personen zien. Elke namiddag werkten we in de studio van Thierry aan originele composities.” De onderhandelingen over het resultaat, een nagelnieuw album, lopen nog, maar Klein wil wel al meegeven dat het een typische Vaya-plaat betreft. “Al maak ik mij geen illusies. De wereld zit niet te wachten op een oude zangeres.”

Dat zegt u. Wanneer wist u dat u kon zingen?
Dani Klein: Voor zover ik me kan herinneren heb ik altijd gezongen. Zelfs om in slaap te raken. Ik was me daar zelf niet echt bewust van. Tot ik eens meedeed aan een zangwedstrijd in een theesalon in de Galerie Anspach. Achteraf heb ik toen blijkbaar veel complimenten gekregen. Veel meer dan een carrièreplan was zingen voor mij een innerlijke noodzaak. Ik deed het om te overleven, zoals wel meer artiesten.

Was dat kenmerkende licht hese stemgeluid al van in het begin aanwezig?
Klein: Ja, het is er altijd geweest. Blijkbaar omdat ik veel huilde als baby. Misschien heeft dat mijn stembanden gekneed. Mijn eerste publieke optreden was op mijn zeventiende op de stoep van de Rue des Bouchers. Ik had net het ouderlijke huis verlaten, het was hippietijd en ik woonde met mijn vriend op een appartement in de Zuidstraat. Hij was ook muzikant en we hadden het geld nodig. Hij werkte niet, want als je als jongen toen werk wilde, moest je je haar laten knippen, en dat wilde hij niet (Lacht).

Dani Klein met Vaya Con Dios op het Belga Beach Festival in Zeebrugge in 1993

| Dani Klein met Vaya Con Dios op het Belga Beach Festival in Zeebrugge in 1993.

U was thuis vertrokken omdat zingen geen solide carrièreplan was in de ogen van uw ouders?
Klein: Ze konden zich niet inbeelden dat je daarmee geld kon verdienen. Mijn moeder zei: Il y a beaucoup d’appelés, mais peu d’élus, en ze had natuurlijk gelijk. Voor ik mocht doen waar ik zin in had, moest ik mijn humaniora afmaken. Ik moest eerst een basis leggen, opdat ik voor mezelf zou kunnen zorgen, maar ik voelde me gevangen en moest te veel regeltjes volgen, terwijl buiten de vrijheid lonkte. Ik kon niet wachten om het leven te ontdekken. Maar ook al ben ik op mijn zeventiende vertrokken, de waarden van mijn ouders hebben mijn leven en mijn carrière vormgegeven.

Wat is het belangrijkste dat ze u meegegeven hebben?
Klein: Ik was enig kind en ze hebben me opgevoed met het idee dat alles mogelijk was, ook voor een meisje. Dat had natuurlijk te maken met de generatie van mijn grootmoeder, die niets mocht en helemaal afhankelijk was van haar man. Ooit heeft ze het aangedurfd om mijn grootvader te verlaten, maar met een dochter voor wie ze moest zorgen kon ze nergens werk vinden, en is ze moeten terugkeren. Het huwelijk was toen de enige manier om te kunnen overleven als vrouw en dat heeft ook zijn stempel gedrukt op mijn opvoeding. Ik moest studeren en werken, opdat ik nooit in zo’n situatie zou belanden. Mijn ouders waren niet arm, maar zeker ook niet rijk. Hun motto was: je hebt recht op wat je wil, als je maar bereid bent om ervoor te werken. Typisch voor die tijd, maar die attitude sterkte je wel.

Tussen alle mogelijke en onmogelijke jobs door probeerde u te blijven zingen, in het begin vaak in achtergrondkoortjes. Hoe slaagde u erin om op Belpopplaatjes van Arbeid Adelt!, The Scabs, Maurane en Jo Lemaire te belanden?
Klein: Als ik destijds een aanbod kreeg om te zingen, sloeg ik dat nooit af, en als het betaald was, des te beter. Ik deed het omdat ik het graag deed, niet als carrièreplan. Het was go with the flow. Ik woonde toen samen met Thierry Plas, die net weg was bij Machiavel en muziek voor publiciteit was beginnen te maken. In de kelder had hij een studiootje ingericht met een 4-sporenrecorder en als hij een vrouwenstem nodig had, mocht ik die inzingen. Later zou ik dan vervangen worden door een professionele zangeres, maar op een dag vroeg iemand specifiek naar mij. Zo is het geleidelijk aan begonnen. Het was niet vanaf dag één: poef, je hebt The Voice gewonnen (Lacht).

Na een korte set op de openingscocktail van een boetiek van een vriendin is de bal echt aan het rollen gegaan.
Klein: Klopt. Voor de opening van haar modezaak in Gent had ze aan bassist Dirk Schoufs en gitarist Willy Willy gevraagd of ze wilden optreden. Vooral omdat die mannen altijd zo goed gekleed waren, in een stijl die bovendien aansloot bij de sfeer van de winkel. Drie dagen voor de opening werd die vriendin ziek en vroeg ik haar of ik niet kon helpen met etiketten aan de kleren te hangen, maar haar nicht deed dat al. Mij vroeg ze dan of ik niet wilde meezingen met Dirk en Willy. We hebben dan vlug in de keuken van Willy enkele nummers van Billie Holiday en Édith Piaf gerepeteerd. Omdat iedereen onder de indruk was zijn we opnieuw bijeengekomen. Toen hebben we al improviserend ‘Just a friend of mine’ gemaakt.

“Het meest mis ik de sfeer onder de muzikanten. Gelachen dat we hebben, met de nodige ironie en zelfspot”

Dani Klein

Dani Klein

Voor u het goed en wel besefte, was ‘Just a friend of mine’ overal.
Klein: Philippe Gosez, een goede vriend die we vaak tegenkwamen in muziekclub DNA was als vertegenwoordiger beginnen te werken voor platenfirma BMG. Toen hij en Dirk eens terugkwamen van Le Beau Bruxelles, de discotheek waar we allemaal naartoe gingen na de DNA, had Dirk hem verteld dat we een liedje opgenomen hadden. Hij liet de cassette horen en we mochten direct een contract tekenen. Daarna was het meteen vollenbak, vooral in Frankrijk.

Wat zijn uw beste herinneringen aan die periode en wat mist u het meest?
Klein: De vele reizen zullen me altijd bijblijven. De eerste keer in Afrika of in Zuid-Amerika was fantastisch. We zijn naar Argentinië geweest, naar Angola, Israël, Japan, Canada … Op vrije dagen kon je dan al eens een museum bezoeken. Daar genoot ik van. Het meest mis ik de sfeer onder de muzikanten. Gelachen dat we hebben, met de nodige ironie en zelfspot. We namen het leven niet te serieus. Muzikanten zijn vrije geesten. Ze zijn niet bekrompen of racistisch. Mijn laatste groep bestond uit jazzmuzikanten. Dat was als rijden met een Rolls-Royce. Ik moest niet bang zijn dat ze zich zouden vergissen en ze zaten ook niet aan de alcohol of de drugs.

Dani Klein aan de Oude Graanmarkt in Brussel in 2012. Binnenkort is ze terug fulltime Brusseles

| Dani Klein aan de Oude Graanmarkt in Brussel in 2012. Binnenkort is ze terug fulltime Brusseles.

Wat vindt u uw grootste lifetime achievement?
Klein: Mijn onafhankelijkheid. Toen ik in Stijl, de modeboetiek in de Dansaertstraat, een tenue aan het uitkiezen was voor mijn laatste tournee hoorde ik in de paskamer naast me een Italiaanse vrouw telefoneren met haar amore. Op een gegeven moment kwam die amore ook echt de winkel binnen. Nadat hij zich in een zetel had gezet, kwam zij haar kleedjes showen, waarna hij vervolgens als een typische Romein zijn duim omhoog of omlaag stak: dat wel, dat niet. Bij het afrekenen zei ik Els, toevallig dezelfde vriendin die met haar winkel mee aan de basis lag van Vaya Con Dios: “Awel, voor het eerst in mijn leven ben ik zo trots op mezelf, want ik heb geen amore nodig om te zeggen wat ik wel of niet mag aandoen en ik betaal godverdomme mijn kleren zelf.” Dat geeft voldoening.

U verdeelt nog altijd uw tijd tussen Brussel en Andalusië?
Klein: Ik ben van plan mijn huis in Andalusië te verkopen. Al dat gereis wordt te zwaar. Binnenkort ben ik opnieuw fulltime Brusselaar, al kom ik nog weinig buiten. Als ik mag kiezen tussen Brussel vroeger en nu, kies ik voor vroeger. Toen was het veel relaxter, met minder volk en auto’s op straat en een samenleving die nog niet zo gecontroleerd was. Ik woonde waar ik wou, terwijl ik op het ziekenfonds van mijn ouders stond en bij hen gedomicilieerd was. Ik vind dat de huidige Big Brother-maatschappij de ruimte om creatief te zijn inperkt. We mogen alles zeggen, maar tegelijk worden er ons meer en meer dingen opgelegd. Vroeger ging ik vaak naar het centrum. Maar het nachtleven interesseert me niet meer en in de cinema zitten er altijd mensen naast je te kletsen of popcorn te eten. Aanschuiven rond tafel bij vrienden thuis en een keer goed lachen: dat vind ik nog het leukst.

De MIA’s vinden plaats op donderdag 26 januari in Paleis 12 en zijn live te zien op één. What’s a woman is uit via Parce Que/Pias.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel, Muziek, dani klein, vaya con dios, Just a friend of mine, Willy Willy, Dirk Schoufs, mia's, Belpop

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni