Bernard Clerfayt (DéFI), minister van Werk in de Brusselse regering

| Bernard Clerfayt (DéFI), minister van Werk in de Brusselse regering.

Econoom over uitspraken Clerfayt: 'mediterraans model' te kort door de bocht

Nena Langloh
© BRUZZ
31/05/2023

Brussels minister van Werk Bernard Clerfayt (DéFI) kwam onder vuur door zijn uitspraak dat vrouwen met kinderen van Italiaanse, Noord-Afrikaanse of Turkse afkomst in een “mediterraans model” zitten, waar de man werkt en de vrouw niet. “De tewerkstellingsgraad ligt lager bij die groep, maar dat heeft met discriminatie en opleidingsniveau te maken”, zegt econoom Philippe Defeyt.

“Vele vrouwen zitten in een mediterraans model, of het nu om Italianen, Marokkanen of Turken van afkomst gaat. Het is een familiemodel waar mijnheer werkt en mevrouw thuis blijft om voor de kinderen te zorgen.” Die uitspraak over de slechte tewerkstellingscijfers van vrouwen kwam Brussels minister van Werk Bernard Clerfayt half april op flinke kritiek van coalitiepartners PS en Ecolo te staan.

Even later erkende hij dat zijn uitspraken “onhandig” waren. Maar, verwees de minister naar studies van de Hoge Raad voor Werkgelegenheid: de cijfers stellen wel dat de tewerkstellingsgraad van de vrouwen in het Brussels Gewest lager ligt dan die van de mannen omdat de arbeidsparticipatie van de vrouwen, en vooral die van niet-Belgische afkomst, veel zwakker is dan die van de mannen.

Uit cijfers van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (KSZ) blijkt inderdaad dat vrouwen in het Brussels Gewest uit een gezin met één of meerdere kinderen minder tewerkgesteld zijn als ze van Noord-Afrikaanse (31,4 procent), Turkse (43,2 procent) of Zuid-Europese (55,1 procent) afkomst zijn dan Belgische vrouwen in dezelfde gezinssituatie (83,5 procent). Volgens econoom Philippe Defeyt van het Institut du Développement Durable (IDD) hebben die verschillen echter niet alleen met gezinssamenstelling en afkomst te maken.

“Geen sprake van mediterraans model”

Volgens Defeyt is het te kort door de bocht om op basis van de cijfers over een “mediterraans model” te spreken. “Ook in andere gezinssamenstellingen zien we gelijkaardige cijfers voor vrouwen, zij het in minder grote mate”, zegt de econoom. Zo zijn vrouwen van Noord-Afrikaanse, Turkse of Zuid-Europese afkomst volgens Defeyt ook minder aan het werk dan vrouwen van Belgische afkomst op het moment dat ze alleenstaande moeder zijn, alleenstaand zonder kinderen zijn of deel uitmaken van een koppel zonder kinderen.

“Bovendien ligt de tewerkstellingsgraad ook bij mannen uit een koppel met kinderen lager als ze van niet-Belgische afkomst zijn”, vervolgt Defeyt. Die verschillen zijn wel minder groot dan bij de vrouwen: zo is 88,4 procent van de vaders van Belgische afkomst aan het werk, 72,5 procent van de mannen met Noord-Afrikaanse afkomst, 71,8 procent van de mannen met Turkse roots en 65 procent van de mannen met een Zuid-Europese afkomst.

Ongelijke kansen

Dat de verschillen te wijten zouden zijn aan culturele normen, zoals Clerfayt impliceerde, klopt volgens het IDD niet. “Het is niet zo dat die vrouwen niet willen werken”, zegt Defeyt. Daarvoor verwijst hij naar andere cijfers: het verschil in de activiteitsgraad tussen vrouwen van Belgische en mediterrane afkomst. De activiteitsgraad brengt behalve werkenden ook werkzoekenden mee in rekening. Het verschil is daar veel minder groot tussen de twee groepen dan het verschil dat in de cijfers van tewerkstelling wordt gemeten: bij niet-alleenstaande moeders van Belgische afkomst in Brussel ligt de activiteitsgraad op 87,7 procent, bij moeders met een Noord-Afrikaanse achtergrond op 45 procent, bij Turkse op 55,7 procent en bij Zuid-Europese op 61,2 procent.

Volgens Defeyt hebben studies aangewezen dat vrouwen met een niet-Belgische achtergrond te kampen hebben met meer factoren die de zoektocht om aan een job te geraken bemoeilijken, zoals discriminatie door hun afkomst of hun lagere opleidingsniveau. 86,2 procent van de niet-alleenstaande moeders in Brussel die een Belgische afkomst hebben, zijn hoogopgeleid. Dat is net iets meer dan Zuid-Europese moeders (84,4 procent), maar veel meer dan Noord-Afrikaanse (63,3 procent) en Turkse moeders (48,7 procent).

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni