| Een scheefbloemwitje, midden september op de Josaphatruigte

Beestig Brussel

Mediterraan scheefbloemwitje veroverde Brussel in drie jaar tijd

Sara De Sloover
© BRUZZ
01/11/2022
Updated: 02/11/2022 14.05u

Eén van de laatste vlinders die je dit najaar nog kan zien vliegen is het scheefbloemwitje. Niemand is beter geplaatst dan vlinderexpert Thomas Merckx, professor ‘global change biology’ aan de VUB, om uit te leggen hoe bijzonder dat is: tot drie jaar geleden had dit familielid van het kleine koolwitje nog nooit een pootje in Brussel gezet.

“Het scheefbloemwitje is eigenlijk een mediterrane soort”, legt Merckx uit. “Tien jaar geleden was de meest noordelijke vindplaats de Rhônevallei in Frankrijk. Rond 2005 merkten Zwitserse biologen iets vreemds: plots dook het in rotstuintjes in steden op.”

Van daaruit rukte het scheefbloemwitje spectaculair op. “Via de Rijnvallei kwam het vlindertje België binnen. In 2016 werden de eerste exemplaren in de Oostkantons en Bastenaken gespot, in 2019 volgde Brussel. Tegen 2021 kwam het hier al veel vaker voor, tot aan het kanaal in Molenbeek, en de Kruidtuin."

"Afgelopen zomer zat de splinternieuwe migrant op de Pachecolaan, in de Vijfhoek. Iedereen staat er versteld van hoe snel het is gegaan.” Hotspots van scheefbloemactiviteit zijn de Josaphatruigte, en de gemeente Sint-Agatha-Berchem.

Hitte-eilandeffect

Reden voor de ongeziene expansie, ontdekten Duitse onderzoekers, is dat de ‘noordelijke’ scheefbloemwitjes genetische verschillen hebben vergeleken met hun Zuid-Europese neven en nichten: evolutie aan het werk. Merckx: “Ze zijn koudetoleranter, ontwikkelen zich sneller, en vooral: de vrouwtjes zijn veel minder kieskeurig wat waardplanten betreft. Ze kiezen niet meer enkel de scheefbloem om eitjes op te leggen, maar ook andere planten uit dezelfde familie. Koolzaad of rucola bijvoorbeeld, of grote zandkool, eigenlijk wilde rucola.”

Scheefbloemwitjes bedreigen de bestaande soorten in België niet, zegt Merckx. “Ze fleuren alleen het leven in de stad wat op. Naast de atalanta, de dagpauwoog en de distelvlinder kunnen stedelingen nu ook deze nieuwkomer tot laat in het jaar zien vliegen, omdat hij in één jaar tijd twee tot drie generaties heeft. De klimaatverandering en het stedelijke hitte-eilandeffect helpen daarbij natuurlijk.”

Beestig Brussel

Elke week schrijft BRUZZ over een dier in de stad. Wat typeert het en waarom laat het nu van zich horen.

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni