Pascal Smet: 'De brede steun voor Good Move is aan het verdwijnen'

Pascal Smet (One.Brussels-Vooruit), die zich de vader van Good Move noemt, maakt zich zorgen over de toekomst van het plan. Er is meer dialoog en een betere presentatie van het plan nodig, zegt hij in La Libre Belgique.

Huidig staatssecretaris voor Stedenbouw Pascal Smet was tijdens de vorige legislatuur minister van Mobiliteit. Hij stond mee aan de wieg van Good Move, het gewestelijke mobiliteitsplan dat de Brusselse wijken autoluw moet maken.

Al in verschillende gemeentes kwamen grote protesten tegen de inwerkingtreding van het plan, wat Smet betreurt. "Tijdens de laatste twee jaar van mijn mandaat als minister van Mobiliteit in Brussel hadden we een zeer brede consensus bereikt over het plan Good Move", zegt Smet. "We waren erin geslaagd de partijrivaliteit en de verdeeldheid tussen voor- en tegenstanders te overwinnen. Maar de brede steun voor dit plan verdwijnt."

Ondanks het protest is het plan terugdraaien volgens Smet geen optie. "Het transitverkeer moet op de hoofdwegen worden gehouden en de leefbaarheid in de wijken moet worden verbeterd."

Volgens Smet ligt de oplossing deels in een andere presentatie van het plan. "Het moet worden opgevat als een plan om het leven in de wijken te verbeteren. In Kuregem of Schaarbeek hebben mensen hun mobiliteit moeten aanpassen, ze hebben betonblokken zien verschijnen. Maar ze kregen niet de droom van een aangenamere buurt om in te wonen."

Smet benadrukt dat er meer dialoog nodig is met tegenstanders van het plan, maar dat de gemeenten "niet systematisch moeten instemmen met degenen die het hardst roepen." Daarnaast veroordeelt hij de protesten. "Je kunt niet toestaan dat brandweermannen en politieagenten gewond raken. Maar we moeten de draad van de dialoog weer oppakken. Waar dit tot dusver niet heeft gewerkt, moeten wellicht nieuwe participatiemethoden worden uitgeprobeerd."