Meertalig onderwijs verdeelt de politiek

Moeten we in Brussel meer inzetten op meertalig onderwijs? “Ondenkbaar” volgens sommigen, “onmisbaar” voor anderen. De politiek is verdeeld over het thema, zoveel is duidelijk. Een overzicht.

Dinsdag raakte bekend dat de twee Brusselse universiteiten VUB en ULB meertalige middelbare scholen willen. Al snel kreeg de oproep weerklank: Brussel-Stad heeft, samen met Elsene, laten weten heel enthousiast te zijn voor zo'n project. Daarnaast hebben de middelbare scholen KA Etterbeek en het atheneum Jean Absil een verregaande samenwerking rond meertaligheid aangekondigd.

Maar hoe zit het bij de politiek: is het draagvlak daar even groot? BRUZZ polste de Brusselse lijsttrekkers voor het Vlaams parlement en zet de meningen op een rijtje.

Voorstander

De Brusselse socialisten zijn erg opgezet met het idee. “Ik geloof dat meertaligheid een stimulerend effect heeft op ons brein, en enkel positieve gevolgen met zich meebrengt. Dat blijkt uit verschillende onderzoeken”, zegt Hannelore Goeman van SP.A.

Naast de steun van de socialisten krijgt het voorstel om tweetalige middelbare scholen op te richten ook steun van Groen. Stijn Bex, lijsttrekker voor het Vlaams parlement, is erg positief over het initiatief van de ULB en de VUB. “Het is dan ook een van onze belangrijkere programmapunten", klinkt het.

Op de vraag of meertalige scholen geen verloedering van de kwaliteit betekenen, antwoordt hij resoluut dat dat “een typische reactie is die gedreven wordt door angst.” Volgens Bex is het net positief dat jongeren in het superdiverse Brussel meerdere talen beheersen. “Als de kwaliteit ervan minder is, is dat absoluut geen ramp, zolang ze elkaar maar begrijpen."

Ook Open VLD is positief. “We hadden dit veel eerder moeten invoeren,” aldus lijsttrekker Els Ampe. “Eigenlijk is het zo dat de politiek achterloopt op wat er leeft in Brussel. Ik merk dat er een duidelijke vraag naar tweetalig onderwijs is, wij kunnen dit initiatief enkel maar toejuichen."

Bij de PVDA*PTB gaan ze zelfs een stapje verder, daar willen ze tweetalig onderwijs vanaf de kleuterklas. Onderwijs in de twee talen zou volgens de partij het leren vergemakkelijken, ongeacht de moedertaal en de sociale afkomst van het kind. Bovendien benadrukken de uiterst-linksen in hun partijprogramma de verhoogde kansen op de arbeidsmarkt als de twee talen beheerst worden.

Tegenstander

Bij CD&V klinkt het anders. Kopman Benjamin Dalle richt zijn pijlen op het Franstalig onderwijs. Volgens Dalle is de kwaliteit van het vak Nederlands daar erbarmelijk slecht, en is het cruciaal om eerst te kijken naar een verbetering van de lessen Frans en Nederlands in de respectievelijke scholen, vooraleer te kijken naar meertalig onderwijs.

“We zijn op zich niet tegen” zegt hij aan BRUZZ, “maar er zijn andere prioriteiten. Een goede oplossing zou zijn om eerst en vooral de kwaliteit in de respectievelijke scholen te verbeteren door extra geld en middelen vrij te maken.” Hij pleit voor een soort “Erasmus programma voor leerkrachten”, waarbij Nederlandstalige leerkrachten in Franse scholen les geven, en omgekeerd.

Ook de N-VA staat niet te springen voor het voorstel. "Tweetalig onderwijs vinden wij niet efficiënt genoeg. Wat wij willen is een samenwerking tussen de Franse en Vlaamse gemeenschappen om de kwaliteit van de taalvakken op te krikken", stelt Karl Vanlouwe (N-VA). "Langs Vlaamse kant gaat het al behoorlijk goed, nu moet de Franse gemeenschap nog volgen," zegt hij nog.

Bij Vlaams Belang spreken ze dan weer over een “modetrend”. Volgens Vlaams Belanger Fréderic Erens is een taal nauw verbonden aan de cultuur die daaraan vasthangt. “Die kan je niet zomaar aanleren, je moet daar een fatsoenlijke basis voor hebben, een basis om op verder te bouwen. Meertalige scholen zijn niet in staat om dat te verwezenlijken."