Bernard Clerfayt (Défi), minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, de Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn

| Bernard Clerfayt (Défi)

Geen burgemeesters meer in Brussels parlement na 2024

SVG
© BRUZZ
10/05/2022
Updated: 10/05/2022 14.25u

Een integrale decumul – een verbod op het combineren van verschillende politieke functies –, een beter loon voor burgemeesters en schepenen en een kleiner schepencollege. Dat is de hervorming die minister Bernard Clerfayt (Défi) vandaag heeft voorgesteld in het Brussels parlement.

De Brusselse regering heeft het ontwerp enkele weken geleden al goedgekeurd, maar het parlement moet er zich nog over buigen.

Minister van Lokale Besturen Bernard Clerfayt gaf in de commissie Binnenlandse Zaken meer uitleg bij de decumul die vanaf 2024 van kracht zou moeten zijn. Het voorstel voor een decumul kwam er in de nasleep van de Samusocial-affaire en was een van de politieke eisen van Ecolo en Groen voor het regeerakkoord.

Als de ordonnantie wordt goedgekeurd door de parlementsleden, zullen vanaf 2024 de Brusselse burgemeesters en schepenen niet langer in een parlement mogen zetelen. De weigering geldt voor het Brussels, Europees en federaal parlement.

Het loon van burgemeesters en schepenen zal hoger worden, maar de schepencolleges worden in ruil wel kleiner dan vandaag

Ontwerp-ordonnantie over decumul

Vandaag zijn er tien Brusselse schepenen of burgemeesters die ook parlementslid zijn. Het gaat dan bijvoorbeeld om Vincent De Wolf (burgemeester in Etterbeek en MR-parlementslid), Emir Kir (burgemeester van Sint-Joost en Kamerlid) of Ridouane Chahid (burgemeester van Evere en PS-parlementslid).

De tien cumulerende burgemeesters of schepenen zijn er al fors minder dan vroeger, onder meer omdat een aantal politieke partijen al een cumulverbod heeft ingevoerd. De tien mogen hun termijn nog uitdoen, maar vanaf 2024 – wanneer er lokale, regionale, federale en Europese verkiezingen zijn – zullen ze moeten kiezen tussen parlement of lokaal bestuur.

Hogere lonen

Tegelijk zullen de laagste lonen van de burgemeesters en schepenen worden opgetrokken. Zeker in kleine gemeenten liggen die lonen relatief laag.

Vanaf 2024 zal het loon van een burgemeester niet meer gekoppeld worden aan het wettelijk vastgelegde loon van een gemeentesecretaris, maar aan dat van een federaal parlementslid. Dat bedraagt 7.600 euro bruto per maand.

Welk percentage de burgemeesters daarvan zullen krijgen moet de regering nog vastleggen in een uitvoeringsbesluit. De schepenen zullen daar 60 procent van het loon van een federaal parlementslid krijgen (voor gemeenten met minder dan 50.000 inwoners) of 75 procent (voor grotere gemeenten).

Nog hervormingen op komst

De Brusselse regering wil ook compactere schepencolleges. Daarom zullen de Brusselse negentien het met één schepen minder moeten doen. De lokale besturen van gemeenten met minder dan 50.000 inwoners kunnen beslissen om het met een nòg kleinere ploeg te doen. In dat geval kunnen ze het schepen-loon laten stijgen naar 75 procent van dat van de burgemeester.

De zitpenningen van de gemeenteraadsleden zullen ook lichtjes stijgen (100 à 200 euro per zitting). En er komt een uittredingsvergoeding voor burgemeesters en schepenen die geen andere baan hebben.

Minister Clerfayt zei dat er nog andere wijzigingen gepland zijn van de Gemeentewet, waaronder de regeling voor burgemeesters die afwezig zijn door ziekte (de langdurige afwezigheid van de vorige burgemeester van Vorst leidde bijvoorbeeld tot problemen, red.), maar die ontwerp-ordonnanties zullen later in het parlement aan bod komen. In het najaar volgt ook een Staten-Generaal over de hervorming van het Brussels institutioneel landschap (wat doet het gewest en wat doen de gemeenten, red.).

'Brolwet'

De bespreking van de ontwerp-ordonnantie werd vandaag nog niet afgerond en zal pas eind deze maand worden verdergezet.

De oppositie liet al verstaan er weinig oren naar te hebben. Burgemeester Vincent De Wolf (MR), die zelf zal moeten kiezen tussen parlement en zijn gemeente Etterbeek, vindt het een brolwet. Hij vindt dat lokale mandatarissen juist een verrijking kunnen betekenen voor het parlementair debat. En hij vreest dat er in het parlement heel wat ervaring zal verloren gaan.

N-VA zit op dezelfde lijn. De burgemeesters en schepenen staan dicht bij de burger, en verdienen wel een plaats in het parlement, vindt parlementslid Mathias Vanden Borre (N-VA). “Bovendien is een wet helemaal niet nodig. Als de kiezer geen burgemeester wil in het parlement volstaat het dat hij er niet voor stemt. Net zo goed kan de burgemeester zelf beslissen om voor zijn gemeente te kiezen.”

De PVDA vindt het dan weer niet kunnen dat de precieze loonsverhoging voor de burgemeesters buiten het parlement wordt gehouden en later door de regering zal worden beslist. Parlementslid Francis Dagrin: "Dat betekent dat er geen openbaar debat of stemming meer over deze kwestie zal plaatsvinden. Toch wel straf eigenlijk: de traditionele partijen zullen hoogstwaarschijnlijk in alle ondoorzichtigheid loonsverhogingen aan zichzelf toekennen, maar tegelijkertijd hebben zij slechts schoorvoetend een luttele verhoging van 2% toegekend aan het gemeentepersoneel in de laagste loonschalen, na drie jaar van vakbondsstrijd..."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel, Politiek, Bernard Clerfayt, Gemeentewet, decumul, goed bestuur, Vincent De Wolf, Mathias Vanden Borre, Cumul, mandaten, lokale mandatarissen

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni