ACOD dreigt met acties uit onvrede met Brussels regeerakkoord

De socialistische vakbond voor openbare diensten (ACOD) is niet tevreden over het Brussels regeerakkoord. “Er wordt amper iets gezegd over de situatie van de werknemers in Brusselse gemeentes of ziekenhuizen.”

132 pagina’s telt het regeerakkoord van de nieuwe Brusselse regering van PS, SP.A, Ecolo, Groen, Open VLD en Défi. Maar het deel dat over de werknemers van de Brusselse gemeenten, OCMW’s of ziekenhuizen gaat, is niet naar de zin van het ACOD. “We worden blijkbaar niet gehoord”, aldus ACOD-woordvoerder Maxime Nys.

Het ACOD had gehoopt dat de nieuwe Brusselse regering met concrete maatregelen zou komen om de loonkloof tussen werknemers van Brusselse lokale besturen, OCMW’s en ziekenhuizen en andere gewesten te verkleinen en hun arbeidsomstandigheden te verbeteren. “Vorig jaar hebben we een signaal afgegeven”, aldus Nys. “Daarna zijn we met kabinetsleden van minister-president Rudi Vervoort (PS) in een werkgroep in Comité C aan de slag gegaan. We hadden daar het idee dat we gehoord werden, maar voor concrete maatregelen moesten we wachten tot na de verkiezingen, werd ons via verschillende kanalen medegedeeld.”

Mogelijk acties

Nu het regeerakkoord voorgesteld is, heeft het ACOD het gevoel dat met de resultaten van die werkgroep niets gedaan wordt. Nys: “Brusselse ambtenaren verdienen tot 15 procent minder dan ambtenaren in andere gewesten, in ziekenhuizen kan het verschil zelfs 40 procent zijn. Dat is iets dat in die werkgroep nogmaals werd bevestigd. Maar in het regeerakkoord wordt er slechts summier over de situatie van werknemers van Brusselse lokale besturen, OCMW’s en ziekenhuizen gesproken. Wij hadden op meer gehoopt.”

Het ACOD wil nog in gesprek gaan met de nieuwe coalitie, maar zegt niet te lang meer te willen wachten. “Tot nu toe zijn we nog heel braaf geweest. We zijn bij alle gemeenteraden langs geweest om in gesprek te gaan, maar blijkbaar worden we niet gehoord. Als we tegen september nog geen nieuws hebben, plannen we hardere acties.”