Te weinig opvangplaatsen: ‘Zet ons niet op straat, zeker niet nu het kouder wordt’

Arne Reszczynski, GR, KVDP
© BRUZZ
08/11/2021
© Kevin Van den Panhuyzen/BRUZZ | De mini-sloppenwijk aan Klein Eiland in Anderlecht

Aan Klein Eiland in Anderlecht woont een vijftiental mensen, waaronder ook enkele kleuters, al een maand in hutjes en tentjes. Ze hebben nu het bevel gekregen om het terrein te verlaten. “Als we morgen moeten vertrekken, kunnen we nergens heen. In de opvang is er geen plaats”, zeggen de bewoners van de mini-sloppenwijk. Nu de winter voor de deur staat, trekt ook het Rode Kruis aan de alarmbel wegens een gebrek aan opvangplaatsen.

Tussen de plek waar afgelopen zomer duizenden mensen konden feesten tijdens Gate (het alternatieve festival van Couleur Café) en de plaats aan het kanaal in Anderlecht waar het tijdelijke openluchtzwembad Flow stond, kruipen we over een afgebroken omheining rond een stuk braakliggend terrein. Net als twee jaar geleden wordt het privéterrein bezet door daklozen en is er een soort van mini-sloppenwijk ontstaan.

We zien het beter wanneer we dichterbij komen: hutjes uit gerecupereerd materiaal als paletten met hier en daar enkele stenen, metalen pijpen die uit de daken schieten om de rook van de kacheltjes binnenin af te voeren en blauwe plastic zeilen op de daken om het geheel waterdicht te houden.

“No photo, no photo,” roept een van de bewoonsters naar ons. Haar buurmannen en -vrouwen, het gaat om in totaal een vijftiental mensen, komen naar buiten en er ontstaat wat commotie. “Zij willen niet gefotografeerd worden, maar ik wil wel praten, want ik wil dat de overheid zich bewust is van onze situatie,” sust Constantin. Ook hij woont met zijn vrouw en kinderen in een van de hutjes. Zowat de helft van de bewoners zijn kinderen, waaronder ook enkele kleuters.

20211108-dsc01810.jpg
© Kevin Van den Panhuyzen/BRUZZ | Constantin: “Als we morgen weg moeten, staan we meteen op straat, met onze bagage en onze kinderen. We kunnen nergens heen. We hebben Samusocial gebeld om om hulp te vragen, maar we krijgen steeds het antwoord dat er geen plaats is.”

“We komen van de straat en wonen hier met meerdere gezinnen, sommige met en andere zonder kinderen. Ik weet dat dit geen goede leefomstandigheden zijn voor een kind, maar we hebben geen andere keuze,” zegt Constantin. Hij is net als de andere bewoners van de sloppenwijk van Roma-afkomst en komt uit Roemenië, en spreekt vloeiend Frans. “Ik heb Belgische papieren en heb hier gewerkt. Ik wil opnieuw werken, maar dat gaat niet in deze omstandigheden. Waar we ook komen worden we weggejaagd, of het hier is of in Roemenië.”

‘Kunnen nergens heen’

Twee jaar geleden werd de sloppenwijk aan Klein Eiland, die toen heel wat groter was, ontruimd op bevel van de burgemeester. Ook nu heeft het Anderlechtse college een bevel uitgevaardigd om het kamp te evacueren. “De politie wil dat we morgenochtend vertrekken, net nu het kouder wordt. Hier kunnen we ons een klein beetje verwarmen, daarom vragen we om ons minstens tijdens de winter te laten blijven.”

Terwijl achter ons enkele stevig ingepakte kinderen staan te spelen en een klein meisje van een jaar of vier bijna met onze microfoon gaat lopen, slaakt Constantin een diepe zucht. “Als we morgen weg moeten, staan we meteen op straat, met onze bagage en onze kinderen. We kunnen nergens heen. We hebben Samusocial gebeld om hulp te vragen, maar we krijgen steeds het antwoord dat er geen plaats is.”

Een stand van zaken met het Rode Kruis

Rode Kruis: ‘Vraag neemt toe, aanbod neemt af’

Van Klein Eiland gaan we terug richting Flagey. We stoppen onderweg aan het Zuidstation en metrohaltes Naamsepoort en Troon. Waar we ook komen, overal zijn daklozen te zien of hebben ze hun sporen achtergelaten. Langs de tramrails aan het Zuidstation brengt een twintigtal mensen de nacht door, in de metrostations ligt in elk hoekje wel iemand te slapen.

Volgens de laatste daklozentelling in november 2020 is het aantal dak- en thuislozen sterk gestegen. Die telling leverde het recordcijfer van 5.313 dak- en thuislozen in Brussel. “Dat is een toename van dertig procent in vergelijking met twee jaar daarvoor. Dat is een schatting, het echte aantal ligt wellicht nog veel hoger,” zegt Hanne Michiel, coördinatrice bij het Rode Kruis. Die hulporganisatie, die in Brussel instaat voor verschillende opvanginitiatieven, trekt aan de alarmbel, nu de winter voor de deur staat.

Het plaatstekort waar Constantin over getuigt is reëel en acuut, klinkt het. “Terwijl er een sterke toename van het aantal daklozen is, neemt het aanbod af. Er is een groot, structureel plaatstekort dat deze winter nog schrijnender dreigt te worden”, aldus Michiel. “We verwachten dat niet iedereen zal opgevangen worden. Dat is vandaag al zo. We maken ons zorgen om de families, die normaal prioriteit krijgen in de opvangcentra. Vandaag zien we al dat we elke maand honderden families een slaapplek moeten weigeren wegens plaatsgebrek.”

‘Situatie verergerd sinds corona’

Het Rode Kruis vraagt dringend om een ontmoeting met de andere hulporganisaties die in Brussel actief zijn. Zo’n ontmoeting komt er ook deze maand, zegt Bruss’Help, de organisatie die de daklozenhulp in Brussel moet coördineren. Intussen is het onduidelijk hoeveel mensen in de kou moeten blijven.

“Het zijn er zeker veel te veel,” zegt Giuseppe vastberaden vanop het Flageyplein, waar een tiental daklozen staat aan te schuiven voor een douche of om kleren te wassen. De veertiger is zelf al twee jaar en half dakloos. “Veel te lang,” glimlacht hij. Ook hij ziet dat de situatie van daklozen de voorbije twee jaar is verergerd. “Ik zie alleszins meer dakloze mensen. De situatie is verergerd sinds de coronacrisis, toen veel mensen hun inkomen zijn verloren. Zonder een loon kan je geen huur betalen, en zo valt het ene dominosteentje na het andere om.”

20211108-dsc01869.jpg
© KVDP/BRUZZ | Giuseppe aan de mobiele douche en wasmachine op het Flageyplein: “Het is een verhaal dat elk jaar opnieuw naar boven komt wanneer het wat kouder wordt. De nachtopvang zal opengaan, maar er zijn elk jaar opnieuw mensen die niet kunnen genieten van de kans om ’s nachts op een warm plekje te slapen.”

Zelf doet Giuseppe geen beroep op de noodopvang, omdat hij de nachten kan doorbrengen op een veldbedje in een garage. Toch maakt het gebrek aan opvangplaatsen hem boos. “Het is een verhaal dat elk jaar opnieuw naar boven komt wanneer het wat kouder wordt. De nachtopvang zal opengaan, maar er zijn elk jaar opnieuw mensen die niet kunnen genieten van de kans om ’s nachts op een warm plekje te slapen.”

“Wat de overheid doet, is onvoldoende. Het is alsof ze een huis wil bouwen, maar slechts enkele stenen neerlegt en zegt dat het huis af is. Terwijl het huis net groter moet worden, en echte kamers moet hebben. Wat moeten de mensen die in de kou blijven staan doen?”

Lees dinsdag ook het interview met François Bertrand van Bruss'Help, de organisatie die de daklozenhulp in Brussel coördineert.

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni