Vastgoedprijzen in Brussel stijgen minder dan in andere regio’s

De prijzen van appartementen in Brussel zijn vorig jaar met 2,2 procent gestegen, vergeleken met 2020. Dat is minder dan in Vlaanderen en Wallonië, waar ze respectievelijk met 5,9 en 2,9 procent omhoog gingen. Voor huizen is de stijging sterker, maar ook hier is die in Brussel beperkter dan elders. De duurste vastgoedgemeente blijft Elsene, blijkt uit cijfers van de Federatie van het Notariaat (Fednot).

Het aantal vastgoedtransacties lag in 2021 11,1 procent hoger in Brussel. In Vlaanderen gebeurden 14,7 procent meer transacties, in Wallonië 14,3.

Een huis kost in België ongeveer 270.000 euro (mediaan), een toename van 8 procent tegenover 2020. In Brussel gaat het om een kleinere stijging (+5,2 procent). Een huis kost er zo'n 462.750 euro. In Vlaanderen gaat het om een grotere stijging (7,1 procent) maar een huis kost er volgens de mediaan nog steeds minder (300.000 euro) dan in de hoofdstad. In Wallonië kost een huis ‘maar’ 192.000 euro (+6,1 procent).

In het Brussels gewest is Elsene de duurste gemeente om een huis te kopen. De mediaanprijs voor een huis bedraagt er 690.000 euro, een stijging van maar liefst 15 procent tegenover 2020. Meer dan driekwart van de huizen kost er zelfs meer dan 462.750 euro (de mediaan op gewestelijk niveau). Vorig jaar stond Ukkel op plaats één met een mediaanprijs van 630.000 euro.

"Wij merken op dat de prijsstijging in de reeds dure zuidelijke gemeenten geen einde lijkt te kennen, en dat tegelijk de noordelijke gemeenten onverminderd meestijgen," zegt Stijn Joye, notaris van Fednot.

"De mediaanprijzen voor een woning in Brussel naderen de kaap van 500.000 euro, en dat betekent dat voor één woning op de twee binnenkort geen enkele korting meer kan genoten worden bij een eerste aankoop." Wie vastgoed koopt in Brussel moet op de eerste 175.000 euro geen registratierechten betalen. Dat voordeel geldt niet als de aankoopprijs boven het half miljoen ligt.

De goedkoopste gemeente om een huis te kopen blijft Sint-Jans-Molenbeek, waar een huis volgens de mediaan 330.000 euro kost (+9,1 procent). In 2020 ging het nog om 302.500 euro.

Slechts in drie Brusselse gemeenten gingen de prijzen voor een huis omlaag. Het gaat om Sint-Gillis, waar een huis 469.000 euro kost (-8,1 procent), Etterbeek met 577.500 euro (-3,8 procent) en Laken met 337.500 euro (-10 procent). De gemeente waar de prijzen het sterkst omhoog gingen vorig jaar was Jette met een stijging van 21,2 procent naar 394.000 euro.

Appartementen

De stijging van de huizen (+5,5 procent) ligt in Brussel hoger dan die van de appartementen (+2,2 procent). "We zien hierin een bevestiging van het 'lockdown-effect'", zegt notaris Stijn Joye van Fednot. "Kopers geven de voorkeur aan een huis, liefst met tuin of terras. Dat geeft uiteraard meer comfort voor telewerken, en bij goed weer kan men in de tuin of op terras."

Terwijl de prijzen van appartementen het minst zijn gestegen in de hoofdstad, blijven appartementen wel duurder dan in Vlaanderen en Wallonië. Een appartement kostte vorig jaar gemiddeld 250.000 euro in Brussel, dat is een stijging met 2,2 procent tegenover 2020. In Vlaanderen gaat het om zo'n 233.000 euro (+5,9 procent) en in Wallonië om 180.000 euro (+2,9 procent).

Voor een appartement zijn zowel Elsene als Sint-Pieters-Woluwe de duurste gemeenten met allebei een mediaanprijs van 350.000 euro. De drie goedkoopste gemeenten – en eveneens de enige gemeenten waar de mediaanprijs nog onder de 200.000 euro ligt – zijn Anderlecht (188.000 euro) en Koekelberg en Laken. In die twee gemeenten kost een appartement ongeveer 197.000 euro.

Een garage, tot slot, kost in Brussel nu ongeveer 26.000 euro, een stijging van 4 procent tegenover een jaar eerder. De nationale mediaanprijs is 25.000 euro.

Leeftijd

Wel zijn de Brusselaars die een huis kopen gemiddeld jonger (41 jaar) dan de huizenkopers op nationaal vlak (43 jaar). Toch hebben twintigers het moeilijker om een huis te kopen in de hoofdstad dan elders in België. Slechts 20,7 procent van de kopers in Brussel is 30 jaar of jonger, terwijl dit nationaal op 24,3 procent ligt.

"Het is weinig jonge kopers gegeven om voor hun 30ste toe te treden tot de dure Brusselse vastgoedmarkt," aldus Joye. "Het abattement bij een eerste aankoop kan het verschil in prijs niet helemaal compenseren."

"Brussels vastgoed is traditioneel gegeerd als investering, omwille van de vele goedverdienende expats die garant staan voor een betrouwbare huurdersmarkt. Heel wat promotoren wachten op een vergunning of krijgen te maken met betwistingen voor de Raad van State. Het gevolg is dat heel wat nieuwbouwwoningen wel in de pijplijn zitten, maar nog niet gecommercialiseerd worden."

Ten slotte mag het niet verbazen dat de verhouding huizen/appartementen in een grote stad als Brussel erg verschilt van het nationaal gemiddelde. Terwijl er in de hoofdstad slechts 36,4 procent van het verkochte vastgoed een huis is (tegenover 63,6 procent appartementen), ligt het aandeel huizen in heel België veel hoger (72,7 procent) dan het aandeel appartementen (27,3 procent).