De Dardennes over 'Jeunes mères': 'Als tienermoeder kan je het tij nog altijd keren'

Niels Ruëll
© BRUZZ
30/05/2025
Updated: 06/06/2025 11.33u

Christine Plenus

Voor de negende keer staan de broers Jean-Pierre en Luc Dardenne op het palmares van het Filmfestival van Cannes. In het met de prijs voor beste scenario bekroonde Jeunes mères volgen de regisseurs van Rosetta en L'enfant vijf tienermoeders die opgevangen worden door een moeder-en-kindhuis. Met het savoir-faire van de grote regisseurs en het savoir-vivre van de grote humanisten.

Er waren eens twee broers uit Luik: Jean-Pierre en Luc Dardenne. Ook nadat ze al twee keer de Gouden Palm gewonnen hadden, bleven ze prangende realistische films maken die bejubeld worden op het Filmfestival van Cannes. In Jeunes mères verhalen ze zo kundig en warm over vijf jonge moeders die opgevangen worden door een moeder-en-kindhuis, dat de film hun het voorbije weekend de prijs voor het beste scenario opleverde.

Het is al hun negende prijs in Cannes, na onder meer een Gouden Palm voor Rosetta in 1999. “We hadden het festival gevraagd om Jeunes mères op de voorlaatste dag te vertonen, op hetzelfde uur als destijds Rosetta,” vertelt Luc Dardenne. “Dat was ons eerbetoon aan (de onlangs overleden hoofdrolspeelster van Rosetta, red.) Émilie Dequenne.”

Actrice Elsa Houben en acteur Jef Jacobs over hun rol in de film Jeunes Mères.

"Je zou een film kunnen maken die zo stoer mogelijk dicht bij de realiteit blijft. Maar daar zouden wij nooit aan beginnen. We waren écht onder de indruk van hoe licht en hoopvol zo'n moeder-en-kindhuis kan zijn"

Jean-Pierre Dardenne

Filmmaker

“De research voor Jeunes mères bracht ons in een moeder-en-kindhuis in Luik. Je zou denken dat dat niet meteen een grappige, vrolijke plek is, maar we werden er door tederheid bevangen,” bloost Jean-Pierre Dardenne. “We zagen er een achttal jonge moeders of hoogzwangere jongeren en héél veel pasgeborenen. De sfeer, het leven en de kwetsbaarheid ervan maakten een diepe indruk op ons. Daar en dan veranderden we van idee: onze film zou niet gaan over één tienermoeder, maar over een groep jonge moeders én over die bijzondere plek. Dat kwam ook overeen met onze wil om eens iets anders te doen.”

“We wilden geen té geconstrueerde film,” vult zijn jongere broer Luc aan. “We bedachten voor elk personage een zo uniek en individueel mogelijk verhaal en een specifiek doel. Vanaf het begin lag vast: het kan moeizaam zijn, maar de jonge moeders zullen zich erdoorheen slaan. We wilden absoluut niet dat de jonge meisjes en moeders zouden achterblijven in hun gevangenis. Ze bevrijden zich, van de straat, van de drugs, van huiselijk geweld, van de armoede, maar meestal ook van hun moeder. Want hun situatie en hun gevoelens – of de afwezigheid van gevoelens – tegenover hun kind hebben meestal op de een of andere manier te maken met hun moeder.”

Positivo's! Hoe succesvol is zo'n moeder-en-kindhuis in werkelijkheid?
Jean-Pierre Dardenne: Er is de realiteit en er is fictie. Fictie is er niet om de werkelijkheid te camoufleren, maar fictie kan wel op mogelijkheden wijzen. De mogelijkheid om het te redden. In werkelijkheid loopt het niet voor alle meisjes uit zo'n huis positief af. Er gaat niet altijd een nieuwe deur voor hen open. Voor mensen met een psychiatrische aandoening, is het bijvoorbeeld lastig.
Je zou een film kunnen maken die zo stoer mogelijk dicht bij de realiteit blijft. Maar daar zouden wij nooit aan beginnen. We waren écht onder de indruk van hoe licht en hoopvol zo'n moeder-en-kindhuis kan zijn. Dat belichten we zonder de moeilijkheden of problemen te ontkennen, zonder de zwaarte van het sociaal determinisme te miskennen. Want er zijn natuurlijk redenen waarom je op 15-jarige leeftijd met een baby terechtkomt in zo'n huis.

BRZ 20250528 1937 SLT Meres FILM jeunes-meres Jean-Pierre-Luc Dardenne

Belgaimage

Het is ook niet altijd slecht. Mag hier worden gezegd dat de Belgische samenleving via zo'n moeder-en-kindhuis goed werk verricht?
Luc Dardenne: Ik denk het wel. We hebben het niet onderzocht, maar die huizen zijn openbare diensten die goed werk verrichten. Maar weet wel dat ze het belang van het kind vooropstellen. Het maakt voor hen niet uit of de jonge moeder er de zorg voor opneemt dan wel een pleeg- of adoptiegezin. Blijkbaar zijn er wel steeds meer kinderen die in een instelling opgroeien en steeds minder pleeg- of adoptiegezinnen. Misschien zorgen homoseksuele gezinnen straks voor beterschap.
Jean-Pierre: Wat er in het echte leven ook gebeurt met die jonge meisjes – en dat kan inderdaad minder geslaagd en hoopgevend zijn dan het voor onze filmpersonages is –, ze zullen toch altijd drie tot achttien maanden in zo'n huis hebben samengeleefd. En daar zullen ze gemerkt hebben dat mensen elkaar kunnen steunen en helpen zonder conflict, geweld of uitbuiting. Ze zullen er gerespecteerd zijn en geleerd hebben anderen te respecteren. Daar zullen ze altijd naar kunnen teruggrijpen.

Van Rosetta over L'enfant tot Le gamin au vélo of Le jeune Ahmed: jullie hebben een voorkeur voor de verhalen van mensen die nog een heel leven voor zich hebben.
Jean-Pierre: Die belangstelling was er van in het begin. Ik weet niet waarom, maar het is niet anders. Achteraf kan je altijd wel redenen bedenken: we tonen tieners die worden geconfronteerd met volwassen problemen en daardoor een deel van hun zorgeloosheid verliezen. Dat zou niet mogen. Maar door hun jonge leeftijd is er wel nog altijd veel mogelijk voor hen. We weten dat sociaal determinisme bestaat en moeilijk te bestrijden is, maar we weten ook dat je op jonge leeftijd nog een kans en de energie hebt om het tij te keren en oplossingen te vinden. Dat doen de vijf meisjes in onze film, net als al hun voorgangers. Zij zijn degenen die ons interesseren, zij zijn degenen die wij willen filmen.

Jullie maakten voor de tiende keer deel uit van de competitie van het Filmfestival van Cannes en vielen bijna altijd in de prijzen. Soms wordt onderschat hoe uitzonderlijk dat is. Wanneer is het festival voor jullie een succes?
Jean-Pierre: Over de competitie heb je geen enkele controle. Een jury maakt haar keuzes en dat is het dan. Daar ga ik licht over. Maar over de ontvangst niet. Een écht goede ontvangst kan je film vleugels geven. Het neemt niet weg dat we zoals iedereen graag een prijs winnen. Alleen komen we aan de start met een zware handicap. Onze paarden zijn zwaarder beladen.

Op welke handicap doelen jullie?
Jean-Pierre: Het was onze tiende keer en we hebben al zoveel prijzen gewonnen.
Luc: De dag dat we helemaal niets winnen zal dat de headline zijn: 'De broers Dardenne keren met lege handen terug.' Alsof we op de kermismolen naast de flosj grepen. Je mag zulke prijzen niet te ernstig nemen.

Slotvraag: Close-regisseur Lukas Dhont en zijn broer coproduceren Jeunes mères. Zelf coproduceren jullie de nieuwe film van de Brusselse Laura Wandel. Vinden jullie een band met de nieuwe generatie belangrijk?
Jean-Pierre: Een zeer getalenteerde nieuwe generatie!
Luc: We hebben dat altijd al gedaan. In de jaren 1980 steunden we documentairemakers, nu fictiemakers. Alle pluimen gaan naar Delphine Tomson (van productiehuis Les Films du Fleuve, dat ze oprichtte met de Dardennes, red.), al lezen wij uiteraard de scenario's. Enkel wanneer de regisseur om feedback op de montage vraagt, zullen we die geven. We coproduceren ook gevestigde waarden, maar jongeren die hun eerste films maken zijn het interessantst.

Jongeren? Laura Wandel is 41.
Luc: In de filmwereld is dat jong. Wij zijn oude, sluwe vossen geworden. (Lacht)
Jean-Pierre: De nieuwe paus wordt 'jong' genoemd. Ik voelde me herboren toen ik dat hoorde. Hij is 69.
Luc: We zijn jonger dan Trump.
Jean-Pierre: Maar Schubert stierf dan weer op zijn 31e en liet een indrukwekkend oeuvre na. Leeftijd is relatief.

Jeunes mères speelt vanaf 4/6 in de Brusselse zalen

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni