Werkgroep dekolonisering stelt aanbevelingen voor: Leopold II moet weg

Sara De Sloover
© BRUZZ
17/02/2022
© Belgaimage | Het grote ruiterstandbeeld van koning Leopold II aan het Troonplein is vaak besmeurd. Het beeld op die plek als dusdanig behouden is geen optie, zegt de werkgroep

Er moet een masterplan komen dat alle koloniale ‘geheugenplekken’ bekijkt om ze te kunnen transformeren. Er zou een (post)koloniaal documentatiecentrum moeten komen, dat later moet uitgroeien tot een museum. Het ruiterstandbeeld van Leopold II aan het Troonplein moet ofwel verwijderd, ofwel omgesmolten worden. Dit zijn een paar van de aanbevelingen van de werkgroep rond dekolonisatie van de openbare ruimte in Brussel, die donderdagmiddag zijn voorgesteld in het Brussels parlement.

De werkgroep werd eind 2020 opgericht op initiatief van staatssecretaris voor Stedenbouw en Erfgoed Pascal Smet (One.Brussels/Vooruit). De groepsleden, zowel academici als activisten, doen in hun eindrapport van zowat 250 pagina's veel algemene aanbevelingen over hoe koloniaal erfgoed benaderd moet worden, en vragen ook meer jaarlijkse herdenkingsdagen, conferenties, debatten en sensibiliseringsacties.

Museum en stortplaats

Naast de oprichting van een museum met documentatiecentrum beveelt de werkgroep ook de aanleg van een centrale ‘stortplaats’ aan voor het Gewest, waar (ook grote) afgedankte koloniale beelden en andere herdenkingsmonumenten die weggehaald werden uit de openbare ruimte kunnen in worden ondergebracht, als één van de mogelijke bestemmingen. Dergelijke stortplaats/bergplek is geen louter logistieke infrastructuur, maar een symbolische openbare plek.

Voor negen emblematische koloniale plaatsen of symbolen in de stad formuleerden ze concrete pistes om die te ‘dekoloniseren’ (lees de concrete aanbevelingen onder onderstaande kaart)

De negen locaties waarover de dekolonisatiecommissie aanbevelingenheeft geformuleerd in haar rapport van februari 2022
© OpenStreetMaps/BRUZZ | De negen locaties waarover de dekolonisatiecommissie aanbevelingenheeft geformuleerd in haar rapport van februari 2022.
  • Standbeeld Leopold II , Troonplein

Het belangrijkste monument ter ere van koning Leopold II moet voor de werkgroep ofwel verwijderd, ofwel ingrijpend getransformeerd worden. Tijdens de fase van maatschappelijke dialoog daarover kan het standbeeld verborgen worden door een tijdelijke constructie als een tent of paviljoen. Het standbeeld kan omgesmolten worden tot een herdenkingsmonument voor de slachtoffers van de kolonisatie. Dat is enerzijds een directe verwijzing naar de koloniale exploitatie van het koper en tin uit Congo, ontgonnen door Congolese arbeiders tewerkgesteld voor koloniale ondernemingen, die ook het koper voor dit standbeeld van Leopold II leverden.

De locatie is anderzijds ook een goede plek voor het oprichten van een hoofdstedelijk memoriaal voor de slachtoffers van de Belgische kolonisatie en het kolonialisme: vlak bij de nationale politieke instellingen en in een buurt waar tal van koloniale bedrijven en instellingen aanwezig waren, maar ook dicht bij de wijk Matonge.

Het standbeeld zou ook verplaatst kunnen worden naar een stortplaats voor afgedankte beelden. De lege sokkel zou een ruimte voor tijdelijke artistieke interventies kunnen zijn.

10 juni 2020: het ruiterstandbeeld ter ere van Leopold II op het Troonpleinwerd besmeurd en gevandaliseerd
© Belgaimage | Het grote ruiterstandbeeld van koning Leopold II aan het Troonplein is vaak besmeurd. Het beeld op die plek als dusdanig behouden is geen optie, zegt de werkgroep.
  • 'Weggelopen zwarte slaven verrast door honden'

Dit standbeeld op de Louizalaan, gebaseerd op de 19de-eewse kaskraker De Hut van Oom Tom van de Amerikaanse schrijfster Harriet Beecher Stowe, toont de onderwerping van de zwarte man tijdens de slavernij en het toont eveneens hoe sommige honden in die periode getraind werden om slaven en andere voortvluchtigen te volgen.

In 2020 lanceerden buurtbewoners nog een petitie om de verwijdering van het standbeeld te eisen.

“Het extreme afgebeelde geweld ten aanzien van zwarte personen maakt dat dit kunstwerk niet langer zijn plaats kan hebben in de openbare ruimte”, schrijft de werkgroep, die voorstelt om het marmeren beeld te breken en het materiaal te hergebruiken om een nieuw beeld op de vrijgekomen plaats te zetten, dat bijvoorbeeld in het teken staat van verzet tegen de trans-Atlantische slavernij. Een bordje moet duiden wat er eerst stond en waarom het uit de openbare ruimte werd weggehaald.

Weggelopen zwarte slaven worden aangevallen door honden, beeldhouwwerk op de Louizalaan
© monument.heritage.brussels | 'Weggelopen zwarte slaven worden aangevallen door honden', beeldhouwwerk op de Louizalaan.
  • Jubelpark

Het Jubelpark, als park op de as Wetstraat-Tervuren, inclusief zijn gebouwen, heeft een grote dichtheid aan symbolen en sporen verbonden met de koloniale geschiedenis maar ze zijn elk afzonderlijk en zeker samen vandaag nauwelijks zichtbaar, vind de werkgroep, die aanbeveelt de talrijke koloniale elementen samen visueel te highlighten en informatief te ontsluiten in een archeologische themaroute door het park. Voor elk spoor afzonderlijk kan daarbovenop nagegaan worden welke andere interventie nodig is.

De werkgroep stelt voor om de geschiedenis van de triomfboog in het park te belichten. De herdenkingsplaat Belgische Dynastie en Congo is niet goed zichtbaar en amper gekend. Ze moet daarom beter onder de aandacht worden gebracht en geduid worden. De plaat werd recent beklad met rode verf, waarvan de experts voorstellen om deze niet te verwijderen.

Het Monument voor de Belgische pioniers in Congo in het park vormt een volledig overzicht van vrijwel alle standaardonderdelen van het Belgische officiële koloniale discours uit het interbellum, de belangrijkste periode van prokoloniale propaganda. Dit monument is voor de werkgroep dan ook van grote didactische waarde om te leren over dit problematische koloniale discours, maar de actief racistische en kolonialisme-legitimerende ideologieën moeten besproken en weerlegd worden. De experts verkiezen om het monument ter plaatse te houden, op zijn symbolische locatie, maar het om te bouwen tot een ander monument met een nieuwe naam: ‘Monument voor de deconstructie van Belgische koloniale propaganda’. Het monument wordt daarbij ontmanteld door het op te delen in zijn deel-scènes (afbeelding + tekstboodschap), in een nieuwe draagstructuur.

Het standbeeld van Albert Thys, die fortuinen vergaarde door de exploitatie van grondstoffen in de Onafhankelijke Congostaat, moet voor de werkgroep verplaatst worden naar een in te richten stortplaats voor afgedankte koloniale beelden. Het 2de Pan-Afrikaanse congres werd georganiseerd in het gebouw dat nu Autoworld huisvest. Voor de ingang van het musuem zou de werkgroep daarom graag een fototentoonstelling van het congres zien, en duiding rond zijn belang voor de geschiedenis van het panafrikanisme.

De werkgroep raadt daarenboven de in het park gelegen musea aan om hun collecties en displays vanuit een dekoloniaal perspectief te evalueren en te herdenken.

Monument voor generaal Thys (Thomas Vinçotte en Frans Huygelen), ingehuldigd in 1926
© Urban.brussels 2010 | Monument voor generaal Thys (Thomas Vinçotte en Frans Huygelen), ingehuldigd in 1926.
Monument voor de Belgische pioniers in Congo in het Jubelpark (Thomas Vinçotte, 1921)
© Urban.brussels 2010 | Monument voor de Belgische pioniers in Congo in het Jubelpark (Thomas Vinçotte, 1921.)
  • Lever House

Lever is een symbool geworden voor de continuïteit van de koloniale roofexploitatie ook na de Belgische overname van de kolonie, terwijl de Sunlight-zeep van Lever die in alle huishoudens zijn intrede maakte voor de leden van de werkgroep ook een typisch voorbeeld is van ‘banaal kolonialisme’.

In 1921 werd dit pand op de Koningsstraat 150 -152 de zetel van les Savonneries Lever Frères (reeds opgericht in 1900 als Belgisch bedrijf met Britse eigenaars) en van de Société anonyme des Huileries du Congo Belge (HCB, opgericht door Lever in 1911). Later werd het bedrijf door een fusie Unilever (Unimargarine-Lever). Dankzij de recente bescherming van de binnen- en buitenkant van deze voormalige koloniale bedrijfszetel is het behoud van de getuigenis van de geschiedenis van de Belgische koloniale bedrijven verzekerd.

De werkgroep stelt twee pistes voor. Een thematische herbestemming naar een informatie- en discussieplatform en later ook museum geniet de voorkeur. Als het gebouw een andere herbestemming zou krijgen, beveelt de werkgroep aan om het koloniale verleden van Lever House toch geconcentreerd te vertellen via displays. Ook aan de buitenkant van het gebouw moet de verborgen geschiedenis te zien zijn, via uniforme bordjes die ook op andere koloniale locaties worden gebruikt, en eventueel een app.

De Congreskolom op de voorgrond en het Lever House in de Koningsstraat op de achtergrond
© Belgaimage | De Congreskolom op de voorgrond en het Lever House in de Koningsstraat centraal op de achtergrond.
  • Buste van generaal Storms , De Meeûssquare in Elsene

In 1882 vertrok Émile Storms als commandant van de Vierde Afrikaanse Oostkustexpeditie naar Congo. Tijdens zijn pogingen om controle te verwerven over het gebied ten westen van het Tanganyikameer, kwam hij in aanvaring met Lusinga lwa Ng' ombe, een Tabwa-chef uit het oosten van het huidige Congo. Storms zette een strafexpeditie tegen hem op.

Tijdens een bloedbad werd Lusinga op 4 december 1884 onthoofd. Zijn hoofd werd op een speer naar Storms gebracht die het gebruikte als afschrikkingsmiddel. Bij zijn terugkeer naar België in 1885 nam Storms de hoofden van Lusinga en twee andere Congolezen mee. Hij stelde ze tentoon in zijn woning in Elsene, samen met objecten die hij had meegebracht, waaronder een voorouderbeeld dat aan Lusinga toebehoorde.

De werkgroep is van mening dat een gewelddadige figuur zoals Storms geen plaats verdient in de openbare ruimte. De werkgroep stelt voor om het beeld te vernietigen of samen met de sokkel te verplaatsen naar een stortplaats en te vervangen door een beeld van een persoon van Sub-Saharaanse Afrikaanse afkomst die zich verzet heeft tegen de kolonisatie. Het beeld van Storms vervangen door een beeld gecreëerd door een Congolese kunstenaar is op zich al een krachtig symbool.

Monument met borstbeeld van Emile Storms, op de De Meeûssquare in Elsene, overgoten met rode verf
© Urban.brussels (augustus 2020) | Monument met borstbeeld van Emile Storms, op de De Meeûssquare in Elsene, overgoten met rode verf.
  • Hotel van Eetvelde, Palmerstonlaan 4, Brussel-Stad

Het beschermde Hotel van Eetvelde, in fasen gebouwd tussen 1895 en 1901, is één van de meesterwerken van de art nouveau in het algemeen en van Victor Horta in het bijzonder. Het is een van de vier herenhuizen die Horta ontworpen heeft in Brussel die op de Unesco-Werelderfgoedlijst staat.

Van de vier huizen heeft het Hotel van Eetvelde het meest uitgesproken koloniale karakter. Dat is een direct gevolg van het feit dat de opdrachtgever en bewoner van dit herenhuis Edmond van Eetvelde was, secretaris-generaal van de Onafhankelijke Congostaat en als dusdanig de meest nauwe medewerker van Leopold II. Hij bestuurde Congo vanaf 1885, vanaf 1894 tot 1901 alleen. Hij zetelde ook in de directiecomités van talrijke ondernemingen, waaronder de Compagnie du Chemin de Fer du Congo supérieur aux Grands Lacs africains en de Banque de Bruxelles.

Hotel van Eetvelde fungeerde als een doordacht propagandamiddel. In het gebouw werd ook overvloedig gebruik gemaakt van Congolees hout en ivoor, en het bevatte elementen die verwezen naar de Congolese natuur en de ster van de Onafhankelijke Congostaat. Van Eetvelde gebruikte het in zijn hoedanigheid als medewerker van Leopold II die het huis trouwens regelmatig bezocht.

Hotel van Eetvelde is een privémonument. De Werkgroep stelt voor dit monument hoe dan ook te contextualiseren door aandacht te vestigen op zijn koloniale aspecten. De buitenmarkeringen rond het gebouw zouden kunnen aangepast worden, met het oog op een koloniale erfgoedroute.

Het grondplan van Hotel van Eetvelde was gericht op ontvangst in en rondom de centrale octogonale hal. Dit kader kan dienen als locatie voor representatieve evenementen van organisaties van Congolese, Rwandese en Burundese Brusselaars, en dekoloniale evenementen, als symbolisch toe-eigenend gebruik.

Hotel Van Eetvelde, zicht op de centrale hal en wintertuin
© Urban.brussels | Hotel Van Eetvelde, zicht op de centrale hal en wintertuin.
  • Generaal Jacqueslaan

De werkgroep stelt een naamswijziging van deze laan voor. Zonder afbreuk te willen doen aan de bijdragen van generaal Jacques tijdens Wereldoorlog I, meent de werkgroep dat generaal Jacques wegens zijn wrede houding ten opzichte van de inwoners van de Onafhankelijke Congostaat (zoals aangegeven in zijn eigen geschriften) geen plaats verdient in de openbare ruimte. In plaats daarvan krijgt de laan beter een naam die verwijst naar Congolese veerkracht, verzet of weerstand tijdens de koloniale periode.

De generaal Jacqueslaan
© Belgaimage | De Generaal Jacqueslaan.
  • Het Monument voor de koloniale pioniers van Elsene’, vlak bij de Ter Kamerenabdij

De Werkgroep stelt voor dit monument naar een museum in Elsene te verplaatsen, en het te vervangen door een hommage aan (een) Congolese vrouw(en). Het moet zo een tegenwicht bieden tegen het koloniale discours dat de Congolese vrouw in het algemeen en de Mangbetu-vrouw in het bijzonder reduceerde tot seksobject van mannelijke kolonisatoren.

Elsene is hier aan zet, aangezien het monument van de gemeente voor ‘haar pioniers’ was.

Monument voor de koloniale pioniers van de gemeente Elsene (1933) op het Rode Kruissquare
© Verzameling Befius Bank/Académie Royale de Belgique/Urban.brussels | Monument voor de koloniale pioniers van de gemeente Elsene (1933) op de Rode Kruissquare.
  • De beiaard op de Kunstberg

Op de klok van de beiaard staan twaalf mannelijke personages die representatief zouden zijn voor België: acht concrete Belgische historische personages, drie ‘onbekende Belgen’ (een ‘Galliër’, ‘soldaat’ en een ‘werkman’) en een Congolees (een ‘tamtamspeler’). Het stereotiepe beeld van de anonieme Congolese trommelaar die een land vertegenwoordigt dat circa 80 keer groter is dan België staat in schril contrast met de historische figuren die België vertegenwoordigen.

De werkgroep stelt voor om Congolezen de kans te bieden om de foutieve en stereotiepe koloniale beeldvorming te weerleggen door bij te dragen aan een nieuwe programmatie voor de beiaard met Congolese rumba en evenementen op de Kunstberg met rumbaconcerten. De rumba ontwikkelde zich tijdens de koloniale periode als een vorm van verzet tegen de Belgische kolonisatie, werd een belangrijk element van de Congolese identiteit en groeide uit tot een cultuurproductie met internationale uitstraling die onlangs door UNESCO werd opgenomen op de lijst immaterieel erfgoed.

De Kunstberg met de beiaard
© Joybot/Flickr CC | De Kunstberg met de beiaard.

De leden van de werkgroep vragen in hun eindrapport meer onderzoek naar de koloniale geschiedenis, zowel door amateurhistorici en heemkundige kringen als door sociologen, stedenbouwkundigen en andere wetenschappers.

Een overzicht van zowat alle tot nu toe bekende koloniale sporen in het Brusselse stadsweefsel vindt u hieronder. Meer uitleg bij elk punt krijgt u door te klikken op de rode bolletjes (Lees verder onder de kaart)

Niet enkel openbare ruimte

De leden van de werkgroep benadrukken dat de dekolonisering van de openbare ruimte deel moet uitmaken van een globaal beleid dat de impact en de gevolgen van de kolonisatie voor mensen van Sub-Saharaans-Afrikaanse afkomst erkent. Daarom is het cruciaal een beleid te ontwikkelen ook in andere domeinen, waaronder een aantal die onder de bevoegdheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vallen, zoals gezondheid, huisvesting, onderzoek en werkgelegenheid.

Vanwege zijn functie als hoofdstad van België en Europa is het belangrijk dat Brussel overleg pleegt met de federale overheid, Vlaanderen, de Franse Gemeenschap en de Europese Unie, raadt de werkgroep aan. Zo kunnen zowel bepaalde problematiserende interventies als nieuwe (nationale) herdenkingsmonumenten tot stand komen ‘in naam van het hele land’ en hopelijk als voorbeeld voor andere EU-landen.

De experts raden verder ook aan om de communicatie over erfgoed en toerisme bij te werken. Zo moet bij evenementen als de Heritage Days of het Jaar van de Art Nouveau in 2023 kritisch gekeken worden naar de koloniale oorsprong van bepaalde gebouwen zoals het Hotel Van Eetvelde.

Verdere stappen

De conclusies en aanbevelingen van de werkgroep zijn een startpunt voor verdere actie. Nadat ze voorgesteld zijn aan de regering, worden ze ook gepresenteerd in de parlementaire commissie Territoriale Ontwikkeling. De discussie in het parlement en het eindrapport van de werkgroep zijn de basis voor een actieplan dat door gewestelijk agentschap Urban.brussels in overleg met andere gewestagentschappen en -administraties wordt opgesteld.

Het actieplan, met concrete voorstellen op het terrein en qua sensibilisering, moet voor de zomer op de agenda van de regering komen. Na goedkeuring zal de uitrol van de concrete ingrepen in de loop van de komende jaren gebeuren. De precieze timing is dan afhankelijk van actie tot actie.

Podcast-tip

In de vierdelige podcastreeks Wandelen naar Congo neemt Lucas Catherine je - samen met journaliste Margot Otten - mee langs de koloniale geschiedenis van Brussel en de gevolgen ervan. 

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel, Stedenbouw, Samenleving, dekolonisering openbare ruimte, dekolonisering, Leopold II-buste, Leopold II, werkgroep, Pascal Smet, koloniaal verleden, kolonialisme, Jubelpark , Jubelparkmuseum, Jubelparkmusea, hotel van eetvelde, dekolonisatie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni