Het was het einde van de zomer, ik had ergens koffie gedronken. Een oma met haar kleinzoontje was ook op stap, een ijsje eten. Ik ging nog even naar het toilet. De oma moest ook, en de kleine, misschien drie, had luide commentaar. Ik kon meeluisteren, vanuit het meisjeshokje.
Waarom ging oma naar de mannen-wc? Terzijde: dat deed mijn mama ook vroeger, toen we onderweg met de auto naar Oostenrijk halt hielden in de Duitse Raststätte. Ze zeilde langs de lange vrouwenrij. “Goed zot,” zegde ze, en ging bij de mannen. Als kind heb ik toen bijna het woord cringe uitgevonden.
De peuter was stellig: de mannen moeten bij de mannen en de vrouwen bij de vrouwen. Niet eens de jongens, de mannen.
Mijn pedagogische hart bloedde een beetje.
De oma hield rustig en vastberaden voet bij stuk, in het mannenhokje.
Toen ik vertrok, dacht ik haar nog goeie moed te wensen. Maar tegen een vreemde praten door een toiletdeur? Misschien toch een beetje cringe.
Ineke Le Compte