“Mag ik vragen waarom je een foto van mijn tuin hebt genomen?”
Ik voelde me betrapt. En het klopt ook. Ik was aan het wandelen met mijn hond en zag plots, in een boom langs mijn route, een vreemde vrucht hangen. Roze van kleur. Qua vorm: iets tussen een drol en een banaan met schubben. Ik haalde mijn gsm boven en nam een aantal kiekjes om later te obsidentifyen.
Ik wilde de soort weten voor mijn tuin in Anderlecht. Ik wil een bosje-element aanleggen en ik zoek nog inspiratie. Het onbekende ding tussen de takken van mijn buren trok mijn aandacht.
Wat dan weer de aandacht van de buren trok. Want de vrouw des huizes – een Nederlandstalige – volgde me per fiets en sprak me aan.
Natuurlijk begreep ik meteen dat het verkeerd kon overkomen, alsof ik een inbraak aan het plannen was.
Ik legde het uit. Ze leek overtuigd. Ik vroeg daarop de naam van de plant.
“Iets met tulpen,” antwoordde ze.
“Een magnolia,” zei ik.
“Je weet het dan toch?”
Blijkbaar. Had ik mezelf nu toch verdacht gemaakt?
Maarten Goethals