Bijna een derde van de Brusselse huurprijzen 'te hoog'

Bij bijna een derde van de Brusselse huurcontracten die in 2025 werden geregistreerd, wordt de huurprijs als onrechtmatig beschouwd. Dat blijkt uit cijfers die staatssecretaris voor Huisvesting Nawal Ben Hamou (PS) donderdag in de parlementaire commissie heeft bekendgemaakt.

Sinds begin 2025 zijn in Brussel 12.692 huurcontracten geregistreerd in het kader van de nieuwe regionale registratieplicht. Daarvan wordt 26,5 procent als onrechtmatig beschouwd. Dat wil zeggen dat die meer dan 20 procent boven de referentiehuur liggen. Als contracten van publieke huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren buiten beschouwing worden gelaten, loopt dat aandeel zelfs op tot bijna 31 procent.

Het gaat voorlopig om een presumptie van onrechtmatigheid. Pas na een gedetailleerd onderzoek van de woning kan worden vastgesteld of een huurprijs effectief buitensporig is. Extra comfort, zoals een groot terras, kan een hogere huur rechtvaardigen. Omgekeerd kan een woning met ernstige gebreken als buitensporig worden beschouwd, ook al ligt de huur minder dan twintig procent boven de referentie.

Vijf keer

Sinds begin mei mogen huurprijzen in Brussel niet meer dan 20 procent boven de referentiehuurprijs uitstijgen, zoals vastgesteld in een huurprijzenrooster. Dat rooster houdt onder meer rekening met het aantal kamers, de bewoonbare oppervlakte en het energieprestatiecertificaat. Huurders kunnen hun contract voorleggen aan een paritaire huurcommissie, die oordeelt over de redelijkheid van de huurprijs.

De commissie, waarin huurders- en verhuurdersorganisaties vertegenwoordigd zijn, kan een niet-bindend advies uitbrengen dat bruikbaar is voor de vrederechter.

Sinds de inwerkingtreding werden 77 dossiers ingediend, waarvan twee rechtstreeks door een vrederechter. 40 daarvan zijn nog in behandeling, 3 werden geschorst en 34 afgerond. In die laatste groep werden 11 aanvragen ingetrokken, 1 keer werd de vraag ongegrond verklaard, 17 keer bleek de huur niet buitensporig en 5 keer wel.

Critici vrezen dat de strengere regels verhuurders ertoe aanzetten hun panden van de markt te halen. Volgens Ben Hamou is daar voorlopig geen bewijs voor. “Ik heb veel gehoord over een daling van het aantal huurwoningen, maar daar bestaan geen cijfers over. Als die cijfers er zijn, wil ik ze graag zien,” zei ze in de commissie.