De democratie zit muurvast en daar zijn politici zelfs deels verantwoordelijk voor. Dat betoogt Quinten Jacobs in een nieuw boek waarin de 26-jarige advocaat en grondwetspecialist ervoor pleit om beleidsmakers weer in het hart van de politieke arena te plaatsen. Jacobs hoopt ook het institutioneel debat rond Brussel aan te wakkeren. “De tijd van een confederalisme met twee is voorbij.”
©
Saskia Vanderstichele
| "Een sanering van de federale overheid is volgens mij niet meer mogelijk zonder staatshervorming"
Grondwetspecialist Quinten Jacobs: 'Het huidige Brusselse model is op'
Amper 26 is hij, maar advocaat en grondwetspecialist Quinten Jacobs bewijst met zijn debuutboek dat hij geboren is voor het publieke debat. In enkele maanden tijd schreef hij met Het betonnen beleid een haarfijne en meeslepende analyse van de Belgische politiek.
Die loopt helemaal vast, stelt Jacobs, en wel om drie redenen: de federale staatsstructuur, het Europees carcan en de juridisering van de mensenrechten. Klassieke partijen hebben daardoor steeds minder speelruimte. Ze kunnen alleen nog rommelen in de marge. Antisysteempartijen spinnen er garen bij.
Hij verwijst naar een citaat van socioloog Max Weber die meer dan honderd jaar geleden al vaststelde dat politiek gelijkstaat aan een gat boren in houten planken. Dat gaat traag en moeizaam. Vandaag is dat hout door beton vervangen, zegt Jacobs, die meteen ook met oplossingen op de proppen komt. Daarin krijgt het politiek debat weer een centrale plaats, zodat politici ook echt voor hun verantwoordelijkheden worden geplaatst.
In uw boek zoomt u onder meer in op de beperkte beleidsruimte van onze politici. Over het Brusselse model zegt u dat het op is. Wat loopt er mis, nadat Brussel 35 jaar lang toch degelijk heeft kunnen functioneren?
Jacobs: Het heeft zin gehad. Mensen vragen zich vaak af waar al die overheden, gewesten en gemeenschappen in ons land goed voor zijn, maar de staatshervormingen in ons land hebben wel degelijk hun vruchten afgeworpen. De bevoegdheden overdragen, dat heeft gewerkt en heeft in Brussel bovendien een soort pacificatie tussen Franstaligen en Nederlandstaligen bewerkstelligd. Maar het is niet meer houdbaar. Het huidige Brusselse model is op.
Hoe is het zover kunnen komen?
Jacobs: Er zijn pakketjes bevoegdheden die moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn en aan verschillende overheden toegekend zijn. De problemen waar Brussel vandaag mee kampt, passen niet in die pakketjes. Denk aan de opvang van transmigranten of de drugsproblematiek: dat zijn grote uitdagingen waar verschillende overheden voor bevoegd zijn, en die daardoor moeilijker opgelost geraken. Voor de kiezer is het niet gemakkelijk om te bepalen wie hij moet afstraffen of belonen in het kieshokje. Nochtans is dat essentieel in een democratie.
©
Saskia Vanderstichele
| 'We mogen niet vergeten dat de PS de chaos van de Brusselse regeringsonderhandelingen heeft ingeluid met een historisch precedent door een veto op de N-VA te stellen'
Brussel heeft, als het over migratie en veiligheid gaat, niet de sleutels in handen.
Jacobs: Inburgering wordt dan wel door de gemeenschappen geregeld, in Brussel kunnen de Vlaamse en Franse gemeenschap geen verplichtingen opleggen, waardoor ze een samenwerkingsakkoord op touw moeten zetten – wat heel lang heeft aangesleept – dat vervolgens in een soort lightversie van de regelingen van de twee gemeenschappen resulteert. Zo’n complex mechanisme in de hoofdstad van Europa: waanzin.
U komt in uw boek met een nieuw model op de proppen waarin België vier deelstaten telt: Vlaanderen, Wallonië, Brussel en Ostbelgien. Wat gebeurt er dan met de link tussen Brussel en de twee gemeenschappen?
Jacobs: Brussel wordt versterkt met de bevoegdheden van de GGC (de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, waar persoonsgebonden zaken aan bod komen, red.). De GGC zelf wordt dus afgeschaft en de ‘biculturele aangelegenheden’ die nu op het federale niveau zitten, verhuizen naar Brussel. Ook de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) verdwijnt: de Vlaamse deelstaat stippelt zelf het Nederlandstalige beleid uit voor bijvoorbeeld onderwijs en cultuur. Zo wordt de band tussen Vlaanderen en Brussel versterkt.
Parallel daaraan verdwijnt ook de Franse Gemeenschapscommissie, haar bevoegdheden kunnen door de Brusselse of de Waalse deelstaat worden overgenomen. De negentien gemeenten zouden we in een soort districtsmodel moeten omzetten.
In uw bredere model belandt ook de sociale zekerheid bij de deelstaten.
Jacobs: Alleen de gezondheidszorg. De reden is helder: de federale overheid moet ontlast worden. Haar begrotingstekort is gigantisch en bovendien liggen de grote facturen die zullen exploderen op haar bord: defensie, pensioenen, vergrijzing en rentelasten. Tegelijkertijd heeft de federale regering weinig ruimte om te besparen. Je moet wel een van de financiële molenstenen van de hals van de federale overheid halen en naar de deelstaten overdragen, en daarom kijk ik naar gezondheidszorg.
Is het kleine Brussel wel in staat om zo’n grotere rol te dragen?
Jacobs: Ik weiger te geloven dat er iets in de grond zit waardoor Brusselse politici incompetent zouden zijn. In de wereld zijn er nog gebieden waar de gezondheidszorg op kleinere schaal georganiseerd wordt en er zijn heel wat manieren om dat vorm te geven. Ook vandaag biedt Vlaanderen gezondheidszorg aan in Brussel. Dat zou zo blijven in mijn model.
“Ik weiger te geloven dat er iets in de grond zit waardoor Brusselse politici incompetent zouden zijn”
U kiest voor een model met vier deelstaten, in tegenstelling tot het confederale model dat de N-VA in het verleden naar voren schoof: Vlaanderen enerzijds en Wallonië anderzijds, die ook samen Brussel besturen.
Jacobs: De tijd van twee is voorbij, denk ik. Dat neemt niet weg dat ik over een asymmetrisch gegeven spreek: het is moeilijk om Ostbelgien op hetzelfde niveau als de andere deelstaten te plaatsen, dat bevoegdheden kan overdragen aan de Waalse deelstaat. Dat gebeurt vandaag uiteraard al.
Er wordt weleens gespeculeerd over 2029 als nieuw momentum voor een staatshervorming: vandaag valt al op dat het Arizona-beleid gedragen wordt in Vlaanderen, maar een pak minder in Wallonië. De federale formatie zou over vier jaar weleens de N-VA en de PS tot elkaar kunnen veroordelen.
Jacobs: Een sanering van de federale overheid is volgens mij niet meer mogelijk zonder staatshervorming. We hebben dus een keuze. Ofwel laat je de primaire bevoegdheden van de federale overheid verkommeren, wat vandaag al gebeurt – justitie is daar een voorbeeld van, we kunnen daar moeilijk nog op besparen. Ofwel ga je voor een staatshervorming.
Daar wordt vandaag totaal niet over gesproken.
Jacobs: De lat ligt politiek hoog door die verplichte tweederdemeerderheid in de Kamer en weinig partijen hebben appetijt om aan zo’n avontuur te beginnen. Het gaat over een proces dat zich in de geschiedenis van ons land nog maar zes keer heeft afgespeeld.
Uw boek draait rond de betonnering van het beleid, onder meer door de logge staatsstructuur, maar ook door de grondwet. Waarom juist?
Jacobs: Ik ga even terug in de tijd. In 1989 viel de Berlijnse Muur. Het kapitalistische model had in de hoofden van veel mensen gewonnen. Het was de tijd van welvaart, hoop en optimisme. Vervolgens hebben we, in 1994, het standstillbeginsel opgenomen in onze grondwet. Dat betekent dat de bescherming van sociale, culturele en economische rechten nooit teruggeschroefd mag worden, tenzij de overheid kan aantonen dat redenen van algemeen belang haar daartoe verplicht.
Bestaande grondrechten kunnen dus niet afgebouwd worden.
Jacobs: Dat heeft zelden problemen opgeleverd, maar de voorbije jaren worden rechters strenger. De standstill haalt het op het argument van het algemeen belang. Daardoor wordt het steeds moeilijker om politieke hervormingen door te voeren.
Dat gebeurde onlangs met het terugschroeven van de lage-emissiezone. Het Grondwettelijk Hof haalde ook het standstillprincipe aan, en een beslissing van het parlement werd vernietigd. Voor de astmapatiënt was dat toch goed nieuws?
Jacobs: Maar voor de kleine zelfstandige zonder geld om een nieuwe ecovriendelijke auto te kopen minder. Aan beiden zou ik zeggen: voer campagne bij politici voor je zaak. Zo krijg je een politiek debat erover.
Zal de beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd de toets doorstaan? Vakbonden trekken naar het Grondwettelijk Hof.
Jacobs: Ik durf er mijn hand niet voor in het vuur te steken, al denk ik niet dat het Grondwettelijk Hof zo’n hervorming op zo’n cruciaal budgettair moment zal vernietigen.
©
Saskia Vanderstichele
| "We hebben te lang vanuit een defensieve reflex de problemen in Brussel niet benoemd en er niets aan gedaan"
In uw boek introduceert u een nieuw idee: een ‘Grondwettelijk Moment’ om de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof en de beslissingen van volksvertegenwoordigers beter met elkaar te verzoenen. Wat bedoelt u daar juist mee?
Jacobs: Op die manier kan het parlement periodiek een eigen interpretatie geven aan de vage normen die mensenrechten per definitie zijn. Politici kunnen zo rechters handvatten bieden.
Ook de EU speelt een rol in de betonnering van het beleid. U pleit paradoxaal genoeg voor meer Europa.
Jacobs: Mensen hebben niet door hoe ingrijpend het EU-beleid weegt op de lidstaten. Dat gaat dan bijvoorbeeld over migratie, maar ik geef ook graag een recent actueel voorbeeld: de oorlog in Gaza. Er werd de hele zomer maximaal druk uitgevoerd op premier Bart De Wever (N-VA) en minister van Buitenlandse Zaken Maxime Prévot (Les Engagés), terwijl elke nuchtere mens zou moeten beseffen dat je net druk had moeten zetten op commissievoorzitter Ursula von der Leyen. De echte hefbomen liggen op Europees vlak.
Terug naar Brussel. Vandaag wordt er weliswaar onderhandeld over een begroting, maar het blijft afwachten of daar een regering uit voortvloeit. Hoe kunnen we in 2029 zo’n formatiefiasco vermijden?
Jacobs: We hebben het over de structurele problemen gehad, maar er zijn ook de politieke problemen die sinds de voorbije verkiezingen de bovenhand hebben gehaald. We mogen niet vergeten dat de PS deze chaos heeft ingeluid met een historisch precedent door een veto op de N-VA te stellen.
Is het niet beter om de partijen na de verkiezingen meteen samen te laten onderhandelen, over de taalgroepen heen, maar wel met behoud van de meerderheid in elke taalgroep?
Jacobs: Mogelijk. De dubbele meerderheid moet behouden blijven, zolang je op federaal niveau een pariteit hebt voor het aantal regeringsposten voor Nederlandstaligen en Franstaligen. Zelfs toen de MR in de regering-Michel als enige Franstalige partij in de regering zat, had ze de helft van het aantal ministers.
Ik begrijp dat de Franstaligen vinden dat de Vlamingen te veel macht hebben in Brussel, maar die bescherming van de Nederlandstaligen hangt samen met afspraken op federaal niveau. Je kan niet één Jenga-blokje weghalen en hopen dat de toren overeind blijft.
Er wordt steeds vaker gehint op een regering met MR, PS, Les Engagés, Groen, Open VLD en Vooruit die uit de begrotingsgesprekken ontstaat en via gegoochel met de Brusselwet toch kan aantreden zonder meerderheid aan Nederlandstalige kant.
Jacobs: Dat zou een constitutionele bom zijn. Elk benoemingsbesluit zou dan bij de Raad van State aangevochten kunnen worden, omdat je in zo’n scenario de Brusselwet met de voeten treedt. Politiek gezien zit je als Nederlandstalige partij op een gegeven moment natuurlijk in een fuik. Wat gaat Frédéric De Gucht (Open VLD) doen als je die begroting gemaakt hebt? Zeggen dat hij er plots niet meer mee akkoord gaat als een regering die wil uitvoeren? Dat is heel moeilijk om uit te leggen.
“In Anderlecht kom je na 21 uur soms liever niet buiten”
Hoe bent u zelf trouwens in Brussel beland?
Jacobs: Ik ben opgegroeid in Vilvoorde, waar ik ook op de schoolbanken gezeten heb, ik kwam van jongs af aan vaak in de stad. Voor mijn rechtenstudies ben ik naar Leuven verkast, vervolgens ben ik in Brussel komen wonen en werken. Eerst in Anderlecht, ondertussen in de Europese wijk.
Hoe is uw verhouding met de stad?
Jacobs: Brussel is een geweldige stad, in tegenstelling tot de negatieve perceptie die heerst bij veel Vlamingen. We mogen meer de daad bij het woord voegen wanneer er op de stad gekapt wordt. Zo bestaat die typische sfeerschepping bij mensen in Vlaanderen die Brussel een hellhole noemen, waarna Nederlandstalige Brusselaars in het defensief gaan en de stad verdedigen. Goed, maar tegelijkertijd is er bij die verontwaardigde verdedigers veel te weinig aandacht voor de problemen in de stad. De veiligheid bijvoorbeeld. In Anderlecht kom je na 21 uur soms liever niet buiten. (Vurig) Allee, dat is toch niet normaal? We hebben te lang vanuit een defensieve reflex de problemen niet benoemd en er niets aan gedaan.
Lees meer over: Brussel , Politiek , Brussel zonder regering , Quinten Jacobs
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.