Helft Fedasil-centra voldoet niet: 4 vierkante meter slaapruimte niet gehaald

Van de 105 opvangcentra voor asielzoekers voldoet een vijfde niet aan de minimumnormen die Fedasil, het federaal agentschap verantwoordelijk voor de opvang van asielzoekers, zichzelf en andere uitbaters oplegt. Van de veertig opvangcentra die Fedasil zelf uitbaat, voldoet de helft niet aan de minimumnormen. Dat blijkt vrijdag uit cijfers die De Standaard heeft opgevraagd.

In principe moet elke bewoner minstens vier vierkante meter slaapruimte hebben en moet elke kamer minstens acht vierkante meter groot zijn. Elke familie moet een aparte kamer hebben. Het afgelopen jaar lagen in de helft van de centra die Fedasil zelf uitbaat verschillende families samen op een kamer. Soms is het de enige manier om te kunnen garanderen dat elk gezin een plek kan krijgen, zegt Fedasil-woordvoerder Benoit Mansy.

Fedasil worstelt naar eigen zeggen ook met de aparte huisvesting van niet-begeleide minderjarigen, netheid van de kamers en de gemeenschappelijke ruimtes, verouderde infrastructuur en de kindveiligheid in oudere gebouwen.

Na een jaarlijkse controle volgt een rapport met concrete aanbevelingen. Ook brengt het agentschap de centra met de grootste risico's in kaart, die het dan prioritair probeert aan te pakken.

Hoe vaak de normen niet worden gehaald in hoeveel centra kan Fedasil niet zeggen. Ook kan niet worden vrijgegeven wat de precieze minimumnormen zijn: jaarlijkse rapporten zijn niet ter inzage. Informatie over hoe het gesteld is in de 65 andere centra van externe partners is moeilijk te verkrijgen en bedoeld voor intern gebruik, klinkt het.

Van Bossuyt erkent probleem

"We nemen het rapport van het kinderrechtencommissariaat (waarin de toestanden worden aangeklaagd, red.) heel ernstig en staan hierover in nauw overleg met Fedasil", reageert minister van Asiel en Migratie Anneleen Van Bossuyt (N-VA). Ze zegt dat in het asielopvangnetwerk veel aandacht gaat naar het welzijn van de meest kwetsbaren, maar erkent ook dat de omstandigheden niet overal ideaal zijn.

"Dat is een gevolg van de langdurige opvangdruk die de centra de voorbije jaren hebben moeten dragen", aldus Van Bossuyt. "Dankzij onze crisismaatregelen van de afgelopen maanden daalt de instroom en neemt die druk eindelijk af. Daardoor ontstaat er op termijn meer ruimte voor kwaliteitsvolle opvang voor wie daar recht op heeft. Bij de afbouw van de opvangplaatsen zullen we bovendien bewust rekening houden met kwetsbare profielen zoals kinderen. Zij zouden in de toekomst worden opgevangen in kleinere en meer aangepaste centra."