Van de bijna 2.000 agenten in de politiezones Noord en Zuid woont driekwart buiten het Brussels Gewest. 'Te veel agenten hebben geen voeling met de wijkbewoners', zegt parlementslid Ilyas Mouani (Vooruit.brussels).

©
Belga
| Agenten pakken een jongeman op. "De realiteit is dat wanneer een jongere uit pakweg een wijk in Anderlecht kenbaar maakt dat hij naar de politieschool wil gaan, hij niet meer welkom is in zijn buurt."
Amper kwart Brusselse politie woont in Brussel: 'Zwakke afspiegeling leidt tot spanningen'
De korpschefs Jurgen De Landsheer (politiezone Zuid) en Olivier Slosse (politiezone Noord) bevestigden het onlangs in een hoorzitting van het Brussels Parlement: slechts 25 procent van hun medewerkers woont in het Brussels gewest. Onderzoek van de socioloog Jan Hertogen kwam enkele jaren geleden tot hetzelfde percentage voor alle Brusselse politiezones samen. De overgrote meerderheid van de Brusselse agenten woont dus in Vlaanderen of Wallonië.
Daarmee verband houdend is er een tweede probleem qua afspiegeling, zegt onder meer Brussels parlementslid Ilyas Mouani (Vooruit.brussels): er is veel te weinig kleur bij de Brusselse politie. Het komt daardoor voor dat een zeskoppige patrouille aan Naamsepoort en de Afrikaans getinte Matongewijk voor 100 procent wit is.
"Bij andere openbare diensten in Brussel is er qua diversiteit een positieve evolutie te zien, maar bij de politie helaas niet", zegt Mouani, die nog een vaststelling maakt. "De relatie tussen de politie en de Brusselse jongeren is de voorbije jaren niet verbeterd. De negatieve clichés blijven leven, en dat aan beide kanten."
Een uiting van die moeilijke relatie: het is schering en inslag dat tijdens manifestaties politiesymbolen geviseerd worden. Op een 1 mei-betoging in Brussel en Sint-Gillis werd niet alleen met stenen en flessen gegooid naar de politie, er raakten ook twee politievoertuigen beschadigd.
Hoe is het mogelijk dat een stad met ruim 1 miljoen inwoners niet genoeg kandidaten vindt voor haar eigen politie?
Brussels parlementslid Vooruit

Inlevingsvermogen
De korpschefs nuanceerden tijdens de parlementaire hoorzitting het belang van de domicilie voor het inlevingsvermogen van een agent. Het komt geregeld voor dat hun agenten eerst in Brussel wonen en daarna naar de rand rond Brussel verhuizen, zo klonk het. Voor de korpschefs is het vooral essentieel dat hun wijkagenten de grootstedelijke context begrijpen en kunnen omgaan met de vele culturen in de hoofdstad. Waar ze wonen, is bijzaak, is hun redenering.
De Landsheer vertelde nog dat er veel kandidaten zijn om voor zijn politiezone te werken, maar dat er vaak een probleem is van talenkennis of van attitude. Lang niet elke kandidaat blijkt een van de landstalen goed te beheersen. "Van tweetaligheid spreken we nog niet eens."
Voor Mouani is het gebrek aan representativiteit wel degelijk een groot probleem. "Hoe is het mogelijk dat een stad met ruim 1 miljoen inwoners niet genoeg kandidaten vindt voor haar eigen politie? Met taal heeft het zeker niets te maken."
Hij legt eerder de link met het slechte imago van de Brusselse politie bij jongeren met een migratie-achtergrond. "De realiteit is dat wanneer een jongere uit pakweg een wijk in Anderlecht kenbaar maakt dat hij naar de politieschool wil gaan, hij niet meer welkom is in zijn wijk."
Mehdi en Adil
Een gevaar van een overwegend niet-Brussels en te weinig divers politiekorps is dat sommige wijken het als een soort externe bezettingsmacht gaan ervaren. Korpschef Slosse, zelf voormalig straathoekwerker, is zich daarvan bewust. "We moeten de relatie wederkerig houden. We zijn geen bezettingsmacht, maar maken deel uit van de wijk", vertelde hij in het parlement.
Ex-jeugdwerker Mouani schetst een veel minder rooskleurig beeld en vindt dat sommige Brusselse agenten helemaal geen voeling hebben met de lokale bevolking, wat tot communicatieproblemen en soms tot confrontaties leidt. "Op de politieschool bestaat er een cursus over diversiteit, maar die is vrijwillig. Maak die toch verplicht. Agenten in opleiding zouden enkele weken met wijkorganisaties of straathoekwerkers op stap moeten gaan."
Tragische incidenten, zoals de politie-aanrijdingen van de 17-jarige Mehdi Bouda in 2019 of die van de 19-jarige Adil Charrot in 2020, blijven jarenlang nazinderen en vergroten het wij-zij gevoel.
Mouani, die opgroeide in de Modelwijk in Laken, zegt regelmatig berichten te ontvangen over racisme en machtsmisbruik door de politie. "Er zijn zeker agenten die het goed menen met de stad. Maar het valt niet te ontkennen dat er ook een groep bestaat die bij de politie is voor de adrenalinestoot die ze krijgen eens ze een helm op hebben en met hun matrak kunnen zwaaien."
De weinige startende agenten van diverse afkomst worden bij wijkinterventies door hun witte collega's op de vingers gekeken en aangepord om extra streng op te treden, beweert het parlementslid op basis van getuigenissen. "Dat is echt een vorm van structureel racisme", zegt Mouani. "Waar ik graag een antwoord op wil krijgen: hoe komt het dat agenten van diverse afkomst er vaak na enkele jaren mee stoppen?"
Wantrouwen wegnemen
Uit de echo's die ze uit Peterbos en andere door drugshandel geteisterde wijken in Anderlecht opvangt, leidt ook parlementslid Celia Groothedde (Groen) af dat er momenteel ingebakken wantrouwen tegenover de politie is. Wat de argwaan versterkt, is dat recente fouilles als etnische profilering overkomen, geeft ze aan. Jongeren met een migratieachtergrond voelen zich geviseerd door de politie.
Groothedde benadrukt de rol die buurtwerkorganisaties als SAAMO kunnen spelen. "In Peterbos heeft SAAMO bemiddeld tussen de ordediensten en de wijk. Zo'n sociale wijkwerking is hard nodig. Dat zeggen ook de korpschefs zelf."
Voor haar moet de eerste prioriteit daarom liggen bij versterkte samenwerking tussen het politie en het middenveld. "Er gaan stemmen op voor hardere handhaving, terwijl de politie zelf terecht zegt: you can’t arrest your way out of this. Wij hebben een enorme rijkdom met onze plaatselijke sociale organisaties, die nu in onzekerheid leven door de voorlopige twaalfden. Maar het is door het sociaal weefsel dat zij opbouwen, dat andere steden uit gelijkaardige maffiacrises ontsnapten. En zeker, diversiteit én representativiteit bij de politie is belangrijk. Maar ook dat kunnen de sociale organisaties helpen opbouwen.'
Anders gezegd: hoe beter de relatie van de brede wijk met de politie, hoe groter de kans dat er individuele wijkbewoners een baan bij de politie gaan overwegen. Zo'n ommeslag komt er niet van vandaag op morgen en is werk van lange adem, beseft ook Mouani. "Maar we moeten er nu aan beginnen om daar de basis voor te leggen."
Lees meer over: Veiligheid , diversiteit , Adil