| Boswachter Bart Swerts

Natte julimaand was een zegen voor het Zoniënwoud: ‘Alles fris en groen’

Kevin Van den Panhuyzen
© BRUZZ
06/08/2023

Voor het vakantiegevoel was de meer dan gemiddelde regenval van de afgelopen maand misschien een tegenvaller, maar in de stad zien de grasperken er opnieuw groen uit. Ook voor de natuur in het Zoniënwoud was het natte weer een meevaller, vooral na de droge en hete zomer vorig jaar. “Voor alles wat wil leven en groeien is dat een zegen.”

“Brussel snakt naar regen,” zei BRUZZ-journalist Frank Hoornaert exact een jaar geleden, in het midden van een uiterst droge en hete zomervakantie. De Brusselse natuurlandschappen zagen er verdord uit en door het weer vielen de bladeren toen al uit de bomen. In het Zoniënwoud was er sprake van een bladverlies van twintig tot dertig procent.

“Elke zomer meten we zo objectief mogelijk de ontbladering van de kruinen. Dat doen we al vijftien jaar,” zegt boswachter Bart Swerts wanneer we op een druilerige zaterdagochtend in het Oudergemse deel van het bos staan.

b712c575-untitled-25.jpg

De metingen voor dit jaar zijn nog volop bezig, maar na vijftien jaar observaties van beuken-, eiken- en essenkruinen zien de boswachters enkele tendenzen door hun verrekijkers die wijzen op stressfactoren. “We zien dat er jaren zijn waarin er heel veel beukennootjes ontwikkeld worden. De mastjaren, waarin er meer vruchtzetting is, volgen zich sneller op. In plaats van om de vijf of zes jaar, zien we nu om de twee of drie jaar massale vruchtzetting. Dat zijn bomen die gestresseerd zijn en meer energie steken in de voortplanting dan in de groei,” legt Swerts uit.

‘Geen extreme effecten’

Droogte kan een van de mogelijke stressfactoren zijn, en die was vorige zomer vrij extreem. Vooral de jongere planten ondervinden rechtstreekse effecten, maar de impact op het Zoniënwoud in zijn geheel lijkt goed mee te vallen. “In juli vorig jaar is er maar vijf millimeter gevallen, terwijl het gemiddelde voor die maand 77 millimeter is. Als dan ook het voorjaar droog is geweest, moeten vooral de jonge planten alle zeilen bijzetten om te overleven,” weet Swerts. “Van de droogte zie je de effecten eigenlijk pas in het seizoen erna. We zien wel dat sommige bomen beginnen te verkleuren, maar eigenlijk zien we hier in het Zoniënwoud geen extreme effecten.”

05474d4d-untitled-6.jpg

| Boswachter Bart Swerts: 'Het geheel is veerkrachtig, zo lang we als beheerders geen stommiteiten begaan door elke keer we een aftakelende boom zien die te willen kappen.'

Dat komt omdat het bos een goed bewortelbare bodem heeft, al zakt het grondwaterpeil in het Zoniënwoud wel al enkele jaren op rij. De regen van de afgelopen maand - 131 millimeter in juli - heeft het bos dan ook deugd gedaan, na een droge en warme periode in juni.

“De regen in de maand juli was zeker een zegen. Door de regenval zie je dat alles er mooi fris en groen bij staat. De jonge planten maken lange groeischeuten die voldoende licht krijgen. Alles is optimaal, en dan staat er niets meer in de weg voor een plant om maximaal zijn plaats proberen in te nemen. Je hoort ze bij wijze van spreke bijna groeien,” lacht de boswachter.

d284265e-untitled-17.jpg

Bovendien viel ook dit voorjaar goed mee, met vooral twee natte maanden in maart en april. “Voor alles wat wil leven en groeien is dat een zegen. En wat je niet ziet, is het grondwaterpeil dat wordt aangevuld nu het goed is beginnen regenen. Alles wat er nu bijkomt is eigenlijk mooi meegenomen en voedt de buffer voor volgend jaar. Als het nog een droge maand augustus zou worden, kunnen de bomen dat gerust overbruggen.”

Diverser bos

Het Zoniënwoud is een oud en robuust bos. Zelfs de grote beuken, waarvan een studie voorspelde dat ze het jaar 2100 niet zouden halen, blijken beter bestand te zijn tegen de warme, droge zomers dan gedacht. “Ze reageren zelfs, ook oude bomen van pakweg 150 jaar. Bovenaan op zowat veertig meter hoogte zie je dood hout, maar lager gaan er nieuwe takken ontwikkelen. De kruin zakt en wordt wat compacter. Die bomen vinden eigenlijk zelf een nieuw evenwicht en hebben gewoon wat tijd nodig,” legt Swerts uit.

“Ze gaan dan misschien wat meer op een appelboom lijken,” grapt hij, “maar ze blijven leven en dat is de essentie. Het betekent dat de boom vitaal genoeg is om te reageren, maar hoe ver kan die rekker uitgerekt worden? Het geheel is veerkrachtig, zo lang we als beheerders geen stommiteiten begaan door elke keer we een aftakelende boom zien die te willen kappen.”

Met hun bosbeheer zetten de boswachters vooral in op diversifiëring, niet alleen in soorten, maar ook in de leeftijden van de bomen. Waar we nu staan, aan de ingang van het natuurreservaat Dry Borren, zijn we omringd door dood hout. Alleen op de weg, waar om de haverklap groepjes mountainbikers, joggers en wandelaars voorbijkomen, liggen er geen dode bomen.

“Oudere bomen takelen af, waardoor je openingen krijgt en er een hele dynamiek op gang gebracht kan worden,” zegt Swerts. Het creëert ruimte voor andere soorten en jongere planten en bomen. Een diverser bos moet het Zoniënwoud weerbaarder maken tegen droogte, maar ook tegen stormweer, want de iconische beukenkathedralen zijn gevoelig voor stevige windstoten.

Swerts: “Als je verschillende vegetatielagen hebt, van een kruid- en struiklaag tot kleinere bomen en dan de reuzen, creëer je een bos waar de wind minder vat op heeft. Toen het Zoniënwoud nog homogener was, hadden we bomen die vrij onstabiel waren omdat ze te hoog waren, met kruinen tot vijftig meter hoogte. Dan krijg je een soort kathedraaleffect, met heel veel hoge stammen waar je ver door kan kijken naar de naakte bodem. Landschappelijk is dat uniek, iets wat door het publiek gewaardeerd wordt, maar zoiets evolueert.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel, Milieu, regenweer, Zoniënwoud, boswachter

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni