We worden momenteel overmand door trots voor onze Rode Duivels, maar het is tijd om een andere Rode Duivel, die velen onder ons niet kennen, eens in de kijker te zetten: Camille Jenatzy. Hij was de zoon van een Schaarbeekse rubberfabrikant. Zijn bijnaam, Rode Duivel dus, had hij te danken aan zijn prominente rosse snor, maar vooral aan zijn roekeloosheid. Hij verbrak meerdere keren in zijn leven het snelheidsrecord met de auto.
BIG CITY. Wie was de Brusselse uitvinder van wat ooit de snelste auto ter wereld was?
Lees ook: BIG CITY. Is de 'bloodpanch' Brussels?
"Wie was de Brusselse uitvinder van wat ooit de snelste auto ter wereld was?"
De bijzonderste keer was in april 1899, met een voertuig waarvan hij zelf de uitvinder was, de eerste auto ter wereld die een snelheid van meer dan honderd kilometer per uur kon halen. En die auto was niet alleen snel, hij had misschien ook de leukste naam ter wereld, want Jenatzy doopte het voertuig om tot 'La Jamais Contente'. Dat het die naam kreeg, had waarschijnlijk te maken met de grillen en koppigheid van Jenatzy zelf.
Als jonge knaap had hij een groeiende interesse in elektrische auto's. Dat lijkt misschien bijzonder voor die tijd, maar eigenlijk was dat niet zo. Voor aardolie haar intrede maakte in de auto-industrie, leek de toekomst van auto's in de negentiende eeuw elektrisch. Daar ging ook Jenatzy vanuit en hij vertrok van Schaarbeek naar Parijs, om er een bedrijf op te richten dat elektrische taxi's produceerde. Als stunt om het bedrijf op de kaart te zetten, ging hij in op de oproep van het Franse automagazine La France Automobile om het wereldrecord snelheid te verbreken. Jenatzy's rivaal was een Fransman met een naam alsof hij uit een stripverhaal kwam gereden: Gaston de Chasseloup-Laubat.
In het eerste duel haalde Jenatzy het wereldrecord met 66 kilometer per uur, maar een uur later was hij dat alweer kwijt aan zijn rivaal. Daar was hij niet 'content' mee, wat al een verklaring is voor de bijnaam van de door hem later ontworpen bolide. Er volgden nog wat wedstrijden tussen de twee, tot Jenatzy het plan opvatte om een auto te ontwerpen met een snelheid die Chasseloup sowieso niet zou kunnen overtreffen. Hij schakelde ingenieurs van de batterijenfabrikant Flumen in en ontwierp samen met hen 'La Jamais Contente'. De auto had de vorm van een sigaar, al zagen anderen er een torpedo of zelfs een onderwaterbom in.
Technisch was het een hoogstandje: er waren twee loodaccu's in gebouwd, de auto haalde een vermogen van 68 pk, draaide 660 toeren per minuut en de kolos woog 1,4 ton. Dankzij dat huzarenstukje lukte het Jenatzy om een snelheid te behalen van 105 km/u. Hiermee bleef Jenatzy niet alleen drie jaar lang ongeslagen, hij zorgde ook voor een nalatenschap in de autogeschiedenis. De olie-industrie werd extreem dominant en benzine werd de brandstof voor auto's, maar toen de interesse voor elektrische auto's in de jaren 1970 terugkeerde, werd er geregeld gekeken naar de uitvindingen van bijna honderd jaar eerder.
Op jacht
Zelf maakte Jenatzy die evolutie niet meer mee. Na zijn overwinning kreeg hij de smaak voor het racen te pakken. Hij ontwierp nog meer auto's en racete voor Mercedes. Het was geen autocrash die hem het leven kostte, al overleefde de snelheidsduivel wel een zwaar auto-ongeval. Na dat ongeluk ging hij minder racen en nam hij de rubberfabriek van zijn vader in Schaarbeek over.
Zijn uiteindelijke dood is verrassender. Hij stierf tijdens een jachtuitje, waar hij door een vriend werd neergeknald. Die dacht een wild zwijn in de struiken neergeschoten te hebben. Het bleek Jenatzy zelf te zijn, die een mop probeerde uit te halen door een zwijn te imiteren. Een autocrash was misschien een heldhaftiger einde geweest, voor iemand met de bijnaam Rode Duivel.
- VOLGENDE KEER: Tijdens de zomermaanden verschijnt de rubriek Big City niet. De volgende aflevering vind je hier terug op donderdag 2 september.
Zelf ook een vraag voor Big City? Stel hem hier
Big City
Lees meer over: Brussel , Samenleving , Big City , Camille Jenatzy