Jouw vraag

JOUW VRAAG. Overleven wilde parkieten de winter in Brussel?

Jean-Marie Binst, Luana Difficile
© BRUZZ
07/12/2016

Oh, papegaaiachtigen! De exoten die de stad ’s winters kleur geven. Sinds het libertijnse park- en tuingedrag van die uitheemse vogelsoort, is de parkiet buiten een volière een vertrouwd stadsbeeld geworden. Want zie, de cultuurdienst van de ambassade van Frankrijk in Brussel nam ooit een groene parkiet als logo voor haar evenementaankondigingen. “Omdat de exotische vogel een symbool is voor de cultuurdiversiteit in Brussel,” luidt de promo. Naar de vraag nu. Kunnen parkieten hier de winter overleven?

We kijken naar de grootste drie parkietenpopulaties in Brussel, samen 10.000 stuks - van de 11.000 in heel België. De halsbandparkiet - gespot sinds 1974 - en zijn iets grotere broer, de grote alexanderparkiet - gespot sinds 1998 - slapen in dezelfde bomen en worden door elkaar geteld door de Brusselse vogelwerkgroepen van Natuurpunt en Natagora. Ze slapen vooralsnog op vier sites: het Elisabethpark bij de Basiliek, de grootste slaapplaats voor duizenden, de NAVO in Evere (neemt af), de Vijvers van Elsene en verder in Vorst.

Alain Paquet, vogeltellingcoördinator van Natagora en Natuurpunt: “Gezien die twee soorten oorspronkelijk uit Himachal Pradesh (Noord-India) afstammen, kunnen ze goed tegen vriestemperaturen. Niet de kou maakt het hen moeilijk in de winter, wel het vinden van voedsel. Dat wordt aardig opgelost, door in de plaats van vruchten in de zomer op een ander dieet over te schakelen: alles van de voedertafel bij particulieren. Zo overleven ze, want ze ‘plunderen’ met veel lawaai en overmacht de eettafel van de mezen. Al begint hun aantal op de slaapplaatsen te stagneren, zelfs af te nemen. En zijn de nieuwe slaapsites buiten het gewest in opmars: La Louvière en Antwerpen.”

De halsbandparkiet en grote alexanderparkiet, beide met rode bek, kruipen ook warmpjes tegen elkaar aan bij ruig winterweer. Alleen de poten zijn soms nog een gevoelige plek voor vorst. Het helpt het beestje dus een heel eind als het wat vlezige poten heeft. Zoniet kunnen de poten al eens bevriezen. Als een pootje bevriest, raakt de parkiet ‘gehandicapt’. Of sterft de vogel uiteindelijk door disfunctie van dat lichaamsdeel. Goed schuilen op droge takken of in een boomholte voorkomt veel kans op ‘vorstschade’.

De monniksparkiet daarentegen - gespot sinds 1979 en oorspronkelijk uit de pampa van Argentinië en herkenbaar aan zijn snavel in huidskleur en korte staart - heeft het veel moeilijker in de winter. Precies omdat hij meer op de grond foerageert (voedsel zoekt) komt hij makkelijker in contact met bevroren grond en sneeuw. Wat wil je, zaden, vruchten, knoppen, scheuten en brood vinden, blijkt voor de monniksparkiet essentieel om de winter door te komen. Hun aantal stagneert op een tweehonderdtal, ook al broedt de vogel tot tweemaal per jaar. Gelukkig doen monniksparkieten aan cohousing in Brussel: ze wonen samen in enorme kolonienesten. Een soort kloosterarchitectuur van takken, waarin de koppeltjes kleine slaapcellen hebben. Zo kunnen ze warm tegen elkaar aanschurken.

Maar onthou dus dat alle parkieten vooral kunnen overleven door kunstmatige ‘winterhulp’, uw voederbijdrage dus.

Elke week gaat BRUZZ met Big City op zoek naar antwoorden op jouw vragen over Brussel. Vragen allerhande over jouw stad stel je online aan de redactie op bruzz.be. De vraag met de meeste voorkeuren wordt onderzocht en beantwoord. Ook een vraag over Brussel? Zet onze journalisten aan het werk en stel je vraag in Big City.

Big City

Zet onze journalisten aan het werk en stel ons jouw vraag over Brussel. De populairste vragen van de BRUZZ-gebruikers worden beantwoord in een reportage op een of meerdere BRUZZ-kanalen.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: BRUZZ 24, Big City

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni