De koplopersrol van PVDA/PTB in de Brusselse peilingen moeten we met een korreltje zout nemen. En de keuze voor Laaouej en Khattabi als lijsttrekkers moeten we zien als een strijd op links om de Brusselse kiezer met een migratieachtergrond. We bespreken de politieke actualiteit van het afgelopen weekend met VUB-politicoloog Dave Sinardet.
‘Links strijdt om kiezer met moslimachtergrond'
De verkiezingen van juni 2024 komen dichterbij. Afgelopen weekend hebben zowel de PS als Ecolo hun Brusselse lijsttrekkers gekozen. Brussels PS-voorzitter Ahmed Laaouej trekt de gewestlijst, onderwijsminister Caroline Désir de Kamerlijst. Hun tegenhangers bij Ecolo zijn respectievelijk Zakia Khattabi en Rajae Maouane.
In de laatste ‘Grote Peiling’ van Het Laatste Nieuws, RTL en Le Soir gaan beide partijen erop achteruit. PS is met 15,7 procent (-2,4 procent tegenover de vorige peiling) nog maar de vierde partij in Brussel, Ecolo blijft de derde partij met 16,8 procent (-1,1 procent). MR verloor 3,8 procent en is nu tweede (18,1 procent). Tegelijkertijd won PVDA/PTB 4 procent en kan de extreemlinkse partij zich nu voor het eerst de grootste partij in Brussel noemen met 19,3 procent.
“Het is wetenschappelijk niet verantwoord om te zeggen dat het nu de grootste partij is. Er geldt een foutenmarge van 4 procent, dus MR en zelfs Ecolo hadden even goed de grootste partij kunnen zijn,” reageert politicoloog Dave Sinardet (VUB). “Je kan je veel vragen stellen bij de methodiek. Peilingen creëren vaak meer realiteiten dan ze er weerspiegelen.”
Wel boekt PVDA/PTB winst in Brussel, terwijl ze in Wallonië bijna zes procent verliest. Hoe verklaart u dat?
Dave Sinardet: Dat zou te maken kunnen hebben met hun positionering rond Israël en Palestina, maar ook met een uitspraak van voorzitter Raoul Hedebouw over het dragen van een moslimgewaad. Hij zei in een verwarrend interview met RTL dat hij geen problemen heeft met meisjes die vanaf 8 of 9 jaar in abaya (een los gewaad dat het lichaam bedekt, behalve het gezicht, de handen en de voeten, nvdr.) naar school gaan, maar op de achtergrond liet men tegelijkertijd een foto van een volledig gesluierde vrouw zien.
In Brussel kan ik me inbeelden dat dat en de sterk pro-Palestijnse profilering kan werken, maar in Wallonië zit je niet alleen met een diverse populatie in de steden, maar ook met rurale regio’s waar andere zaken van belang zijn. Ik kan me inbeelden dat het daar averechts werkt. Ook bij de PS zie je de verschillen met het Brusselse electoraat. Daar zie je al langer – en dat komt de laatste weken opnieuw tot ontploffing – dat de partij in Brussel andere standpunten inneemt rond religieuze thema’s.
Is deze goede peiling voor PVDA/PTB iets waar de PS rekening mee moet houden?
Sinardet: Zeker. Binnen de PS is duidelijk de keuze gemaakt om ook die communaristische lijn te trekken met Ahmed Laaouej als lijsttrekker. Als voorzitter van de Brusselse PS-federatie heeft hij zijn lijn tegen onverdoofd slachten doorgedrukt. Als het gaat over neutraliteit bij de MIVB wijkt de PS af van de klassiek laïcistische lijn van de partij. Dat heeft te maken met het veranderende electoraat.
Laaouej heeft zelf ook een migratieachtergrond. Je ziet dat er een strijd aan de gang is, onder meer met PVDA/PTB, om de kiezers met een moslim- of migratieachtergrond. Dat hij lijsttrekker wordt, is logisch.
Brussels parlementsvoorzitter Rachid Madrane, die tot de laïcistische strekking behoort, kondigde boos aan geen kandidaat meer te zijn. Eerder verliet vrijzinnig parlementslid Julien Uyttendaele de partij. Gaan er nog ontevredenen volgen?
Sinardet: Dat valt niet uit te sluiten. Uyttendaele had vooral problemen op inhoudelijk vlak. Voor Madrane kwam daarbovenop dat hij een in zijn ogen slechte plaats had gekregen, terwijl in 2019 toch een goed resultaat haalde. Het zou kunnen dat er nog volgen.
Huidig minister-president Rudi Vervoort zal ook niet meer dan de derde plaats krijgen, terwijl hij zichzelf nog als kandidaat-opvolger zag.
Sinardet: Ik lees wel dat hij een compensatie zou krijgen door zijn partner en zoon een goede plek te geven (volgens RTBF zouden Nadia Badri en Mathieu Vervoort, actief in de gemeentepolitiek van Koekeleberg en Evere, een goede plek beloofd krijgen, nvdr.). Zo gaat dat in de Brusselse en de Belgische politiek, die neiging tot nepotisme die je over alle partijgrenzen heen ziet.
Ongetwijfeld speelt ook zijn afwezigheid mee. Als minister-president was zijn zichtbaarheid niet bepaald groot. Als dan de peilingen slecht zijn, is het niet echt verwonderlijk. Er schuilt wel een zekere dubbelzinnigheid bij de PS. De partij levert de gewestelijke minister-president, maar wil niet dat die te zichtbaar wordt, want ze levert ook veel burgemeesters en die mogen niet overschaduwd worden. Een PS-minister-president opereert altijd een beetje met de handen op de rug gebonden, wat jammer is als je al zo lang de regeringsleider levert. De vraag is hoe Laaouej zich zal positioneren als hij minister-president zou worden.
Ook Ecolo kiest er voor om niet een Brussels regeringslid aan te duiden als lijsttrekker. Federaal minister Zakia Khattabi trekt de gewestelijke lijst, en niet Brussels minister Alain Maron.
Sinardet: Net als Vervoort heeft Maron niet de meest verpletterende indruk nagelaten. Op communicatief vlak is hij een aantal keer uit de bocht gegaan, vooral tijdens de coronacrisis. Je kan niet zeggen dat hij een heel charismatische figuur waarvan je een gigantische electorale score kan verwachten.
Daarnaast zit je met het gegeven dat Laaouej lijsttrekker wordt bij de PS. Ter linkerzijde zit je in een sfeer waarin er sterk geprofileerd wordt naar kiezers met een migratie- en moslimachtergrond. Dan is Khattabi een logischere keuze.
Lees meer over: Brussel , Brussel kiest: Brussels parlement , Politiek , grote peiling , Dave Sinardet , PVDA , PS , verkiezingen 2024