Burgemeester blikt terug op hotelopvang Ruisbroek: 'Ik was boos en dat was terecht'

Burgemeester Jan Desmeth (N-VA) stond de voorbije zeven dagen na de evacuatie van de Paleizenstraat in het oog van een opvangstorm. Zo’n 180 asielzoekers belandden er na een woelige dag in een hotel in zijn gemeente Sint-Pieters-Leeuw. En daar is geen plaats voor nog meer asielzoekers. “We vangen vandaag al heel wat mensen op. De verkleuring die daardoor ontstaat, vergt nu al extra inspanningen op vlak van integratie en het bewaken van de sociale cohesie.”

“Ik heb mijn telefoon nog eens naast die van de korpschef en de gouverneur gelegd en dan is het toch vrij duidelijk. We zijn vorige week woensdag alle drie opgebeld tussen 11.52 en 11.58 uur. Ze mogen zeggen wat ze willen, maar da’s toch rijkelijk laat om te verwittigen dat er 180 asielzoekers op weg zijn naar een hotel in je gemeente," blikt burgemeester van Sint-Pieters-Leeuw Jan Desmeth (N-VA) met een wrang gevoel terug op de voorbije week.

Chaotisch

We gaan even terug naar die bewuste dag, toen het kraakpand in de Paleizenstraat in Schaarbeek werd ontruimd. Maandenlang verbleven daar honderden asielzoekers in mensonterende omstandigheden, met uitbraken van schurft, difterie en TBC tot gevolg.

De evacuatie verliep bijzonder chaotisch. Wie recht had op asielopvang kreeg in ieder geval een 'blauw bandje'. Een deel van de groep werd van onderdak voorzien in tijdelijke opvangcentra in Brussel. Andere asielzoekers werden dan weer zonder uitleg het pand uitgezet en trekken dan maar richting het kanaal. Daar slapen ze in tentjes en proberen ze in de eerste plaats vooral te overleven.

Uiteindelijk zetten twee bussen met asielzoekers na het bewuste telefoontje koers richting het Ibis Budget Hotel Brussel-Zuid – Ruisbroek. Dat ligt net voorbij de Brusselse gewestgrens en wordt meteen het onderwerp van een communautaire discussie.

"Ja, de hele dag lang is er een rondje zwartepieten gespeeld over wie nu verantwoordelijk was voor deze voor mij nog altijd onbegrijpelijke beslissing. Het kabinet van Rudi Vervoort (Brussels minister-president, PS, red.) beweerde dat mevrouw De Moor (staatssecretaris voor Asiel en Migratie, CD&V, red.) al van de dag ervoor op de hoogte was van de beslissing om het hotel in Ruisbroek op te vorderen. Zij ontkende dat dan weer in nationale tv-studio’s. En zelf was ik natuurlijk ook bijzonder boos door wat er gebeurd was. En terecht," aldus de N-VA-burgemeester.

"Maar de dag erna sta je op en moet er opnieuw worden samengewerkt aan een oplossing. Dat is dan ook gebeurd. Vrijdag is een eerste groep uit het hotel vertrokken en overgebracht naar centra van Fedasil. En vandaag is er plaats gevonden voor de laatste 32 asielzoekers."

Bij een laatste rondje in het hotel trof het gemeentelijk veiligheidspersoneel ook nog vijf daklozen aan. “Ik weet niet zeker of die nu wel of niet een blauw bandje rond hun pols hadden. Maar de kans is groot dat zij vorige week mee op de bus zijn geslopen. Gelukkig is er ook voor hen vandaag een opvangplaats gevonden. Het toont wel aan dat er toch wel een aantal dingen zijn misgelopen.”

Ondertussen heeft het Brussels Gewest ook voor de asielzoekers aan het kanaal een oplossing gevonden. Zij kunnen terecht in de vier verschillende noodcentra in de stad, weliswaar zonder juridische of sociale begeleiding.

‘De oplossing van Naji is te gemakkelijk’

Co-voorzitster van Groen Nadia Naji begrijpt niet waarom dat zo lang heeft geduurd en kijkt daarvoor niet alleen in de richting van Brusselse regering. “Als iedere Belgische gemeente vijf mensen opvangt, dan is het probleem opgelost,” vertelt ze vorige vrijdag nog in de tv-studio van BRUZZ.

Maar volgens burgemeester Desmeth is dat te gemakkelijk. “Het valt mij op dat mevrouw Naji enkel spreekt over de opvang, maar daarbij twee andere belangrijke parameters over het hoofd ziet. Je moet ook naar de in- en uitstroom kijken.”

“We vangen vandaag al heel wat mensen op in de gemeente en daar zijn er door de oorlog in Oekraïne nog eens honderd bijgekomen. De verkleuring die daardoor ontstaat vergt nu al extra inspanningen op vlak van integratie. Want je moet er voortdurend over waken dat de sociale cohesie niet afbrokkelt. Da’s voor ons vandaag de absolute prioriteit.”

“Er is ook gewoon geen extra plaats meer. Bovendien zie je dat er ook heel wat uitgeprocedeerde asielzoekers in ons land verblijven. Dat moet toch ook beter worden opgevolgd. Iedereen opvangen gaat ook gewoon niet. Daar moet je op toezien. Ik heb de indruk dat er met de vorige staatssecretarissen Theo Francken (N-VA) en Maggie De Block (Open VLD) toch meer aandacht was voor ontradingscampagnes.”

Leegstand

Voor de Oekraïense oorlogsvluchtelingen werden er in ons land in een recordtempo opvangplaatsen gecreëerd. Op de vraag waarom dit dan niet kan op dezelfde schaal voor de vele asielzoekers, heeft Desmeth een geografisch antwoord klaar.

“Oekraïne ligt op zo’n 2.000 kilometer van Brussel. Da’s relatief dichtbij. Het lijkt me logisch dat er bij een conflict eerst wordt gekeken naar hoe de opvang in de brede regio georganiseerd kan worden.”

Tal van Oekraïners kregen opvang in een van de bijna 700 leegstaande gebouwen in de stad. Gebruik maken van de leegstand zou dus ook een pasklare oplossing kunnen zijn voor de asielzoekers. Al is Desmeth het daar niet volmondig mee eens. “Ik denk dat je eerst moet kijken welke publieke gebouwen er beschikbaar zijn, vooraleer je de private markt aanboort,” aldus de burgemeester nog.