In de kijker

Brusselse restaurants ten einde raad: ‘We zijn murw’

Bettina Hubo
© BRUZZ
16/04/2024

Saskia Vanderstichele

| Restaurant Bonsoir Clara, al bijna dertig jaar een vaste waarde in de Dansaertstraat, is sinds enkele weken dicht.

Door de sterk gestegen kosten en alle lasten houden veel Brusselse restaurants op het eind van de maand nauwelijks iets over. “Als er niets gebeurt, heeft Brussel straks alleen nog junkfood,” waarschuwen ze in een petitie.

Restaurant Bonsoir Clara, al bijna dertig jaar een vaste waarde in de Dansaertstraat, is sinds enkele weken dicht. ‘Over te geven’, zo staat te lezen op het raam. Het is niet het eerste eethuis in Brussel dat er dit jaar het bijltje bij neerlegt. Dante in Ukkel, Le Fontainas en Les Filles hielden het eerder al voor bekeken.

En er staan nog meer restaurants op omvallen, zo blijkt uit een petitie die onlangs gelanceerd werd door een honderdtal zelfstandige Brusselse restaurants. “We zijn murw. We willen duurzame kwaliteitsproducten serveren voor een eerlijke prijs, maar dat lukt niet meer,” schrijven ze. “Doordat we eerst te maken kregen met corona en daarna met een forse stijging van de kosten van personeel, energie, huur en levensmiddelen is het voor ons niet meer houdbaar. Velen kunnen zichzelf niet meer uitbetalen. Elke week sluiten er zaken. Ons beroep is in gevaar.”

Wat is er aan de hand? “De restauranthouders zijn het zat. Veel restaurants zitten weliswaar opnieuw vol, maar de uitbaters verdienen amper iets,” legt Matthieu Léonard, de nieuwe voorzitter van de Brusselse horecafederatie, uit. Het grootste probleem volgens hem zijn de loonlasten. “De lonen zijn enorm gestegen door de inflatie en indexering, achttien procent in anderhalf jaar. En daarbovenop komen dan de zware patronale lasten. En dat terwijl het in de horeca aartsmoeilijk is om personeel te vinden.”

“De restauranthouders zijn het zat. Veel restaurants zitten weliswaar opnieuw vol, maar ze verdienen amper iets”

Matthieu Léonard

Voorzitter Brusselse horecafederatie

De gestegen kosten volledig doorrekenen aan de klant durven of willen de meeste restaurants niet, aldus Léonard. “Velen vragen nog steeds 18 of 20 euro voor een Américain frites, terwijl zo’n gerecht, als je alles optelt, 28 tot 30 euro zou moeten kosten. Gevolg is dat veel patrons, nadat ze het personeel en de producten betaald hebben, zo goed als niets overhouden.”

Thomas Cherdo, die al elf jaar samen met twee vennoten buurtbistro Le Dillens in Sint-Gillis openhoudt, ligt mee aan de basis van de petitie. “Met onze frigo’s en koude kamers verbruiken wij behoorlijk wat elektriciteit,” vertelt hij. “Onze jaarlijkse energiefactuur ging omhoog van 8.000 naar 22.000 euro. De prijs van veel levensmiddelen, zoals zuivel, steeg met dertig procent. En dan zijn er de personeelskosten. Door de hoge sociale bijdragen zijn we van elf naar drie vaste medewerkers gegaan en werken we nu hoofdzakelijk met studenten. Ik voer een legertje van veertig studenten aan, niet allemaal even gekwalificeerd. Bovendien is hun uurloon door de inflatie in twee jaar gestegen van 12 naar 14,5 euro.”

“We hebben al een jaar geen btw en RSZ betaald. We krijgen boetes en er is een afbetalingsplan. Het is wachten tot we voor de rechtbank gedaagd worden"

Thomas Cherdo

Buurtbistro Le Dillens in Sint-Gillis

Alle extra kosten afwentelen op het cliënteel is moeilijk, zegt Cherdo. “We hebben al twintig procent klanten minder, enerzijds door de hevige concurrentie in Sint-Gillis en anderzijds door de veranderde consumptiegewoontes. Voor corona hadden we echt een publiek dat ’s ochtends voor het werk hier kwam ontbijten. Door het vele telewerk zijn we die mensen kwijt.”

Voor Cherdo moeten de sociale lasten en ook de btw van 21 procent op drank dringend naar beneden. Anders ziet hij geen uitweg. “We hebben al een jaar geen btw en RSZ betaald. We krijgen boetes en er is een afbetalingsplan. Het is wachten tot we voor de rechtbank gedaagd worden.”

Niet alleen de bistro’s en brasseries in Brussel hebben het heel lastig, ook voor de sterrenrestaurants zijn het benarde tijden. Chef Christophe Hardiquest, die de petitie mee ondersteunt, ruilde vorig jaar zijn tweesterrenrestaurant Bon Bon in Sint-Pieters-Woluwe in voor een kleinere zaak, Menssa, die ondertussen ook een ster heeft. “Mijn zaak zit goed vol, ik werk zestien uur per dag, maar het levert amper iets op,” brandt hij los. “Dat knaagt aan de moraal.”

1886 KIJKER Bonsoir Clara

Saskia Vanderstichele

| Restaurant Bonsoir Clara, al bijna dertig jaar een vaste waarde in de Dansaertstraat, is sinds enkele weken dicht.

Vorig jaar sloot Hardiquest af met verlies en dit jaar boekte hij alleen in maart “een kleine winst”. “Je hebt een beetje marge nodig, om te investeren en als reserve ingeval van tegenslag. Maar dat lukt door de stijging van de kosten en alle lasten nog nauwelijks. Het is niet meer rendabel. Ik vraag respect. Laat ons leven.”

Hij laakt de oneerlijke concurrentie in de sector. “Ik doe alles in het wit. Geen envelopkes voor mijn twaalf medewerkers. Ik betaal elke maand 30.000 euro sociale bijdragen en ook nog eens 20.000 euro btw. Helaas werkt niet iedereen zo. Maar waar zijn de controles? Ik zie ze niet.”

Met de petitie, die ondertussen al ruim drieduizend keer werd ondertekend, hoopt de Brusselse restaurantsector de overheid wakker te schudden. “Als er niets gebeurt, heb je hier straks geen fijne restaurants meer en blijven alleen de junkfoodzaken over,” zo klinkt het.

“Goedkope ketens en restaurantgroepen zullen het nog wel redden dankzij de schaalvoordelen,” zegt Matthieu Léonard van de Horecafederatie. “Het zijn de kleinere, onafhankelijke, artisanale en lokale restaurants die ten onder gaan aan de kosten en de lasten.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel, Economie, Resto & Bar, Brusselse horeca, junkfood, restaurant Bonsoir Clara, Le Fontainas, les filles, Thomas Cherdo, Matthieu Léonard, Brusselse horecafederatie, Christophe Hardiquest

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni